Ga direct naar de inhoud.

Het verhaal van een wonderduif

Het verhaal van mogelijk de beste duif die ik ooit van nabij meemaakte, 'de 05' van Janus V, gaat terug naar mijn jeugd.

Op twee na had heel de buurt, liefst 13 man, duiven.

Buurman Janus was een van die twee en 's zondags had die een probleem.

Voor alleman was het duiven letten en dat deed hij dan ook maar, zij het bij zijn andere buur, Jan heette die.

Toen heetten mensen nog geen Wendy, Natascha of Sven maar Jan of Janus.

Als je luidop Jan of Janus riep keek half de straat om.

Jan nu, had een fantastisch duivinnetje, zijn 'Witpenneke'.

Ook duiven hadden toen niet de namen van nu zoals Supercrack, Raket of Fenomeen. Die heetten gewoon 'Witpenneke', 'Donker', 'Dikke' of '05'.

En Janus kreeg zowaar de smaak te pakken. Hij begon te poulen op dat 'Witpenneke' (toen was er nog grof te verdienen), later kwam er een duivenhok in zijn tuin. Toen waren we met 14.

 

JANUS

Geld was voor Janus geen probleem en hij ging voor het beste.

Want om Sjiraar met zijn rechtstreekse Delbars en Pietje V met zijn Gust Hofkens duiven partij te bieden had je goede nodig.

Janus gokte met name op Pepermans Zemst.

Hij koppelde de duurste met de duurste en toen hij 'uitgekoppeld' was schoten er 2 duiven over.

Gratis gekregen van K de Kort Ulvenhout en zijn schoonbroers (Stabel Alphen).

Hij liet ze maar samen en, U raadt het al, uit die duiven kweekte hij de '05', een duif waarover men nu, ongeveer 40 jaar later, nog praat.

En ik kan U verzekeren, iemand met een wonderduif als buurman hebben is geen pretje. Als dezelfde duif je hele hok week na week voor zit begint dat te knagen.

Naar de psychiater hoefde ik niet, slapeloze nachten had ik wel.

 

ANECDOTES

Het was, behalve als er gevlogen werd, in alles een gewone duif. Koeren deed die nooit en in de mand kroop hij in een hoekje en bleef daar zitten. Ik denk van inmanden tot lossen.

Ik had toen mijn 'Goed Licht', een duivin waarop je kon bouwen op jongen van 3 weken. Over weduwschap met duivinnen hadden we destijds nooit gehoord.

Toen ze weer eens op stand zat was haar conditie zo adembenemend dat ik er het weinige zakgeld dat ik had op zette.

Als gewoonlijk arriveerde de '05' als eerste van de buurt maar mijn 'Goed Licht' zou snel volgen. Edoch:

Ze liet bijna 10 minuten op zich wachten en die voelden aan als uren.

Vol schaamte vroeg ik overbuurman Kees (Als je niet Jan of Janus heette was je naam toen Kees) de klok mee naar het lokaal te nemen.

's Avonds kwam de uitslag en ik schrok. Het 'Goed Licht' won nog de 3e prijs, de '05' vloog bijna 10 minuten vooruit.

 

CONCURRENTIE?

Of die voorsprong duidde op minder concurrentie of op pure klasse weet ik nog niet.

Wat later deed de legendarisch Olieman van Jos van der Veken nog 'straffer'.

Die vloog 10 minuten los van kortere afstand (Noyon) in het destijds vermaarde samenspel Turnhout.

De 'Donkere' van Stan Baelemans uit Antwerpen en recentelijk 'de Sprint' van Albert Marcelis konden zelfs minuten vooruit vliegen van Quievrain.

Ik hoor Albert nog zeggen:

'Ik peins ook dat alle duiven van kortbij even hard vliegen maar denk dat 'de Sprint' een uitzondering is. Al bij het opleren vliegt die de rest er uit.'

 

ANEKDOTES

Van destijds herinner ik me ook de dag dat sterke wind mee werd voorspeld.

'De duiven hoeven hun staart maar open te zetten en ze waaien naar huis, puur geluksweer' vonden we toen.

Dit was onze kans om de '05' te vloeren en er werd meer gepould dan gebruikelijk.

Edoch: Aan 1.900 mpm vloog hij opnieuw minuten vooruit en vanaf toen wist ik het zeker: Ook met wind mee moet je goede hebben.

Nu denk ik soms VOORAL met wind mee.

Vreemd was dat die '05 bij alle wind uit dezelfde richting kwam, laag over het maisveld van Jantje (hoe zou hij anders heten) Oomen, de buurman links en uiteraard ook duivenliefhebber.

Toen de '05' drie jaar oud was hadden we een voorjaar als nu, geen weer om een hond door te laten, laat staan een duif.

Hij werd pas de 3e vlucht ingezet zonder voorafrichting. Uiteraard met niet veel vertrouwen en als een van de laatst getekende.

Hij won meteen de 3e prijs.

Vanzelfsprekend wilde iedereen soort van die wonderduif.

Ik maakte bij Janus soms de hokken schoon en kreeg in ruil een eitje uit de ouders van de '05'.

Ik de koning te rijk maar niet voor lang. Er kwam een prul uit zoals ik nog nooit had en ik heb ooit wat prullen gekweekt.

Herhaaldelijk vroeg ik Janus of hij zich niet vergist had.

'Uitgesloten, je hebt een broer van de 05' verzekerde die me.

 

NADIEN

Later was ik wel overtuigd want wat kwamen er goede uit dat prul.

Nog beter verging het Harm V (niet iedereen heette dus Jan, Janus of Kees).

Die kreeg een duivin uit de '05' waaruit zijn '01' kwam.

Die won als jong 3 weken achtereen de 1e, twee keer in de hele Afdeling.

Toen kwam de grote Orleans. Er was bloedheet weer voorspeld en Harm was vastbesloten niet mee te doen. Een duif kon drie weken na elkaar de 1e winnen, maar geen vier.

Bij het inmanden kwam hij toch met zijn '01' aanzetten en een poulebrief waar niets meer bij kon.

Hij zou met glans de 1e Nationaal winnen en dat was toen ECHT nationaal. Van heel Nederland dus.

Kort nadien belde Harm; Hij had bezoek, verstond er geen bal van en of ik even wilde komen.

Het was de dag dat ik voor het eerst Japanners in levenden lijve zag.

En de dag dat ik voor het eerst tolk speelde en met wat centen thuis kwam. Zwart natuurlijk, iedere student werkte toen zwart.

Ze kochten de '01', nadien hoorde ik dat het geld dat ik kreeg van die tussenpersoon maar een schijntje was van wat hij zelf in de zakken stak.

 

Ook Stan Baelemans Antwerpen had een wonderduif; De 'Donkere'.

Stan zou zich helaas dodelijk verongelukken tijdens een fietstocht.    

 

NIET AFGELOPEN

Terug naar '05'. Toen die had afgedaan waren we nog niet van Janus verlost. Hij had een hokje bijgezet met daarop 4 weduwnaars.

Of dat hok zo goed was of die 4 duiven weet ik niet maar weer zagen we op vliegdagen sterretjes voor de ogen. Bijna wekelijks hingen ze staart aan staart voor wij een pluim gezien hadden.

Janus moest ze opsluiten of ze zouden elkaar afgemaakt hebben.

En vanaf toen ook begon ik te twijfelen of weduwnaars zich naar huis repten voor hun duivin of hun nestbak.

 

NOG DIT

Goede kweek je uit een ingeteelde stam menen buitenlanders, uit kruisingen is de kans veel minder. Kul als je het mij vraagt.

Bijna iedereen die soort van de 05 haalde (dus een kruisingsproduct) lukte er mee.

Zoals destijds ook met duiven van Meulemans zijn Wonderkoppel en dat was ook een kruising.

Bouwen aan een stam ingeteelde duiven laat je best over aan de concurrentie.

En aan mensen bij wie de verkoop voorop staat.

 

' Ad Schaerlaeckens