Ga direct naar de inhoud.

Waardering

Terwijl ik me juist zat af te vragen waarover nu weer te schrijven wat U niet in slaap zou doen vallen belde Karel aan.

Karel is een lossingverantwoordelijke en dat was hem aan te zien. Hij zag er ontredderd uit.

'Kom binnen' zei ik.

Omzichtig schoof hij langs me heen maar bleef verstijfd staan bij een donker hoekje.

'Alsjeblieft, doe het licht aan' smeekte hij.

Dat deed ik en loodste hem verder binnen.

Angstig speurend keek hij om zich heen. 'Niks achter de gordijnen?'

Ik schoof de gordijnen opzij; niets te zien.

Nu pas ging hij gerustgesteld zitten.

'Biertje?' vroeg ik.

Hij schudde het hoofd. Ik was verbaasd. Karel die geen biertje lustte?

Zo kende ik hem niet.

'Problemen?' vroeg ik.

'Man houd op, alleen maar problemen.'

Toen mijn vrouw hem een hand wilde geven weerde hij die verschrikt af en drukte zich angstig tegen de muur.

 

ERNSTIG

Hier moest iets ernstigs aan de hand zijn.

We kenden hem als een vrolijke paljas maar was veranderd in een brok ellende.

'Wat is er met je aan de hand?' vroeg ik.

Toen Karel:

'Drie jaar geleden is het begonnen. Ik werd gevraagd om lossingverantwoordelijke te worden. Ik kon op internet goed weerkaarten interpreteren en daarom was beslissen over lossen bij niemand in betere handen vond men.

Ik ging akkoord, in het seizoen stond ik in de weekends elke morgen om 5.00 uur op, bestudeerde het weer op de vlieglijn en gaf door wanneer gelost kon worden.

Twee jaar ging het goed maar niemand die mij of mijn functie kende en niemand die wist wat ik er voor moest doen om er voor te zorgen dat anderen zo probleemloos mogelijk met duiven konden spelen.

Maar dit jaar ging het mis en dat begon op Dourdan. De vlieglijn was goed, wel was er in Nederland een slechtweer zone maar die zou naar het noorden wegtrekken.

Maar tegen alle voorspellingen in trok die naar het zuiden met als resultaat een rotvlucht met verliezen.

Dan was er die Arras.

De mist op de vlieglijn zou snel oplossen, voor mij teken om te lossen, maar de mist bleef hangen en opnieuw veel duiven kwijt.

 

DOELWIT

Vanaf toen werd ik aangeschoten wild.

Melkers ontweken me of maakten me uit voor moordenaar.

Ik kreeg doodsbedreigingen en brieven dat men me wel zou weten te vinden. Zelfs belde eigen sportgenoten de dierenbescherming en werd ik afgeschilderd als een dierenbeul die bewust duiven de dood in joeg.

Toen kwam mijn zoon binnen, kletsnat.

'Sjonge jonge naar jou luister ik niet meer' jammerde hij tegen me.

Hij was gaan fietsen, ik had gezegd dat het droog zou blijven, dat was voorspeld, maar mooi niet dus.

Met al onze hulpmiddelen kan je niet eens zeker het plaatselijk weer voorspellen en van Karel werd verwacht dat hij dat over honderden kilometers kon.

 

ZELF

Van die criticasters was er een die zelf zijn jongen had weggebracht maar eenderde ging verloren.

Een ander verloor van een leervlucht als enige een massa jongen.

Zulke hebben geen recht van spreken!

Drie keer was ik in Quievrain.

Wat ik in (sommige!) manden zag was hartverscheurend.

Van duiven ken ik niets maar ik zie wel of die gezond zijn.

Met de duiven in die manden zou ik naar een dierenarts gaan in plaats van die te spelen.

Ongezonde duiven inmanden en de lossers de schuld geven als die verloren gaan

gebeurt meer dan men denkt.

 

OOK MENSEN

Natuurlijk maken lossingverantwoordelijken fouten.

Maar wie niet?

Prutsers die niet bekwaam zijn voor hun job vind je in alle geledingen van de samenleving en die rotte appels moeten er uit.

Ook lossers.

Maar de meeste zijn bekwaam, doen hun best en die verdienen respect.

Het lijkt wel of zij meer van het weer moeten kennen dan de weervoorspellers en die zitten er al zo vaak naast.

 

SCHRIJNEND

Dienaangaande is het schrijnend wat de laatste week van juni in Nederland gebeurde. De WOWD (groep 'wetenschappers' die de NPO bijstaat) adviseerde niet met jongen te spelen vanwege de verwachte hitte en het feit dat die het drinkwater nog niet weten te vinden.

Sommige afdelingen echter besloten het advies te negeren en te spelen.

Hadden ze gelijk?

Had de NPO gelijk?

Nu weet ik dat niet, straks als U dit leest (dus NA de vlucht) wel!

Feit is dat duiven, ook (gezonde!) jongen, goed tegen de warmte kunnen als de wind niet al te zeer tegen zit.

Dat is in het verleden genoegzaam gebleken en dat weten ze in landen waar men meestal bij tropisch weer vliegt.

Maar met wel of niet drinken in de mand heeft men wel een punt.

Het probleem met de warmte is daarom niet de terugreis maar de heenreis in de wagens!

 

BLIND

Velen zouden wat meer respect mogen hebben voor mensen die het hen mogelijk maken met duiven te spelen.

Denk aan inmanders, uitmakers, schoonmakers, mensen die uren bezig zijn chips te koppelen en naar hun voeten krijgen als iets fout gaat en' aan lossers.

Van de NPO en de KBDB zou opnieuw niets deugen en die worden in sommige media compleet afgemaakt.

Veelal door stakkers die zelf niets te betekenen hebben.

Maar is kritiek op de KBDB en de NPO niet van alle tijden?

Ik heb nooit anders geweten.

 

RESPECT

In andere sporten omhelzen tegenstanders elkaar maar hoe anders is onze sport.

Zo zette ik in 2006 wat duiven neer in Belgie, die wonnen als jonge duif meteen het algemeen kampioenschap in een omvangrijk samenspel en het jaar daarop het algemeen kampioenschap jaarlingen (telkens Noyon).

2008 en 2009 waren ook meer dan voortreffelijk met als kers op de taart een Dourdan bij zwaar weer met 20 op 20.

Maar dit jaar is het minder, ook door veel pech en dat kan je met weinig duiven niet hebben.

'Hoe is het ermee?' vroeg Roger, de 'baas' in Sint Job nadat we elkaar enige tijd niet gezien hadden.

'Uitstekend' zei ik, 'alleen mochten de duiven wat beter komen'.

'Daar is toch niets mis mee?' zei Roger.

Eigenlijk was dat ook zo, want ik meen dat met oude op een heel jaar maar een keer beneden de 50% prijs gevlogen werd.

Maar minder was het wel, wat in onze sport als voordeel heeft dat je (sommige) anderen gelukkig maakt.

 

ANDEREN

Verder wil je niet weten wat sommigen die wel enorm presteren over zich heen krijgen.

Zelfs zaken die niets met duiven te maken hebben worden erbij gehaald.

Ik weet hoe die zich moeten voelen.

Tientallen jaren heb ik (zonder overdrijven) in Nederland de boel aan flarden gespeeld. Het geroddel, de leugens en de kritiek bezorgden me slapeloze nachten maar dat is verleden tijd.

Nu heb ik medelijden met die criticasters die zelf zelden iets betekenen.

In sommige delen van Nederland bloeit duivensport nog en laat het nu juist die streken zijn waar men elkaar wel respecteert en bijstaat.

Dit alles vertelde ik Karel maar ik vrees dat we hem kwijt zijn.

Omdat in duivensport meestal de ander schuld krijgt als dingen fout gaan.

Geef die lossers, die harde werkers, die kampioenen ook eens een schouderklopje.

Je weet niet wat dat bij een mens kan doen.