Ga direct naar de inhoud.

Anders en meedogenloos

Vroeger speelde ik graag fond.

Dat was toen we nog met jongen uit Bourges en Chateauroux konden spelen, lang geleden dus.

Nu volg ik het nog een beetje maar heb zeker niet die kennis van bijvoorbeeld A v G.

Als sprake is van uitzonderlijke prestaties wekt fond echter wel mijn interesse.

Zo zijn in Belgie Limbourg, Peiren en Hebberechts absolute top.

Toen W de Bruyn en ik eens bij Chris Hebberechts op bezoek waren maakten drie dingen indruk.

De duiven, hun gezondheid en Chris als mens.

Want hebben andere kampioenen alleen maar supers als je ze moet geloven, toen we hem vroegen naar zijn beste kweekkoppel antwoordde hij 'een echt super kweekkoppel heb ik niet'.

Nu wil ik het echter hebben over Noel Peiren.

 

NOEL PEIREN

Noel en vader George bouwden hun stam op met nazaten van het beste wat er ooit onder de Belgische hemel gevlogen heeft.

Die oude namen weet U wel waar Piet de Weerd zo heerlijk over kon schrijven zoals Vanbruane, Debou, Horemans, Vander Espt, Cobut, Bostijn, Van Spitail, Imbrechts, Gilmont, 'onze' Van der Wegen alsmede duiven van volslagen onbekende liefhebbers zoals Dhooge en Rijheul.

In 1982 en in 1983 al was hij Kampioen van Belgi' en daarom is het niet vreemd dat mannen als Florizoone, Bolle, Vandenabeele en Devooght er aanklopten om duiven.

En wat te denken van onze eigen 'Saarloos?'

Diens 'Wondere Peiren' won op een jaar drie prijzen bij de eerste 12 Nationaal wat hem de titel Wereldkampioen in de Versele Laga competitie bezorgde.

 

2004

Voor Peiren zijn duiven kan het niet ver en zwaar genoeg zijn dus wordt met name het vizier gericht op Barcelona.

Zo ook in 2004.

Natuurlijk moeten ook fondmannen hun duiven 'in vliegen' en voor Peiren was Bourges in 2004 zo'n 'invliegvluchtje'.

En wat dacht je?

Waar duizenden alles hadden afgestemd op 'Bourges 1' won hij glansrijk en tot eigen verbazing de 1e prijs Nationaal tegen 23.667 duiven en dat met stevige wind mee (ruim 1.500 mpm).

Dus een pure fondduif vloerde van redelijk korte afstand met poepkeswind een hele natie. Ik schrijf vaker dat een goede het ook met wind mee moet kunnen en mijn tragiek is dat ik ooit wel eens gelijk heb.

De week na die Bourges gebeurde een ECHT mirakel.

Brives stond op de menukaart en ups' Peiren won opnieuw de 1e nationaal maar nu met zwaar weer (ruim 1.150 mpm) tegen 19.487 duiven.

 

NOOIT GEBEURD

Iemand die op een week tijd 2 maal de 1e prijs Nationaal won tegen zo'n immense deelname was in Belgi' nog nooit vertoond.

Het deed denken aan de stunt van Tuurke Laflere die in hetzelfde jaar Nationaal Brives en Limoges won, wel niet op een week tijd maar wel met dezelfde duif!

Peiren is, zoals de meeste grote kampioenen, weinig spraakzaam maar wil wel kwijt dat hij zijn uitslag van Bordeaux 'straffer' vond.

Daarvan won hij 12 prijzen op 14 en dat is volgens hem pas echt met duiven spelen.

Als je zo lang zo goed speelt als hij spreekt voor zich dat je met een vakman te doen hebt maar in dit geval wel een die anders is.

 

VOORBEREIDING

De voorbereiding op het seizoen begint in de winter.

Dan wordt stevig gekuurd tegen 'de kwaal van deze tijd', de zogenaamde 'kopziektes'. Die kuur gebeurt niet met medicijnen maar' met zuurstof wat wil zeggen dat de duiven heel de winter OPEN HOK krijgen tot het voorjaar dat volgt.

Geleerd van Mencke Haelterman die volgens hem de eerste waren die ruim 25 jaar terug het systeem van 's winters buiten sluiten toe pasten.

Die zuurstofkuur verklaart volgens hem waarom zijn duiven een heel jaar glad zitten en blinken.

We moeten hier wel de kanttekening plaatsen dat die kuur niet zo goedkoop is als lijkt omdat elke winter duiven door de roofvogel worden opgepeuzeld.

Daar staat weer tegenover dat hij zich bezoeken aan de dierenarts bespaart.

Na de laatste vlucht (Perpignan) mogen de duiven 2 maal 8 dagen op eieren komen, na deze dubbele bloedperiode blijven ze tot 1 oktober samen waarna ze dus van 9.00 uur tot 15.00 uur worden buitengesloten!

Merkwaardig is dus dat vliegduiven NOOIT jongen groot mogen brengen, niet voor en niet na het seizoen.

 

SPAREN

Wordt het zo'n beetje mode duiven intens te spelen, wat de zware fond betreft is dat volgens Peiren helemaal verkeerd.

Aanvankelijk gaan de duiven om de twee weken de mand in, eens dat ze ingevlogen zijn krijgen ze 3 weken (of meer) rust tussen twee wedstrijden.

Dat heeft hij weer geleerd van Vereecke die hem altijd bezwoer 'als je een 1e prijs nationaal wilt winnen op de zware fond zal dat bijna zeker zijn met een duif die lang heeft mogen rusten'.

Jaarlingen en zelfs tweejaarse die hem aanstaan komen op het jonge duivenhok, die worden enkel getraind en pas als driejaarse kunnen ze vol aan de bak.

Zijn bij de meeste de duiven dan 'op' bij hem begint dan pas hun loopbaan.

Door er zo zuinig mee om te gaan krijg je wel duiven die op zes en zelfs zevenjarige leeftijd nog speelbaar zijn.

 

GOEDE

Wat voeren betreft handelt Peiren zoals steeds meer kampioenen dat doen.

Een heel jaar dezelfde mengeling.

Trainen aan huis?

Opvoeren?

Bijproducten zoals thee en biergist?

Tonen voor het vertrek?

Alles heeft hij geprobeerd om tot de conclusie te komen dat het allemaal van geen belang is. Zo wordt voor het vertrek niet alleen niet getoond, zelfs de schotel wordt niet omgedraaid. Hij zou in Baarle Nassau kunnen wonen.

Voor Peiren telt maar een ding, goede duiven.

En hoe krijg je die? Door heel streng te selecteren.

Duiven die 2 maal achter elkaar missen kunnen vertrekken, de kans dat een goede verwijderd wordt is te verwaarlozen.

Ook korte geblokte duiven vliegen er uit. Hij heeft ze liever wat langer.

 

NOG DIT

Een hulpmiddel jongen te selecteren is die vrij laten als Nederlandse wedstrijdduiven over komen. Die worden meegezogen, soms komt het gros pas tegen de avond terug, er gaan er ook verloren maar elke duif die niet terugkomst is volgens hem winst. En sommigen hier maar jammeren over kruislossingen.

Hij maakt zich wel zorgen om de toekomst van de sport en daaraan hebben we volgens hem allemaal schuld doordat we de kleine beginnende liefhebber met zijn paar duifjes in de kou laten staan.

Mega hokken die met het 60e getekende een eerste prijs winnen komen te nadrukkelijk in beeld, de man die met amper een handvol duiven speelt krijgt geen aandacht.

Tot daar een korte kennismaking met een van de beste fondspelers van Belgie.

Volgens sommigen DE beste.