Ga direct naar de inhoud.

Toch leerzaam (03-11-22)

Toch leerzaam

 De meeste zijn het weer zo goed als vergeten maar in 2020 kon pas op 13 juni, na enkele leervluchten, overal in Nederland en België, officieel gestart worden voor een  gedenkwaardig vliegseizoen 2020.

 MEEVALLER

Vooral in Zuid Nederland zaten nogal wat liefhebbers met een probleem. Zeker zij die tegen de Belgische grens woonden. België gaf geen toestemming er te lossen voor lapvluchten of vitessevluchten. Geen probleem voor liefhebbers uit Noord Nederland, die hoefden België nog niet in om aan aanvaarbare afstanden te kunnen vliegen. Voor Zuid Nederlanders lag dat anders. Natuurlijk, ze konden naar het oosten, maar daar hebben sommigen slechte ervaringen mee en ze pasten.
Toen kwam de eerste vlucht uit de gebruikelijke richting, België moest worden ‘over geslagen’, maar duiven zonder voorafrichting ineens op ongeveer 250 km kon dat wel? Hoewel liefhebbers uit Oost Europa me hadden gerust gesteld had ik ook mijn twijfels. Het bleek geen enkele probleem. Of die vluchten ook vlot verlopen zouden zijn met stevige tegenwind zullen we nooit weten.

 ZUIDOOSTENWIND

Het was bijna windstil die 13e juni, maar dat beetje wind dat er was was Zuid Oost en mogelijk weten sommigen hoe ik over die wind denk. En hoe weinig wind er ook stond, deed die zich wel degelijk gelden op de uitslagen. In Zeeland en Zuid Holland vielen de vroegste duiven aan zee. In Nederland (Brabant 2000, boven Antwerpen) een fantastische uitslag van R v Tilburg in het meest oostelijk gelegen Rayon. Voor zijn eerste duif klokte Huijsmans, het meest westelijk gelegen er alleen 20. In Antwerpen eenzelfde verhaal.
Een duif in het uiterste westen van Guy v d Auwera maakte er de grootste snelheid 1.469,75 mpm. De winnaar in het meest oostelijk gelegen samenspel, maakte 1.407 mpm.
Omdat het weer zo mooi was en de wind zo kalm vielen de duiven vlot. Zo vielen  een liefhebber in Zuid Nederland 2 duiven tegelijk, een tuimelde van het smalle valplankje, werd daardoor 9 seconden later geregistreerd. Dat scheelde 45 prijzen!

DE GROTEN

De kop van het vliegseizoen was er af, zij het met flinke vertraging.
De gekende namen staan al meteen van voor kon men in dit blad lezen. De uitslagen overziende klopte dat ook.
Maar wat zag men als men wat beter keek? Die mannen hadden bijna zonder uitzondering erg veel duiven mee. Omdat veel Belgen, ik wees daar eerder op, de Nederlanders achterna gaan, moet men dat ‘erg veel’ anders gaan interpreteren dan vroeger. 25 Duiven in concours was toen erg veel. Nu moet je bij ‘erg veel’ al gauw denken aan 100 duiven of meer en ben je met 25 een gewone. Maar er viel nog iets op. Die prijspercentages van die blikvangers met veel duiven mee vielen niet mee. Weinig met 65% of meer prijs.
B Steveninck Hamme (met 54 op 76) was een van de uitzonderingen.

WIM

Bij het lezen van uitslagen moet je zo oppassen omdat je meestal onbewust maar soms ook bewust op het verkeerde been wordt gezet.
Men maakt geen melding van het aantal ingezette duiven of men vermeldt prijspercentages terwijl 1 op 2 werd gespeeld. Zulke verslagen snel vergeten omdat ze amper betekenis hebben.
Meestal zijn het alleen de vroege duiven die aandacht krijgen maar wat voor betekenis hebben die als meer dan 100 duiven werden gespeeld. Zelf lees ik geen overzichten meer, ook geen reportages, waarin niet wordt vermeld hoeveel duiven de liefhebber in kwestie mee had en hoeveel prijzen hij won.
Anderzijds, verdienen mannen die heel veel duiven spelen en daarmee heel veel prijzen winnen dubbel respect. Als ik iets te vertellen had (sommigen zullen blij zijn dat dat niet zo is) zou ik verbieden dat er ook maar een uitslag in de publiciteit kwam waarin niet zou staan met hoeveel duiven werd gespeeld. Transparant heet dat.  

 LEZEN

Op Internet zit ik niet veel (meer) maar uitslagen in De Duif worden soms wat nader bekeken. Daarbij vielen vaak de prestaties van Dirk van Dijck op. Dirk was een echte sportman bij wie geldelijk gewin door de verkoop van ondergeschikt belang is.
Hij presteert buitengewoon op HaFo, maar ook op Noyon en Quievrain is hij de te kloppen man. Dat zowel met oude, jaarlingen maar ook jongen. En de kleine fond dan? Dirk zou daar ook graag in uitblinken, hij speelt er ook redelijk goed, maar in deze discipline zijn er betere.
Waarom hij niet uitblinkt is geen kwestie van duiven die het niet aan kunnen, maar een baas die te graag alles speelt.
Ik had het er eens over met een heel vooraanstaand kampioen: ‘Als Dirk de rest zou laten schieten en zich alleen toe leggen op de kleine fond, de nationals dus, zou hij ook daar amper te kloppen zijn.

 JOS EN HERMAN 

Als er een gouden speld uitgereikt zou worden gebaseerd op prestaties door de jaren heen zou Jos v d Veken bij mij hoog scoren. Zich onderscheiden, of liever nog, de boel overhoop spelen, doet hij al tientallen jaren, of het nu vitesse of Hafo betreft maakt geen verschil.
Bij zowat iedereen gaan de prestaties omlaag als de leeftijd gaat tellen. Mensen worden makkelijker en gaan meer relativeren. Bij Jos dus niet. Hij is inmiddels even in de 80 maar nog even gedreven als in zijn jongere jaren en minstens even goed.
En wat mij persoonlijk ook aanspreekt?
Jos kwam niet aan die goede duiven door een rijke (schoon)vader die hem op het paard hielp, integendeel. Met een minimum aan uitgaven wist hij zich te plaatsen waar zo weinig plaats is: Aan de absolute top en dat bijna een halve eeuw lang.
Misschien wat slimmer dan de meeste van ons?

Herman Calon Zeeland is nog zo iemand op wie geen sleet lijkt te komen. Knap hoe die 80-ers (zo zijn er trouwens meer) stand houden tegen een aanstormende generatie. 

DUS

De late start in 2020 leerde dus dat je gerust op 200 km kan starten bij mooi weer.  De start in 2022 toonde ons persoonlijk nogmaals dat met gezonde duiven veel kan. In Antwerpen bijvoorbeeld van Quievrain naar HaFo en Noyon overslaan. Ofwel van 130 naar 330 km. Mag zelfs met gezonde jongen geen probleem zijn.