Ga direct naar de inhoud.

Misleidend 2

Niet moeilijk doen          

                                         (deel 2 en slot)

 

Verleden week had ik het

- Over die jongeman die maar niet met duiven begon omdat er voor hem toch geen eer te behalen zou zijn.

- Over vermeende successen door medicijnen en volstrekt overtollige bijproducten die duiven kunnen missen en enkel bedoeld zijn om liefhebbers van hun centen te beroven.

- Over de stamkaartengekte.

- Over mensen die geen uitslagen kunnen lezen.

- Over mensen met weinig duiven die soms veel beter spelen dan namen die over heel de wereld beroemd zijn.

- Over het feit dat duivensport door velen te ingewikkeld wordt gemaakt. Die 'velen' zijn dan diegenen die nooit een echt goede duif hadden en daarom amper kunnen weten dat het vooral daarom draait.  

- Over zaken die er niet toe doen om lol te beleven aan je duiven en te presteren.

Een bezoek aan zo'n 'kleine onbekende' toont aan wat ik bedoel.

 

VLAMING

Het is weer een jaar of acht geleden en hij woonde in Oost Vlaanderen, Belgisch grootste duivenprovincie. Er zouden toen zo'n 11.000 liefhebbers zijn, voordien waren dat er 16.000, nu zal het eerder in de buurt van 6.000 liggen.

Het is tevens de provincie van de destijds even beroemde als beruchte 'gouden driehoek' waar een handvol profs met massa's duiven de concurrentie te lijf ging en internationale aandacht trok.

- Omdat hun duiven zo veel beter waren?

- Omdat ze nauwe contacten hadden met 'duistere' dierenartsen?

Duivenland was verdeeld.

Mijn gastheer was dus onbekend, maar niet voor de 'groten' die tegen hem speelden.

Bij hen brak het angstzweet uit als hij, laat ik hem Swa noemen, aan de inkorftafel verscheen en zij hun poulebrief al hadden ingevuld.

Men spreekt wel eens over een mini kolonie maar dan weet ik niet hoe ik dit hok moet beschrijven.

 

ECHT KLEIN

Toen ik diep in de tuin een piepklein hokje zag vroeg ik waar dat voor diende.

Opvangers? Zieke duiven misschien?

'Daar zitten mijn jongen' zei hij.

'Neem je het daarmee op tegen je beroemde streekgenoten die soms 100 of meer duiven inzetten?' vroeg ik.

'Als je echt goede hebt hoef je van niemand schrik te hebben. Voor mijn part mogen hier nog zulke komen spelen, maar dan moeten ze wel het lef hebben om te poulen' zei hij met een veelbetekenende knipoog.

'Toon me eens een van die kleppers?' vroeg ik.

Want sleuren velen je van hok tot hok en stoppen ze je krijsend van arrogantie de ene 'super' na de andere in handen in de hoop dat je duiven koopt, hier moest ik vragen om een duif te zien.

Enfin; Hij haalde er een van het hok.

'Ik zie er niets bijzonder aan' zei ik.

Hij weer:

'Moet dat dan? Gaat het niet om de uitslagen? Ge zult verschieten als ge die zoudt zien.'

Ik geloofde hem en vroeg naar de herkomst.

Hij haalde de schouders op.

'Oud soort van vroeger.'

'Dus stamkaarten van je duiven heb je waarschijnlijk ook niet?'

Ik had kunnen weten dat ik die vraag niet had hoeven en moeten stellen.

 

STAMKAARTEN

Het viel helemaal verkeerd want krekelig antwoordde hij:

'Stamkaarten? Moeten duiven een stamkaart hebben om goed te zijn? De uitslagen zijn mijn stamkaarten en als er geld achter mijn duiven staat is het in orde.

Met die flauwe kul houd ik me niet bezig, trouwens, daar kan je toch opzetten wat je zelf wil?'

Die stakkers die bijna wekelijks in de krant staan kunnen wel goede stamkaarten maken, de kunst is goede uitslagen te maken!

En daarmee bedoel ik dus niet 50 prijzen winnen van 120 ingezette duiven.

Ik kon niet anders dan hem gelijk geven en moest denken aan die goede duiven die ik ooit had maar waarvan de broers en zusters echte onbenullen waren.

En die heb ik al heel wat gekweekt.

Die hadden dus dezelfde ouders (lees stamkaart) als die goede.

 

RIJDEN

Mijn volgende vraag was of hij in de week met de duiven reed.

'Rijden? Waarmee? Ik heb geen auto' kreeg ik te horen.

'En wat doe je medisch?' wilde ik weten.

Hij keek me aan alsof hij het in Keulen hoorde donderen.

'Hoe, wie, wat medisch? Ik ben kerngezond.'

'Ik bedoel, hoe ziet de medische begeleiding van je duiven er uit?' verduidelijkte ik me.

Hij klikte enkele keren met de tong en schudde zijn hoofd vol onbegrip.

'Was die duif die je zag dan ziek?'

'Nee, die zag er prima uit.'

Hij: 'Weet ge wat gij moet doen? Een paar aspirines nemen!'

'Ik aspirines? Waarom? Ik voel me lekker en heb zeker geen hoofdpijn.'

Hij: 'Dat bedoel ik. De duif die je zag is kerngezond en de andere ook. Of denk je dat je ze slimmer kan maken door medicatie?'

Ik had er niet van terug maar wilde het naadje van de kous weten.

Hij speelde me te goed dus vervolgde ik:

'Kom je dan nooit bij een dierenarts?'

'Hmm. Nooit is overdreven, maar dat is toch lang geleden. Maria?' riep hij naar zijn vrouw, 'wanneer zijn we voor het laatst bij de dierenarts geweest?'

'Da weet ge toch Swa, dat was toen onze hond ziek was, nu 3 jaar geleden.

 

HOKKEN

Ik waagde nog een poging om wijzer te worden.

'Hebt ge er nooit aan gedacht een ander hok te zetten? Dit is wel erg oud en er liggen golfplaten op.'

'Een ander hok? Ik denk er niet aan? En wat is er mis met golfplaten?'

Ik haalde de schouders op en moest denken aan enkele kampioenen in Zandhoven.

Die hebben allemaal hokken met golfplaten.

En ik moest denken aan die artikelen over hokken en verluchting, de meeste geschreven door mensen die zelf amper prijs kunnen spelen.

 

VANAF TOEN

Het is vanaf toen dat ik veel minder duiven ben gaan houden.

Ik heb er geen moment spijt van gehad.

En telkens als ik zie hoe zo'n 'grote' redelijk onder de stress zijn aanhangwagen met tientallen weduwnaars aan het leegladen is krijg ik diep medelijden met zo'n man.

Natuurlijk, sommigen kunnen veel aan en ik gun hen dat ze met veel duiven spelen, dat maakt het vervoer goedkoper.

Maar veel anderen moeten tegen zichzelf in bescherming worden genomen.

Het begint meestal met minder presteren.

Speelde men eerder vlot 7 prijzen van 10 ingezette duiven en lukt dat niet meer dan gaat men er 20 houden om aan 7 prijzen te raken en vervolgens nog meer.

En als ze zelfs met veel duiven amper prijs winnen gaan ze twijfelen, timmeren, doktoren.

Tot het moment komt van de totale ontgoocheling.

Men moet veel voor de duiven doen omdat men er veel heeft, elk keer vallen de uitslagen tegen tot men er niet meer tegenop gewassen is.

Ze kopen een hengel of een fiets en dat had niet gehoeven.


Een van de Koopmanhokken. Zo kan het maar het hoeft niet dat bewijst Budts uit Itegem. zie photo under.