Ga direct naar de inhoud.

De Jef

In deze tijd hebben velen geselecteerd, anderen moeten dat nog doen.

Dat zijn dan veelal mensen die hun jongen eerst uit willen laten ruien.

Een gedegen selectie is het grootste geheim van de kampioenen maar is voor velen een probleem omdat soms hartverscheurende keuzes moeten worden gemaakt.

 

PROBLEEM

- Wat te doen als je moet kiezen tussen die jonge duif die niet om aan te zien is maar flink presteerde of die duif uit zeer goede ouders die niets liet zien?

- Welke jonge duif te kiezen, die welke steeds paraat was maar geen kop vloog of die duif die vaak haar prijs miste maar enkele keren kop vloog?

- Welke moet er uit, die oogstrelend mooie broer van je beste die onregelmatig vloog of dat bijgehaald jong dat niet goed in de hand ligt maar wel presteerde?

- En wat te doen met dat jong dat steeds vroeg was met helder weer en tegenwind, ('weer voor de goede'), maar haar kat stuurde bij wind mee?

- Hoe te werk gaan als je jongen geen van allen presteerden omdat je ze niet gezond had, iets wat je de laatste jaren steeds vaker ziet?

 

GEEN PROBLEEM

Oude is een ander verhaal.

Niets eenvoudiger dan die te selecteren. Dat moeten goede zijn of weg. Afkomst en uiterlijk tellen niet.

Nu ken ik ook die voorbeelden van duiven die pas als 2-jarige uit de verf kwamen maar daar mag je je niet aan vast klampen. Dat zijn uitzonderingen.

Velen komen er nooit omdat ze zulke te veel krediet geven, vaak vanwege de afkomst.

Over jongen die moeite hebben gezond te blijven moet je ook niet lang nadenken.

Weg!

Even snel als duiven met harde droge pluimen! Je kent dat wel, je hoort het bijna als je van zulke de vleugel opent en de pennen breken makkelijk.

Niks mee aan te vangen.

Goede duiven zijn er in allerlei soorten. Lange, korte, grote, kleine, diepe.

Maar goede met harde droge pluimen zijn er niet, een enkele pure vitesseduif buiten beschouwing gelaten.

Duiven die vanaf 400 kilometer presteren zijn zacht en goed gebouwd.

 

DE JEF

Ik ga U vertellen hoe ik te werk ging bij, laat ik hem Jef noemen.

Die had gevraagd of ik zijn duiven wilde sorteren.

Ik kreeg hem niet aan het verstand gebracht dat ik van duiven even weinig kende als een varken van piano spelen.

Dat ik wel wist hoe een slechte duif er uitzag maar dat ik er de goede evenmin uit kon halen als de grootste kampioenen.

Dat de vele tientallen jongen die die kampioenen jaarlijks rond hebben vliegen het levende bewijs zijn van hun onkunde.

Dat datgene wat we zoeken niet te zien is, maar de Jef gaf niet op.

Dat ik besloot hem toch PROBEREN te helpen kwam omdat hij enkel duiven van mij had en pas begonnen was. Dat schept verplichtingen.

Dus ik er heen.

 

IN DE MAND

Hij had hij de duiven netjes in een bak zitten en ik moest die klasseren.

G voor goed.

T voor twijfelachtig en

W voor weg ermee.

'Sorry voor alle moeite maar ik neem geen duif in handen' zei ik. 'Ik zei je toch dat ik van duiven niets ken.'

'Ja maar' pruttelde hij tegen, 'ze zijn uit jouw duiven, die moet je toch kennen?'

'Er zijn maar twee dingen die ik moet' zei ik, 'doodgaan en belasting betalen. Aan mijn eigen duiven kan ik ook niet zien of het goede zijn.

Daarvoor moet ik papieren hebben. Volgende week kom ik terug als jij die klaar maakt.'

 

WEEK NADIEN

De week nadien had Jef zijn papieren gereed.

Maar tot mijn ontsteltenis waren het niet de papieren die ik wilde zien.

De tafel lag vol stamkaarten.

'Wat moet ik daarmee?' vroeg ik.

'Dan kan je toch zien waar ze uitkomen? Bovendien zijn ze gekweekt uit jouw duiven' reageerde de Jef.

'Weg die rommel' zei ik. 'Ik bedoelde andere papieren. Uitslagen!

'Schrijf per duif op wat ze gedaan hebben en dan komen we misschien verder. Volgende week kom ik terug. De uitslagen per tiental wel in rood schrijven.'

 

TWEE WEKEN NADIEN

De week nadien had hij zijn spullen voor elkaar zoals ik dat wenste; van elke duif een overzicht en de prijzen per tiental in rood.

Wel vroeg hij waarom die in rood moesten. Hij had bij zijn dochter een pen moeten lenen die rood schreef.

'Alleen prijzen per tiental zijn voor mij prijzen' zei ik.

Ik doorliep het stapeltje en binnen 3 minuten was de boel geklaard.

Links een stapeltje van duiven die het doorhouden waard waren, rechts een grotere stapel van duiven die geruimd moesten worden.

'Moet je de duiven niet zien?' vroeg hij vertwijfeld.

'Totaal geen interesse' zei ik.

'Zelfs niet van je eigen soort?' waagde hij nog.

'Zelfs dat niet' zei ik.

Hij bekeek het stapeltje nog eens en verstijfde.

Dat het het kleinste was had hij al gezien, slechts 12 duiven goedgekeurd maar wat erger was, daar waren 11 duivinnen bij.,

'Dan speel je volgend jaar toch alleen duivinnen' zei ik.

 

EEN JAAR NADIEN  

Augustus een jaar nadien. De bel en de bloemist met een ruiker bloemen. Van de Jef om me te bedanken. Hij was kampioen jaarlingen geworden met slechts 11 duifjes.

Zo simpel kan duivensport dus zijn!

Van duiven hoef je weinig te kennen. Wel van uitslagen en ' niet onbelangrijk: stront.

 

ADVIES

Ik had dus geen duif gezien en ook geen stamkaart.

Die zetten je alleen maar op het verkeerde been.

Eerst ruimen en nadien kijken naar de afstamming is beter dan omgekeerd.

Wat presteren van jongen betreft nog dit:

Ik heb goede ervaringen met jongen die stampvroeg waren met wind mee en OOK met wind tegen.

Die mogen een prijsje minder gewonnen hebben, het worden meestal goede.

Verder hoor je soms dat duiven fris aan moeten komen.

Ik weet het niet.

De beste kweker die ik ooit had kwam vermoeid aan van Quievrain maar wel zeer vroeg en ook van Orleans was hij kapot maar opnieuw zeer vroeg.

Laat anderen maar duiven hebben die fit aan komen maar na die van mij.

Overigens lijkt dat in de soort te zitten. De beroemde 'Sprint' van Verkerk stamt af van die duif (dan weet U dat ook weer), die kwam ook vaak vermoeid aan maar soms minuten voor de rest.

En zijn het niet zulke die we willen?