Ga direct naar de inhoud.

Kweek en kweken (07-01-2022)

Kweek en kweken

Als ik vergelijk hoe ik vroeger duivensport beoefende met nu dan is er heel wat veranderd. Vooral veel heilige huisjes zijn omver gegooid. Ik heb dingen afgeleerd, bijgeleerd, ontdekt en heb mijn kop gestoten.
Zo ben ik met name piepers veel jonger gaan spenen.  
En telkens weer verbaas ik me hoe vlug ze zich kunnen redden. Was vroeger een ouderdom van vier weken 'heilig', ('dicht' onder de vleugel) daar is bijna een week van af gegaan. En ik ervaar alleen maar voordelen.

VOORDELEN
- De ouders worden ontzien als ze minder lang moeten azen.  
- Je hoeft minder mest rond de schotel te verwijderen.
- De zwakkelingen, duiven waar nooit vitale wedstrijdduiven uit zullen groeien, vallen vroegtijdig door de mand.
- Jongen worden vlugger zelfstandig en 'baasvast', hechten zich meer aan de liefhebber. Dat scheelt in de latere omgang. 
Bij die pas gespeende piepers zet ik wat duivinnen, maar niet voor lang. Een enkele keer neemt er een een reeks jongen voor haar rekening. Omdat zulks volgens een bevriend dierenarts bijzonder uitputtend is worden die weg genomen zo gauw ik zie dat die meerdere jongen aast.   

Bij deze jongen had ik vanaf het begin een goed gevoel. Daarom dat de ringen werden opgeschreven en inderdaad het werden twee heel goede !!

MIJN PROBLEEM
Een probleem in vroeger jaren was hier wel het geel.
Vooral bij de kwekers. Liet ik die onderzoeken terwijl ze broedden dan was alles ok. Slechts twee weken later met jongen in het nest was vaak sprake van geel en moest gekuurd worden.
Tot ik ze niet meer liet onderzoeken en ze toch maar kuurde. Blind. Want ik wist wat onderzoek zou uit wijzen. Ik hoorde soortgelijke verhalen ook van anderen:
Dus geen geel bij broedende duiven, twee of drie weken nadien een besmetting.
Soms krijgt de dierenarts bij zo iets de volle laag.
'Een vent die er ook niets van kent.'
Die kritiek is niet terecht. Geel komt voor in veel varianten. Het uit zich niet alleen meer, zoals vroeger, met gele uitwassen in de bek, het kan zo verdoken zitten dat het zelfs bij microscopisch onderzoek amper of niet waarneembaar is.
Maar tijden veranderden. Om een of andere duistere reden werd geel steeds minder een probleem en wordt ook steeds minder gekuurd. Toch blijven opletten. Te rode keel? Draadjes in de keel? Duiven die slap aanvoelen? Het kan allemaal duiden op geel. Ook in 2021 !!  

SELECTIE

Tijdens de kweek moet je vooral streng zijn. Sukkelaars moeten er ten allen tijde uit. Waarop je met name mag letten?
- Te grote duiven. Grote duiven zie ik niet graag, TE grote duiven al helemaal niet. Ik zal best wel eens de plank misslaan maar piepers die zo groot, zwaar en log zijn dat ze nog op de vloer zitten als de rest al lang een schabje hogerop heeft bemachtigd kunnen hier vertrekken.
- Ook voor schreeuwers die bedelend andere piepers achterna blijven lopen is geen plaats.
- Bij 'het afzetten' controleer ik de bekjes. Als die zo zwak zijn dat ze dreigen te breken als je die opent kunnen ze weg, gegarandeerd zwakkelingen, duiven zonder toekomst.
- Ook in duiven met een groot 'hijgend' keelgat steek je beter geen voer, al moet je hier mee op passen. Het kan ook tijdelijk zijn. Wat je zeker niet mag doen?

Bij herhaling een heel hok kuren teneinde enkele zwakke jongen te genezen. Het leidt tot een hok duiven dat heel moeilijk vorm zal krijgen.

Vroeger werden minder gezonde beestjes hier nog wel eens ontzien als ze uit heel goede ouders kwamen. Er kwam nooit iets van terecht. De eerste selectie gebeurt dus vooral op gezondheid en daar maak je weinig fouten mee, integendeel: Veel ellende begint door het niet (tijdig) verwijderen van die eerste duif die ziek wordt.

GEEN PROBLEEM
De plaatsen van de uitgesorteerde duiven worden later ingenomen door piepers die me beter aanstaan. Het is tegen de theorie, ik weet het. Veelvuldig wordt er voor gewaarschuwd geen jongen van verschillende leeftijd op hetzelfde hok te plaatsen.
Waarschijnlijk is dat ook zo, maar ik heb geen zin hokken bij te plaatsen voor verschillende rondes.  

VOER
De eerste levensmaanden krijgen de jongen volop voer. Ik wil ze nu nog niet drillen, dresseren 'op de honger'. Heb je grote hokken dan blijf je best ook wat langer bij de duiven als je voert. Grote hokken wil vaak zeggen bangere duiven. Omdat die alle kanten uit kunnen als je ze wilt pakken.
En bange duiven terug in het gareel krijgen, daar weer tamme hanteerbare duiven van maken is een hele opgave.
Ik had de hokken al vrij klein en verkleinde de bewegingsruimte nog meer door er een latwerk in te plaatsen. Aldus kunnen ze bij wijze van spreken geen kanten uit als je ze wilt pakken. Kun je dat met èèn hand dan ben je goed bezig!
Moet je dat onverhoeds doen, men kent dat wel, de handen achter het hoofd en dan ineens, pats, boem, toeslaan, dan ben je verkeerd bezig.
Zo'n duif verliest alle vertrouwen en het is naïef te veronderstellen dat die bij aankomst van een vlucht naar jouw geroep zal luisteren.
De een moet weg kruipen als duiven van een vlucht komen, bij de ander gaan ze pas binnen als ze de baas zien. Dat zijn de echte.

DRESSUUR
In april, als de jongen zijn uitgegroeid, volgt een soort dressuur van een dag of tien.
Ze worden schraal gevoerd waardoor je ze leert binnenstormen op jouw signaal.
‘Je zien’ moet al genoeg zijn om ‘naar beneden te gaan’.
Mijn jongen stormden na de vlucht binnen, dus deed ik kennelijk toch iets goed.  
En binnenkomen wordt steeds belangrijker. De tijd dat een duif het zich kon permitteren bij thuiskomst tijd te verliezen ligt achter ons.

ALLEEN NAAM
De meesten hebben tegenwoordig naast vliegers ook kwekers. Maar anders dan sommige houd ik ook jongen van de beste vliegers en... dat zijn vaak de beste!
Trouwens, wat betekenen de woorden 'kweekhok' of 'kweekduif?'
'Kweekduiven' hebben soms als enige referentie dat een verwante duif een goede  was of van een beroemd hok kwam. Daarom begrijp ik niet goed verschillen in prijs tussen jongen van de vliegers en de kwekers'. Overigens moet je nooit paringen forceren.
Een ‘opgedrongen’ partner kàn gewoon niet motiveren als er gevlogen gaat worden. Als je echt goede hebt zal je uit vrije paringen niet meer slechte kweken dan uit koppels die ‘doordacht’ werden samengesteld.

TOT SLOT
Nog dit:
-Stel de kweek uit als de duiven niet perfect gezond zijn.
-In de 80-er jaren kreeg ik eens een standje van dr. Lemahieu. Ik moest de duiven ook in de winter een bad geven en ze niet zo vet laten worden.
Hij voelde meteen dat er in geen maanden een bad aan te pas was gekomen. Ook wilden enkele koppels niet met eieren komen: Juist ja, die moddervette duiven.  

 

Het minste wat aan jongen mankeert is al te veel. Weg er mee. Het zijn duiven zonder toekomst.