Ga direct naar de inhoud.

Ter overweging

Er zijn weinig sporten die zo fascineren als de onze. Is de omgang met slimme dieren als duiven al boeiend, die tot prestaties weten te bren­gen is kicken. Om te presteren zijn er drie criteria hoor en lees je vaak:

De duiven, het hok en de liefhebber.

Maar is het wel zo simpel? Kun je zo'n driedeling wel maken? Ik meen van niet.

Jaren actieve sport en kennismaking met veel kampioenen hebben me ervan overtuigd dat het vooral om de liefhebber gaat.

Goede dui­ven, goede hokken en een gedegen verzorging zijn belangrijk maar niet toereikend.

Duiven tot prestaties brengen vereist een zekere vaardig­heid.

Sommigen hebben 'het' van natuur, anderen leren steeds bij en weer anderen leren 'het' nooit.

'Als duivenliefhebber ben je geboren' hoor je wel eens.

Daar zit iets in.

 

Ik denk dat wanneer je na pakweg vijf jaar duiven houden nog niet bij de kampioenen bent je er nooit een zult worden.

 

Punt in onze sport is ook dat ambities zo ver­schil­len. De een vindt het best als hij af en toe 'papier raakt', hij hoeft niet zo nodig de gevierde vedette te zijn, de ander is veeleisend.

Voor hem zijn prestaties, kampioen­schappen, het geldelijke gewin of de verkoop van duiven de norm.

En hij heeft er veel voor over om dat te berei­ken.

Divensport laat zich echter niet in regels vast­leggen en er zijn vele methoden waarmee je succes kunt hebben.

 

VERSCHIL

Het draait dus vooral om het mannetje. Die weet dat je niet zonder goede kunt en ook... dat je er met de goede duif alleen niet bent. Daar komt nog iets bij!

De 'topspelers' zijn wat slimmer en zitten niet stil. Want ook duivensport evolueert.

Daardoor dreigen ze de kloof die al geslagen is alleen maar groter te maken en dat is zorgwekkend.

Het is de taak van de kampioenen en de pers om de duizelende lief­hebber, vaak in verwarring gebracht door de tegen­strijdig­heden die hij hoort en leest, meer houvast te bieden.

Verder beoefenen we een sport waarin de struc­tuur niet is meegegaan met de reali­teit. De structuur heeft de praktische uit­voering niet kunnen vol­gen.

Je moet je aan oude structuren aanpassen of het gevaar bestaat dat je de neiging hebt provo­cerend te worden.

Mijn pro­bleem is dat ik me moeilijk aan kan passen.

Wat duivensport anders maakt is ook dat de beginneling het met zijn minihokje meteen moet opnemen tegen de doorwin­terde vedette met zijn massa dui­ven.

In andere sporten bestaat zoiets niet. Daarin worden cursus­sen gegeven om je te bekwamen en kun je je eerst meten met mensen van gelijk niveau. Een beginnende voetballer ziet zich niet meteen in het veld geplaatst tegenover Kaka en consorten. Iemand die voor wielrennen kiest start niet meteen in de Tour de France. In duivensport echter zijn de kampi­oen en beginners of minder succesvolle liefhebbers tot elkaar veroordeeld.  

ONHEILSPELLEND

Want laten we re'el zijn:

 

De meest sombere voorspellingen over het lot van duivensport lijken ook de meest re'le.

 

Je kunt dit negeren, net doen of iets er niet is omdat het er niet hoort te zijn, maar dan sluit je je ogen voor de werke­lijkheid. De slinger van de pendule heeft haar hoogste punt bereikt en zwaait terug.

Het is de taak van iedereen die van deze sport houdt daar iets aan te doen.

Als ik tracht mijn steentje bij te dragen is het soms onver­mijdelijk te wijzen op eigen succes­sen.

Ik trachten dat zoveel mogelijk te vermij­den want in onze sport is het helaas zo dat slechte pres­taties door de medebeoefenaar met groter enthou­sias­me worden begroet dan succes­sen.

Overigens kan niemand die successen afdwingen, of met zekerheid goede duiven van slechte onderschei­den of koppels samen­stellen waaruit automa­tisch de goede duiven gaan rollen.

Met de wetten van Mendel in handen kun je een bepaald soort erwten kweken, een bepaalde kleur kanaries, maar niet de betere duif.

Bij het kweken van kanaries of erwten weten we waar we heen willen. Iets dat uiterlijk waarneembaar is.

Bij het kweken van duiven weten we ook wat we willen maar dat is uiter­lijk niet waarneembaar!

Dat heeft iets boeiends.

De duiven komen aan van Bourges. Half het dorp is uitgelopen om die bij Houben op te wachten. Duivensport kan mooi zijn.  

TEGENSTRIJDIG

De genoemde tegenstrijdigheden kunnen tot discussies leiden en dat is alleen maar goed.

Uit tegen­stellingen kunnen hogere waarden voortkomen! Dialectisch denken heet dat en ik geef een voorbeeld.

Mijn ervaring als liefhebber leerde me dat duiven een BEETJE coccidiose mogen hebben, sommige duivendokters zijn een andere mening toegedaan.

Dus krijgen we een situatie waarin praktijk en wetenschap botsen en een discussie kan daarvan het gevolg zijn.

Dat is goed. Die discussie kan leiden tot meer inzicht.

Nog een voorbeeld en heet hangijzer tegelijk:

Medische begelei­ding.

De discussie kan weer tot gevolg hebben dat men verder komt: dat de zoekende liefhebber gaat beseffen dat de tijd van 'graan en water' voorbij is maar ook dat je op moet passen voor medicijnen.

Duivensport heeft behoefte aan meer openheid en de pers heeft daarin een functie.

 

Als de sport niet uit haar isolement gehaald wordt, niet ontdaan wordt van de waas van geheimzinnigheid die sterspelers soms zelf in stand houden of bewust als rookgordijn op­trekken om medebeoefenaars te misleiden zullen die kampioenen straks als koningen zijn zonder koninkrijk.

 

Misschien waren we te lang tge volgzaam, zijn heilige huisjes te lang overeind blijven staan.

Te lang ge­beurde er te weinig!

Maar in discussies tussen liefhebbers stuit je vaak op een probleem en is het onheil al aan de horizon te zien.

Ze luisteren amper naar elkaar maar trachten elkaar de eigen mening op te dringen. Lukt dat niet dan is de ander dom omdat voor velen het eigen gelijk bij voorbaat vast staat.

 

Ook op bestuurlijk vlak krijgen ego'stische drijfveren van regio­nale avonturiers te vaak de overhand boven het gezonde verstand.

 

Mensen die niet verder kijken dan hun eigen bestuurs­neus lang is zijn de luizen in de pels van elke organisatie of sport.

 

LIJN

Factoren als lichaamsbouw, erfe­lijk­heid, vorm, het hok, ziektes, voer, selectie, trai­ning enzo­voorts horen bij elkaar.

Soms kom ik terug op dezelfde zaken.

Dat is omdat het een niet los gezien kan worden van het ander en omdat op het belang van sommige zaken amper genoeg gewezen kan worden.

Want ondanks veel tegenstrijdigheden zit er lijn in duivensport.

Hoe anders te verklaren dat eenzelfde kleine groep zo presteert en zo blijft presteren? Die zien die lijn en weten hoofdzaken van details te onderschei­den.

Duivensport is niet meer als vroeger, samen weet men meer en ik wil er gewoon toe bijdragen de kloof tussen kampioe­nen en niet-kampioenen te verkleinen. Niets meer en niets minder.

 

' Ad Schaerlaeckens