Ga direct naar de inhoud.

Nog wat fautjes (03-11-22)

Nog wat fautjes

Liefhebbers die hard spelen worden er soms van verdacht veel van duiven te kennen, Dat geldt ook voor mensen die over duiven schrijven.
Je moet dat toch wat relativeren. Want geloof me, zelfs de grootste kampioen kan geen vorm afdwingen. Ook hem kan het overkomen dat hij met de handen in het haar vertwijfeld zijn trainende duiven staat gade te slaan omdat die niet trainen zoals hij zou willen. Hij vraagt zich af wat hij fout kan hebben gedaan en wat te doen.

EEN BEETJE
Laten we zo zeggen: De ‘kampioenen’ kennen een beetje van duiven.
Wat de eeuwige verliezers typeert is dat ze dezelfde fouten blijven maken. Soms kleine, op het oog onnozele fouten, maar die kunnen grote gevolgen hebben.
Eigenlijk is dat niet anders dan normaal en kan je ze dat niet kwalijk nemen. Voor zowat alle sporten en hobby’s zijn er cursussen voor beginners en soms ook gevorderden. Maar duivensport is anders. Daarin bestaan geen cursussen voor beginners. Die worden meteen in het diepe gegooid en moeten het vanaf de eerste dag opnemen tegen de doorwinterde prof. En is hij ook overgeleverd aan zo veel leugens in misleidende reclame voor duiven en producten voor duiven.
Zelden wordt ze een helpende hand geboden. 

GRIT
Neem nu Jan. Het is al weer lang geleden maar ik weet nog dat bij hem voor de derde keer binnen een jaar een duif door zijn poten zakte.
Zo iets kan, maar geen drie keer binnen een jaar.
Ik vroeg hem of hij zijn duiven wel grit gaf.
‘Natuurlijk deed hij dat.’ Maar toen ik eens bij hem op bezoek was werd veel duidelijk. Jan ging naar het duivenhok en kwam er uit met in zijn handen een bakje vol grit.
Jan: ‘Ik geen grit geven? Kijk hier maar eens. Probleem is dat mijn duiven het niet lusten. Dit bakje zit nog even vol als weken, zelfs maanden terug.’
Weer een die het niet snapt ging het door me heen en ik zei: ‘Je moet dat bakje eens  leeg kieperen op die stoep voor je hok als regen wordt voorspeld. Na de regen moet je je duiven los laten en zien wat er gebeurt.’   
Een tijdje nadien zag ik hem weer. Hij was verdacht vriendelijk. De duiven hadden zich op het grit gestort als de apostel Paulus op de Korintiërs.

UITGELEGD
Toen heb ik hem verteld over wat elk duivenliefhebber eigenlijk zou moeten weten. Over de heel miniem kleine stofdeeltjes die duiven verspreiden, wat goed te zien is als zonnestralen het hok binnen vallen.
Of als je met je vinger over de bovenkant van een vals plafond gaat. Die stofdeeltjes  hechten zich aan alles, ook aan grit in een bakje en dan lusten duiven het niet meer. Zo simpel is het. Grit is belangrijk, maar dat hoort dus niet op een hok. Gewoon twee of drie keer per week een heel klein beetje ‘vers’ geven en ze eten het wel.  

GEZEGDE
Soms hoor je mensen zeggen ‘wat een boer niet kent eet hij niet’. Je zou dat ook kunnen zeggen over duiven. Vaak vertikken die het immers iets te eten was ze niet kennen. Denk aan kaas, kattenkorrel, pinda’s enzovoorts. Hebben ze er enkele keren van geproefd dan verslinden ze het.  
‘Mijn duiven lusten het niet’ hoor je soms ook over mineralenpoeder. Flauwe kul. Als je het goed toedient moet je oppassen dat ze er niet te veel van pikken! ‘Goed toedienen’ wil zeggen vers en droog.
Ook hier geldt; kleine beetjes geven en vaak verversen. Twee dagen op het hok laten staan is bij vochtig weer al te veel. Wat je wel kan doen is zo’n potje met mineralen poeder op een verwarmingselement plaatsen. Zoals die onderzetsels die gebruikt worden om bevriezen van drinkwater te voorkomen.

TRAINEN
Wedstrijdduiven moeten trainen. Maar dat gebeurt bij sommigen zo dwangmatig dat ze met niets rekening houden.
Bij hen MOETEN ze dagelijks een uur of zo ‘in de lucht hangen’. Ook bij bloedheet weer en ’s avonds laat als het regent.
Overdrijven is verkeerd. Dat doen liefhebbers die niet verder na denken, die, als ze in gaan korven hun manden zuchtend en hijgend in volle zon zetten.
’s Avonds bij regen trainen heeft als gevolg dat duiven nat de nacht in gaan en omdat ze dan, in het donker, niet bewegen zullen ze nat blijven. Een perfecte manier om ze te ontregelen.

GEEN BAD 
Zo was er ook die liefhebber die zijn duiven nooit een bad gaf. ‘Was bij hem niet nodig.’ Hij dompelde ze zèlf in lauw water en dan kregen ze nog een massage toe.  
De man bedoelde het goed, maar wat hij zich niet realiseerde was dat het beoogde doel zo niet wordt bereikt. Duiven zullen, als ze spontaan een bad nemen, de pluimen ‘op zetten’.  Als de liefhebber ze in water dompelt gebeurt dat niet en komt  het water niet waar het moet zijn.   

OOK ZINLOOS
Velen vragen zich af of vragen anderen of ze in de ruitijd iets kunnen doen om de duiven te ondersteunen.
Ik speel al een halve eeuw met duiven en heb dat nooit gedaan. De rui is een natuurlijk proces dat vanzelf intreedt door korter wordende dagen waarbij gezonde duiven het kunnen stellen zonder hulp.
Wat mag, als je het niet kunt laten supplementen te geven, is Sedochol. Het zal de duiven niet schaden en dat geldt evenzeer voor thee, knoflook, vitamines, azijn enzovoorts als het met mate gegeven wordt.
Soms lees je iets in de geest van ‘maandag knoflook, dinsdag Sedochol, woensdag thee’ enzovoorts.  Als dat spul al zin heeft is dat zeker niet het geval als je het EEN  dag in de week geeft. Beter is een soort kuur van ongeveer een week. Maar of je er ook maar een prijs meer om zal winnen?.

TRICHOMONIASE
Trichomoniase is wat omstreden. Zelfs dierenartsen en de grootste kampioenen verschillen van mening hoe er mee om te gaan. Ook omdat het niet meer de gevreesde plaag is van vroeger toen werd gevreesd voor een dermate grote resistentie dat het onbeheersbaar werd.
Nu zijn er liefhebbers die al helemaal niet meer kuren. Soms op advies van de dierenarts. Toch maar oppassen, mensen.
Wij kuren een keer per jaar, voor het seizoen en dan een week lang. Of je ze niet beter een tablet of pil op kan steken?
Het lijkt van niet. Na een kuur zullen ze veel langer ‘geel vrij’ blijven dan na het opsteken van een pil. 

THEE
En thee dan? Ach thee. Lemahieu zei het ooit treffend: ‘Laat ze maar thee geven. Dan doen ze tenminste geen medicijnen in het water.’

 

‘Zulke potjes met grit of mineralen in een hoekje op het hok? Helemaal verkeerd. Er wordt al gauw niet meer van gegeten en dan staan ze nog enkel stof te vergaren.