Ga direct naar de inhoud.

Altijd blijven onthouden (02-11-22)

Altijd blijven onthouden

Ooit, in de vorige eeuw, heb ik grote fond gespeeld. Met èèn duif begonnen, een zwartje dat ik ergens in West Brabant bekomen had.
West Brabant (Seenbergen, Halsteren) was in die tijd in Nederland, en wat mij betreft ook ver daar buiten, het mekka van de grote fond.
Nadien zou Limburg op vluchten van 900 km en meer de boventoon voeren, maar wel met West Brabants fondsoort, in deze eeuw zitten in Noord Holland heel goede marathonduiven. Jos Pepping, Jan Roelofs, Gebr. Brugemann en vooral Nico Volkens plaveiden de weg voor een volgende generatie. Terug naar mijn zwartje.

 VAN KORTE DUUR  
Ze was destijds als enige mee naar Bergerac en won toch wel de 1e prijs zeker. Ik meen tegen zo’n 90 duiven. Ze waren in de namiddag gelost met wind mee, het zwartje arriveerde de volgende morgen rond 9.00 u.
Ik zie ze nog aankomen, de kick die het geeft een duif van een 1.000 km vlucht aan te zien komen is amper in woorden uit te drukken. Het is vooral een gevoel van heel veel respect dat je zelf mee gemaakt moet hebben om het te kennen.
Ze was ook Nationaal gedubbeld en ik keek uit naar de Nationale uitslag als een kind naar Sinterklaas.
Stel je voor, mijn naam op de uitslag van een nationaal concours. Toen viel de uitslag in de bus, maar hoe ik ook zocht, ik kon ‘het zwartje’ nergens vinden. Wat een koude douche. Nou presteer je eens iets en word je vergeten. Voor de laatste keer ging ik de prijzen eens langs, begon bij 500e prijs en zo naar voor, maar noppes.
Mijn naam niet te vinden, de ring van het zwartje niet te vinden. Tot nadien een fondspeler er op wees dat ze prijs 700 en zoveel gewonnen had. 
Overwegende dat er zo’n 30.000 duiven in concours stonden was dat niet eens zo laat. Het was de dag dat ik leerde veel respect te hebben voor duiven en liefhebbers die zich op zo’n vlucht bij de eerste 100 Nationaal klasseren.

VLAAMSE DUIF   
Het was ook in die tijd dat ik geregeld met Harrie van Boxmeer Vlaanderen in reed. Vooral bij Oscar Verstichelt (Nazareth) hadden we goede aard. Toen we er eens op het zolderhok stonden, Harrie wilde er kopen, viel mijn oog op een geschelpt doffertje. Is er een uit onze ‘Gouden Vleugel’ zei Oscar, wat dat ook mocht betekenen, ‘heb je er zin in?’
 De dag nadien zat die in Baarle Nassau. Ik kweekte er een jong uit en tot mijn grote verbazing wist die op een harde HaFovlucht mijn duiven te kloppen. En zonder op te willen scheppen, dat wilde in die tijd heel wat zeggen. Het was  bij zwaar weer, die duif kon niet per toeval boven mijn hok uit gekomen zijn. Eindelijk weer nieuw bloed waarmee ik vooruit kon. Dacht ik.

WOUNDED KNEE 
Maar het lot was me niet gunstig gezind. De vlucht nadien alles vlot thuis, behalve de ‘75’, dat jong uit die Verstichelt doffer. Die arriveerde ’s avonds, maar in plaats van blij te zijn, betrok mijn gezicht. Hij viel languit op de valplank, steunend op beide vleugels struikelde hij naar binnen. Zwaar gekwetst, zo veel was duidelijk.
 Ik bekeek de schade en schrok. Die was reddeloos verloren. Ik zette hem in een doos en zou hem later uit zijn lijden verlossen.
Twee dagen verstreken tot mijn zoon me enigszins verontwaardigd toesprak. Hij had wat gekras gehoord, dacht eerst aan een rat, maar dat geluid kwam uit een doos. En daarin zat een duif.
Ik trok wit weg. Toch vergeten die ‘75’ uit zijn lijden te verlossen zeker. Enfin, het was goed kermis in huis. Ik moest die duif laten leven. Omdat het een tegen allen was zette ik hem moedeloos terug in zijn broedbak met wat eten en  drinken. En zowaar, na een week begon hij soms  al recht te staan. En na een maand durfde ik hem al los op het hok te laten.

VERKERK   
Een paar jaar verstreken en toen kwam Bas Verkerk op bezoek. Bas was net naam aan het maken, puur prestatief wàs hij al een grote. En als ‘groten’ duiven van je willen voelt dat goed. Een soort erkenning. Je hebt iets bereikt.
En de toen nog jonge maar al beroemde Bas wilde inderdaad wat duiven kopen. ‘En wat voor soort is deze?’ vroeg hij en wees naar een piepertje.
‘De grootvader komt nog van ene Oscar Verstichelt uit Nazareth en verder is het een lang verhaal’, antwoordde ik. Het jong uit de duif die ‘per ongeluk’ was blijven leven, zou de naam ‘Bubbels’ krijgen, stamduif op het wereldberoemde hok Verkerk. Moeder, grootmoeder en overgrootmoeder van talrijke NPO winnaars en Asduiven. Hoe kleine dingen grote gevolgen kunnen hebben.   

NIETS WAARD
In duivensport, vooral in de handel, is elk tijdperk wel een of andere naam in de mode. Moet je nu Kittel soort of rode v d Bulckduiven hebben om onder de mensen te komen, in de vorige eeuw waren dat de ‘Janssens’. Klak kon ook. Dat was immers het ‘bijhuis’ van de broers uit Arendonk. En insiders weten, die was niet zo op geld belust als de mannekes.
Omdat Jos vond dat je pas kon zeggen dat je goede had als al je duiven het in zich hadden goede te geven hanteerde hij èèn prijs.
Of het nu jongen waren uit zijn beroemde ‘613’ of uit andere maakte voor hem geen verschil. Indertijd was Piet van der Loo uit Vlijmen goed bezig met zijn Fonske Jacobs duiven (Sint Gillis Waas).
Fonske was een ‘vitesser’ maar met deze ‘vitesse soort’ terroriseerde ene William Geerts destijds Union Antwerpen op de HaFo. Dat soort wilde Piet ook. Nu nog duiven om mee te kruisen en welke waren daarvoor beter dan de Janssens?
 Zo belandde Piet bij Klak. Er werden 4 duiven apart gezet, ‘dat is dan 2.000 gulden’ aldus Klak. Die zag Piet bedenkelijk kijken en ging door: ‘Inderdaad heel wat geld, en dan is het nog goed mogelijk dat het vier slechte zijn.’ Piet wist niet waar hij moest kijken, maar Klak kon dit zeggen. Men stond immers aan te schuiven voor zijn duiven.

SLIMME BELG?
Nu de naam ‘Janssen’ toch gevallen is, wie ook goede had was Gust Janssen, de kweker van de Olympiade 003 (Heremans).
Uiteraard had ik ook duiven van Gust en op diens naam stuitte een Belgische makelaar toen die hier eens duiven kwam halen.
Toen hij wat beter naar de stamkaarten keek klikte hij met zijn tong. ‘Ben jij nu Nederlander of Belg want dat is me nooit goed duidelijk.’
‘Nederlander’, zei ik. Hij: ‘Dan val je me niet mee, jongen. Ik dacht dat Nederlanders slimmer waren.’ Hij wees naar de naam ‘Gust Janssen’ op een van de stamkaarten en toen: ‘Je bent een dief van je eigen portemonnee. Wat jij moet doen is dat woord ‘Gust’ weg laten. Dan zal je de Chinezen uit je haar moeten kammen’. ‘In welk haar’ dacht ik en streek behoedzaam over mijn bijna kale schedel.