Ga direct naar de inhoud.

Louis

Nijlen staat vanouds bekend als een echt duivennest. Eens zouden er 350 liefhebbers zijn geweest.

Zal wel overdreven zijn maar de helft is nog enorm.

Je kan dat nog zien, in de oudere buurten staat het ene duivenhok tegen het andere. De meeste vervallen en zonder duiven maar wat moet de sport daar geleefd hebben.

Nijlen ligt bij Putte, Berlaar, Kessel enzovoorts, allemaal plaatsen met een enorme 'duivensportuitstraling'.

 

WAAROM

In Nijlen nu sprak ik L, niet beroemd tot aan de andere kant van de Chinese muur maar toch al eens winnaar van Nationaal Bourges (70.000 duiven) en in 2010 blikvanger op Nationaal La Souterraine met opnieuw een nationale zege.

'Een gewone' is die L dus ook weer niet en bovendien iemand die zegt zoals het is.

Toen ik hem vroeg waarom in zijn streek zo sterk gespeeld werd zei die: 'Je moet niet vergeten dat de duiven langs hier binnen komen, we liggen ook goed'.

Het was de eerste keer dat ik ooit iemand hoorde zeggen dat hij goed lag.

Honderden keren al hoorde ik mensen van de voorkant klagen dat de overvlucht bevoordeeld is.

In de overvlucht jammert men dan weer dat tegen de voorvlucht niet te vliegen valt.

L zei dat hij goed gelegen is en dat zal wel zo.

Provinciaal in de Zuidoosthoek en daar moet je bijna overal in Nederland en Belgie de kampioenen zoeken.

Nederlander A Coolen maakte ook in 2010 een studie van vele honderden winnaars in allerlei samenspelen.

Die vielen bijna allemaal in de voorvlucht of 'midden in bed'.

Winnaars op de grootste afstanden waren uiterst zeldzaam.

Daar heb je amper 1% kans te zegevieren aldus Coolen en moeten je duiven gewoon een stuk beter zijn dan de rest.

 

QUIEVRAIN EN NOYON

Het lijkt aan te sluiten met wat je ziet als je Quievrain en Noyon vergelijkt.

De Noyonduiven moeten 100 km verder vliegen en hun snelheid neemt meestal gevoelig af ten opzichte van die van Quievrain.

Het doet denken aan mensen.

Geen enkele wielrenner rijdt de 100 km gemiddeld harder dan de 25 kilometer.

Geen enkele schaatser houdt van 10 km dezelfde snelheid aan als van 3 kilometer.

En voor hardlopers, zwemmers enzovoorts geldt hetzelfde.

Toch meen ik dat L te bescheiden was.

Goed liggen akkoord, maar niet alleen dat.

Zo kan kampioen Baeck uit Brasschaat in de overvlucht winnen met duiven die afstammen van Engels. En die woont vlak bij Nijlen.

Een al even grote Brasschaatse kampioen als Baeck:is Bartsoen.

Die won 1e prijzen provinciaal met duiven van Verreckt Arien.

En hoe vaak hoor je de concurrentie van Pascal wel niet klagen over diens gunstige ligging?

Kortom die gasten in Nijlen, Putte, Berlaar (vergeet ook Berlaar Heikant niet) liggen goed maar hebben ook goede duiven.

Dat bewijzen ze op de Nationals.

 

RESPECT

En waar Coolen met cijfers het onbetwiste nadeel van de overvlucht aantoont

moet je respect hebben voor mannen als Luc van Mechelen, Bart van Oeckel, Rudi Diels en anderen.

Die wonen in de streek rond Turnhout, in de overvlucht dus, maar met grote regelmaat weten ze Nationaal 'naar de pin' te vliegen.

Je vraagt je af hoe dat zou zijn als ze rond Berlaar zouden wonen.

Zouden hun 3e en 4e en 10e prijzen Nationaal dan 1e prijzen zijn?

Wie weet.

Uiteraard werd met L over meer gepraat dan de ligging.

Ik vroeg hem hoeveel kweekkoppels hij had.

L: 'Kweekkoppels? Hmm. Je bedoelt waarschijnlijk duiven waaruit ik kweek. Dat is een heel ander verhaal.'

Ik begreep wat hij bedoelde.

Het deed denken aan Bosua. Die praat niet over kwekers maar over vasthouders.

 

DIRK VAN DIJCK

Wat in Nijlen ook opviel was dat weer de naam Dirk van Dijck viel.

Je kan in Antwerpen, Nederland of Duitsland amper met een kampioen spreken of de naam van Dijck valt als je het over hun topduiven hebt.

Wat stroomt het bloed van de Kannibaal en consorten toch door ontelbaar veel superduiven.

Vreemd is wel dat je zijn naam amper hoort in de Vlaanders.

Omdat ze daar zo veel betere duiven hebben?

Volgens sommige Vlaanderaars zelf wel.

 

TOTAAL WEDUWSCHAP

Tot mijn verbazing speelt L ook totaal weduwschap.

Toen ik hem vroeg hoe hem dit beviel zei hij 'prima, je hoeft minder duiven te hebben, maar soms peins ik er toch over om daarmee te stoppen'.

Vragend keek ik hem aan.

Hij begreep mijn blik en zei:

'Soms vraag ik me af wat voor zin het heeft om de doffers ook te spelen. Het gebeurt dat ik 10 duivinnen heb voor een doffer zich meldt. Dat kan toch niet aan de kwaliteit liggen? Het zijn soms broers van die hard vliegende duivinnen.'

Ik begreep hem helemaal.

Bij mij is het hetzelfde verhaal. De duivinnen vliegen de doffers helemaal zoek.

Waarom dat bij Verreckt Arien, Jochems van Hasselt, Verkerk, de Bruyn, van Elsacker en anderen niet zo is heb ik nooit begrepen.

 

RIJDEN

Nu we het toch over totaal weduwschap en duivinnen hadden bracht ik die gedenkwaardige vlucht uit La Souterraine ter sprake.

Hij klokte er, meen ik, 5 bij de eerste 50 Nationaal te beginnen met de 1e.

Of dat ook duivinnen waren?

Inderdaad, maar nu allemaal op een klein jong.

'Duivinnen op nest moet je niet onderschatten' aldus L, 'maar je hebt er wel een probleem mee. Die trainen niet. Nu heb ik een geweldige hekel aan autorijden maar mijn geluk is dat mijn vrouw, die niets om duiven geeft, dat wel graag doet. Die is er de week voor inmanden elke dag mee op stap gegaan. Wel dient gezegd dat het resultaat ook mij meeviel want in feite waren de jongen te groot.'

 

BERCKMOES

Het deed denken aan Eric Berckmoes enkele jaren terug. Die verstomde in het najaar de hele natie door de ene nationaal na de andere naar zijn hand te zetten met duivinnen op een onmogelijke stand: verse eieren.

Geloof maar dat de ambitieuze Brechtenaar dat nadien nog geprobeerd heeft.

Waarom het toen niet lukte?

Waarschijnlijk een kwestie van conditie.

Hebben duiven superconditie dan kan je amper fouten maken.

Zonder vorm kan je amper goed doen.

Ondertussen had mijn metgezel bij L 10 jongen in een mand geladen.

'Ik hoop dat er een goede bij zit' aldus L.

Mijn metgezel keek verbaasd, ik knikte geruststellend.

Zeiden kampioenen als Klak, Voets, Houben en zo veel anderen niet dat het niemand lukt een goede per 10 jongen te kweken?

En hier komen we bij een van de grootste fouten die velen maken.

Die menen van een duif veel te snel dat het een goede is. Duiven die zij op het kweekhok plaatsen worden door de vedetten verwijderd. En zo wordt de kloof natuurlijk nooit gedicht. .