Ga direct naar de inhoud.

Gehoord en gelezen (02-11-22)

Gehoord en gelezen

Vanwege een ramp op het duivenhok, want dat was het, had ik geen zin meer in duiven, laat staan er over te lezen. Maar inmiddels is veel ‘lees schade’   ingehaald. En al lezende vielen een aantal zaken (opnieuw!) op.

WAT EEN ZOMER
Wat we bijna als vanzelfsprekend waren gaan beschouwen, maar wat het zeker niet is, is prachtig weer. Mooi mee genomen in een sport waarin het weer zo’n bepalende rol speelt. Amper uitgestelde lossingen, op vliegdagen zelden regen, weinig bewolking met vaak tegenwind.
Vanzelfsprekend gevolg was veel eenzijdige wedstrijden met vaak dezelfde winnaars met dikwijls indrukwekkende prijspercentages. Dat heeft minder te betekenen als mensen met weinig duiven spelen, maar des te meer als sportgenoten met veel duiven mee enorm goed of enorm slecht spelen.
Zeer hoge prijspercentages van zulke ‘groten’ heeft als vanzelfsprekend gevolg dat veel anderen amper of helemaal niet op de uitslag komen. En wat dàt weer als  gevolg heeft kan men raden.
Het is als met geldspel. Het (vele) geld dat sommigen winnen komt van sportgenoten.  

ONVERKLAARBAAR  
Nu
staat fraai weer niet garant voor fraaie concoursen. Neem Isnes in Oost Brabant, de laatste zondag van augustus. Betere vliegomstandigheden waren amper denkbaar, maar toch duurde dit vluchtje in sommige samenspelen bijna 2 uur. En dat voor een afstand van niet veel meer dan 100 km. Toch niet te vatten?
Zo hadden ze in Turnhout eens een lapvlucht uit Vilvoorde, amper 60 km. Ondanks het mooie weer ook rampzalig.  
Wat ook verbaast is de telkens terug kerende lange concoursduur in het Noorden van Nederland. Een aantal jaren terug had men in Zuid Nederland een vliegende tart van het seizoen. Waar ik woon duurde van de eerste 6 vluchten geen enkel concours langer dan 7 minuten. In het noorden des lands was de prijsduur nergens korter dan 11 minuten. Als je daar niet woont ben je geneigd te denken aan kwaliteit. Of beter, gebrek daar aan. Maar daar legt men zich meer toe op fond en dan is er nog iets.  

OPPASSEN
In de 90-er jaren had ik redelijk wat contacten met liefhebbers uit Oost Brabant, met name met Klak waar ik drie jaar de duiven ben gaan klokken, toen dat nog manueel gebeurde. Dat kon omdat wij op zaterdag speelden, hij op zondag.
Door elektronisch klokken heeft hij 3 jaar langer met duiven kunnen spelen, maar dat terzijde. Wat ik wil zeggen is dat Klak zich, met andere Oost Brabanders, steeds weer verbaasde over het veel vlottere verloop van de concoursen in Midden  Brabant, West Brabant en Zeeland. Wat Orleans jonge duiven betreft waren de verschillen zelfs gênant, maar dat was te verklaren: Een heel karig vliegprogramma voor jongen daar. Zo ver kwam het dat men zich afscheidde van de toenmalige ZNB (Zuid Nederlands Bond).
In Midden Brabant wist men het wel: ‘Die zielenpoten moeten zorgen dat ze betere duiven krijgen.’ Het was in de jaren dat tegen ene Jos Leuris in Midden Brabant amper te vliegen was. Jos kwam helaas jong te overlijden en wat bleek bij de verkoop van diens stuntduiven?
Die stamden van duiven die hij in Oost Brabant had gehaald. Met name bij van Gompel en B v d Brandt. Wat ik wil zeggen is dat er mogelijk meer is dan verschil in kwaliteit en weer dat verschil in verloop verklaart.    

ONZEKER  
Je hebt ‘zekere mensen’ en mensen die over zowat alles twijfelen. In duivensport zijn het vaak de kampioenen die twijfelen. Zo kon je lezen over twee bekende namen die twijfelden aan het nut van bij lichten einde seizoen. Ik denk ook dat dat sterk overdreven wordt. Dat dat bij lichten misschien wel overbodig is. Dienaangaande is het wachten op de man die slechts de helft van zijn jongen bij licht en ons zegt of er verschillen waren in prestaties.   
Verliezen van jongen is nog zo iets. Is het een goede selectie vraagt Michel V zich af. Met andere woorden, zijn het de slechte(re) duiven die verloren gaan en ergens binnen lopen? Hier moet je absoluut niet twijfelen. Hoe vaak immers lees je niet  over een stamduif, de basisduif van een kampioen dus, die als jonge duif verloren ging en werd opgehaald?

VOEREN  
Andre Roodhooft, op de kleine fond ijzer sterk, beweert geen verstand te hebben van voeren. Hier is er nog zo een. Denk ook dat daar door velen te veel belang aan wordt gehecht en kennelijk ben ik niet de enige. Je leest immers steeds meer over liefhebbers die een heel jaar dezelfde mengeling geven, sommigen zelfs volle bak. Wat je kan doen als je onzeker bent is op het instinct van de duif vertrouwen: Ruim voeren en na een tijdje het overschot weg halen.

SUPER
Van in de tijd dat er meerdere duivenkranten waren herinner ik me hoe sommige schrijvers afgunstig waren op presterende collegae. Die werden, hoe goed ze ook speelden genegeerd of, erger nog, ‘the usual suspect’.
‘Doping’ was met name een geliefde stok om mee uit te halen richting sterke spelers.  
Nederlandse Kees Bosua leek wel een uitzondering, die kende geen greintje jaloezie.
Een paar jaar terug zag Kees het niet meer zitten, tot verbazing van velen stopte hij met de sport, maar niet voor lang. Dat veroorzaakte zo’n leegte in zijn leven dat hij terug begon. Nu samen met zijn broer. Het eerste jaar terug duiven en ze hadden op korte tijd twee maal de snelste duif van heel de provincie Zuid Holland. Dan mag je denken aan 17.711 duiven of zo.     

MICHEL
Een onderwerp dat mij altijd boeide was de koers van de duiven op weg naar huis. Heb ooit twee jaar met 2 of 3 duiven overnacht gespeeld en vroeg me dan ’s avonds,  en soms zelfs ’s nachts, af waar die overnachtten. Als nu een goede de dag na lossing nog niet thuis is wordt ik soms geplaagd door dezelfde vraag: ‘Waar zou die zitten?’ De koers van de duif op weg naar huis boeide ook Michel Beekman. Nu men die kan volgen met zgn. ‘gps ringen’ ging hij aan de slag en liet ons delen in zijn ervaringen. Hij liet niet alleen zien welk traject (sommige) duiven op weg naar huis hadden afgelegd, maar ook de snelheid, de vlieghoogte, aantal (te veel) gevlogen kilometers en eventuele (rust)pauzes.

UITZONDERING
Wat bleek? Zowat alle duiven wijken op hun thuisreis af naar het westen.
Ik heb veel tracks (koers van de duiven) gezien maar nog nooit een waarbij duiven als afgeschoten, in kaarsrechte lijn, recht naar huis vliegen. En elk verlies van tijd, bijvoorbeeld door traag vertrek na lossing of door de kromming die ze maken is in het voordeel van de overvlucht.
Ondervond dat liefhebbers die zelf in de overvlucht spelen het daar niet mee eens zijn. Maar, beste mensen, dat is geen aanname maar een feit.