Ga direct naar de inhoud.

Geen aardige vent

Hij had enkele dagen vrij en zou graag met vrienden eens langs komen om ‘gezellig over de duiven te babbelen’.  Ik vreesde spontaan haaruitval te krijgen.  Heb al zo veel uren van mijn leven naar oeverloos geleuter over duiven moeten luisteren en ook zo veel onzin aan moeten horen dat het me de grootste moeite kostte mijn weerzin te verbergen en vroeg wanneer hij wilde komen.  Over twee dagen?
Nou dat vond ik echt jammer, dan had ik een vergadering.  De dag nadien dan?  Wat vervelend nu, dan was juist mijn zoon jarig en als je er maar een hebt. En, wilde ik hem voor zijn, de dag die daar op volgde moest ik met de hond naar de dokter en de dagen nadien mijn tuinkabouter schilderen. Over duiven babbelen deed ik ook graag maar het zat er voorlopig dus niet in loog ik en wenste hem een prettige avond.

DE BEL
Weken verstreken. Toen de bel net op een moment dat ik het zo druk had dat ik niet wist waar ik het zoeken moest. Mijn vrouw keek door het raam ‘wie daar nu weer was’ en toen bijna giftig mijn richting uit. En dan weet ik uit ervaring hoe laat het is: Onaangekondigd bezoek en niet te weinig ook.  Acht man sterk waren ze en eentje stelde zich voor als Sjeng.  Hij had eerder al gebeld, dat herinnerde ik me vast nog wel en of ik hem niet kwalijk nam dat hij onaangekondigd op de stoep stond maar hij moest toevallig in de buurt zijn, vandaar. Hij had zijn broer en enkele vrienden meegebracht, duivenvrienden natuurlijk, en ook de vrouwen.
Dat was immers gezelliger en die zaten toch al zo veel thuis.  Moedeloos deed ik de deur voor ze open, vroeg me voor de zoveelste keer af waarom ik er voor gekozen had de kost te verdienen met stukjes schrijven in duivenkranten en liet het gezelschap binnen.  ‘Dit zijn mensen die gezellig een babbeltje komen maken’ riep ik over mijn schouder. Maar niemand die me hoorde. Mijn zoon was zijn studeerkamer ingevlucht, mijn vrouw zag ik nog juist een sprong over de struiken maken richting buren en de hond zocht moedeloos zijn mand op, de staart tussen de poten.  Allemaal ontvluchtten ze de niet verwachte invasie.
Toen heel de stoet binnen was sloot ik snel de deur, bevreesd als ik was dat een handvol meegebrachte jengelende kinderen uit de auto zouden ontsnappen om de gezelligheid nog te vergroten.

‘GROOT KAMPIOEN’
Sjeng zei te veronderstellen dat ik zijn naam wel kende en als dat niet zo was moest ik in Limburg maar eens informeren wat voor duiven hij had.  En om zijn bewering kracht bij te zetten wierp hij een pak uitslagen op tafel.  Pseudo geïnteresseerd keek ik er in.  ‘U moet een groot kampioen zijn, meneer Sjeng’ veinsde ik.  Dat had ik volgens hem goed gezien, maar vond hij, het kon en moest nog beter. Daarom viel hij maar meteen met de deur in huis en haalde een notitieboekje voor de dag.  Want hij wilde met mij van gedachten wisselen over een aantal nieuwe ontwikkelingen in de duivensport. Je moest immers bijblijven nietwaar? Stilstaan is achteruitgaan. Dat vond ik ook. ‘En dat komt langs omdat ze toch in de buurt moesten zijn’ ging het door me heen en ik besloot voortaan iedereen te wantrouwen die langskomt ‘omdat die toch in de buurt moest zijn’.

NIEUWSTE ONTWIKKELINGEN?
De bril recht op de neus zettend begon hij vervolgens in zijn notitieboekje te bladeren. Hij las alles wat hij over duiven lezen kon en had de namen van de nieuwste middeltjes opgeschreven die de kampioenen van tegenwoordig gebruiken.  En daarover dus wilden ze met mij praten, wat ik er van vond, en hij stak van wal. Baytrill, duraston, laurabion, ledercort, Terra Cortrill, Neo Corteffs, CX 60, suanuvil, linco spectin, sygmamycine, aureo mycine, diaston, catosal, corneo druppels, furoxine, altabactine en ESB 3 waren de middelen die de kampioenen vandaag de dag gebruikten had hij gehoord en gelezen.  En nu moest ik maar eens uit de schulp komen want ik kende veel van die mannen naar wie hij refereerde goed.  Ik was verbijsterd.  Als wat hij opnoemde de ‘nieuwe geheime wapens’ van de kampioenen van heden waren moest iemand het gezelschap maar eens snel uit dromenland halen.  Ik deed in ieder geval mijn best.

BLA BLA
Neo Corteff?  Enorm goed spul, heb dat vele jaren gebruikt, maar het mag niet meer.  Bovendien heb ik jaren gekend dat ik het niet nodig had en toen ging het ook. Baytrill?  Het zou een soort wondermiddel zijn en effectief tegen kwalen van velerlei aard. Ook tegen paratyfus. Duiven kunnen er inderdaad van opknappen. Probleem van Baytril is dat, als er iets is waarbij overdaad schaadt, het dat wel is.  Een geheim is het zeker niet, oppassen wel.  Suanuvil:  Was ook goed maar een beetje achterhaald. Het zat destijds in het populaire ‘S en A’ van wijlen Dr Stam. De S stond voor Suanuvil. Eind 70-er jaren al werd het gebruikt als duiven ‘niet zuiver van kop’ waren. Aanvankelijk waren de gebruikers tevreden maar dat is zo met veel anti biotica. Na verloop van tijd echter hebben ze minder effect of zelfs geen. Laurabion ?  Dat is een spierversterkend middel waarmee enkele streekgenoten jaren terug hun duiven kapot gespoten hadden. Snel vergeten dus. Durasteron.  Weer geen geheim, wel een mannelijk hormoon dat enkele Belgen aan de rand van de afgrond heeft gebracht.  CX 60.
Met CX 60 spuit tegenwoordig ‘half’ Duitsland om de koppen te zuiveren en ook in België wordt of beter werd het veel gebruikt.  Waarom WERD?
Wakkere jongens deden proeven en gaven de helft van hun duiven een spuitje (vaak samen met Catosal een vitaminepreaparaat) zodat ze konden vergelijken. Ook CX 60 bleek van duiven geen winnaars te maken zoals men gehoopt had.
Diastion. Ook een vitaminepreparaat dat vaak samen met een ‘ornithosespuit’ gegeven wordt. Heeft niets om het lijf. Furoxine:  Is al zo oud als de straat, was prima tegen darmstoornissen tot en met salmonella maar is niet meer verkrijgbaar. Wijlen Stan Raymaeckers was er een groot voorstander van. Ik zei niet onder de indruk te zijn van wat ze me te vertellen hadden, voelde dat ze me niet geloofden maar dat was niet mijn probleem.

LAATSTE VRAAG
Ik was ze inderdaad niet meegevallen maar ze wilden nog een ding weten en dan waren ze echt weg.
Ze hadden van mijn hand gelezen dat vooral in het jonge duivenspel de relatie mens duif van groot belang is.  Of ik kon zeggen wanneer je kon spreken van een goede relatie.  ‘Je doet het goed als je je duiven met een hand kunt pakken’ zei ik. De ‘kampioen’ schaterde. Met een hand pakken? Dat was een goeie. Ik had wel gevoel voor humor, die moest hij in de club vertellen. En ze stapten op.  Hoofdschuddend keek ik ze na. ‘Sukkelaars’ dacht ik.  Maar het bezoek was in zoverre zinvol geweest dat ik bijna zeker wist dat ik ze nooit meer zou zien omdat ze meer van me verwacht hadden.  Tips en geheimen dus.  Het was de 20e april 2002 en een mooie dag.  In het naburige Alphen speelde ene W.V. heel zijn club de vernieling in hoorde ik.
Geld aan duiven heeft hij in tegenstelling tot sommige clubgenoten nooit gegeven en ik weet zeker dat hij evenmin als ik de bezoekers verder had kunnen helpen wat betreft ‘de nieuwste ontwikkelingen in duivensport waar slechts weinigen van op de hoogte zouden zijn’.  Misschien is dat wel het goede nieuws van vandaag.