Ga direct naar de inhoud.

Miskend

Niemand meer miskend

 

De beste vitessespeler die ik ooit kende was Dilen uit Ravels bij Turnhout. Hij was van een andere generatie, kon mijn vader zijn, maar toch klikte het tussen ons.

Tegen de bakker was destijds niet te spelen.

Waarom de naam Dilen U dan niets zegt?

- Hij speelde alleen vitesse, dat schiet publicitair niet op.

- En hij speelde maar met een handvol duiven en dat werkt al helemaal niet. Om naam te maken, beroemd te worden zeg maar, moet je verdere afstanden spelen met veel duiven.

Goed spelen hoeft niet.

Van bijvoorbeeld Bourges slechts 20 prijzen pakken van 70 duiven is geen probleem om naam te maken. Met die 20 prijzen val je bij velen toch op.

Met 5 prijzen op 5 val je niet op.

Dilen was van het type Herman Bevers uit Sint Job. Die durft met 2 duiven mee ook 1 en 2 spelen op Quievrain en Noyon.

 

WEINIG DUIVEN

Sommigen vinden het spelen met massa's duiven een teken van angst. Die massa-inkorvers zouden niet met weinig duiven durven spelen uit vrees op de bek te gaan.

Toch zijn er massa inkorvers voor wie dat niet opgaat.

Een enkele keer zie je ze met weinig duiven spelen en dan staan ze er ook.

Dilen was een man die die massa inkorvers juist graag zag komen. Wat dat betreft was hij als Albert Marcelis destijds. Van niemand bang.

Dilen speelde zelden met meer dan 5 duiven en kwekers had hij helemaal niet.

Jongen fokte hij uit de vliegers en ik kon dat begrijpen.

Die vliegers waren immers stuk voor stuk bewezen klasbakken.

Een duif van 2 jaar was een goede of een dode.

 

BOEKHOUDING

Uitslagen hield hij amper bij, die kreeg ik.

Voor hem gold de volgende vlucht; niet die van 2 jaar terug.

Als hij sprak over een mindere uitslag betekende dat dat een van zijn duiven zijn prijs gemist had.

4 Duiven mee betekende normaal gesproken ook 4 prijzen en 2 series 2.

Of hij dan niets opschreef?

Jawel, maar daarin was hij anders dan de meeste.

Hij had van elke duif een fiche met daarboven een Q (van Quievrain) of de N van Noyon. Overigens heb ik hem het woord Quievrain nooit uit horen spreken. Hij had het altijd over 'de grens'.

Op zo'n fiche stonden niet de prijzen van de duif, nee dat zag er uit als volgt:

Q:

87-6334465:

4 mei:   Gezet 80 fr.   Trekke 320 fr.

11 mei Gezet 110 fr   Trekke 740 fr.

En zo van elke duif een heel jaar door.

'Gezet' betrof uiteraard het gepoulde geld, 'trekke' het bedrag dat de duif opbracht.

Op het eind van het jaar wist hij van elke duif wat die verdiend had.

En gekost dan?

Zo iets bestond bij hem niet.

Tenminste niet op het eind van het jaar. Toen was zo'n duif vertrokken.

 

SOORT

Wat voor soort duiven hij had?

Zeker geen gekochte duiven. Hij had geld zat maar geld aan duiven geven deed hij niet, af en toe een bon kopen wel.

Hij was een gezelschapsmens zoals destijds zo velen, de sport was ook nog niet zo gecommercialiseerd als nu en met de plaatselijke concurrentie werd gewoon geruild.

Tijdens de vluchten probeerde men elkaars geld af te pakken, in de winter stond men klaar als een 'maat' ergens goesting in had.

 

GEEN KEURDER

Merkwaardig was ook dat hij amper een duif vast kon houden. Iets overdreven misschien maar een duif een vleugel open zien trekken heb ik hem nooit zien doen, een duif in de ogen kijken nog minder.

Hij kon zich wel verbazen over het feit dat anderen, vooral Duitsers, de marken lieten rollen bij streekgenoten die sportief gezien niets voorstelden.

Hij keurde een duif op zicht en op gezondheid. Die moest een heel jaar strak zitten, alles zien en vooral presteren dus, ofwel het poulegeld meer dan terug verdienen.

Of een duif groot was of klein, of van een bepaald soort interesseerde hem niet.

Ooit kreeg hij van iemand duiven met een stamkaart van hier tot ginder.

De stamkaarten verdwenen meteen in de prullenbak, de duiven kregen een kans alleen omdat die er zo gezond uitzagen.

 

OPLEREN

Toen hij me eens zei geen 'naft' te spenderen aan opleren geloofde ik hem meteen.

Liegen lag niet in zijn aard en mensen die tegen hem logen hadden er gelegen.

Hij bracht zijn oude hoogstens 3 keer weg voor het vliegseizoen en de jongen weinig meer.

Dat was nooit verder dan 10 kilometer !!

Mensen die hun duiven 50 km of verder opleerden vond hij sukkelaars.

Na die lapvlucht van 10 km konden ze de grote mand in voor Halle (ongeveer 90 kilometer) en dan Quievrain.

Meer moest dat niet zijn voor duiven waarmee je wat kon verdienen en andere wilde hij niet.

 

MEDISCH

Zoals veel ouderen met centen leefde hij zuinig behalve als het pinten pakken betrof.

Een dierenarts bezocht hij nooit.

Toen hij me eens een pieper in handen gaf die niet strak zat zei ik 'waarschijnlijk wat trichomoniase'.

'Trichomoniase? Waar kun je dat bij eten? vroeg hij.

Ik zei dat sommigen dat ook geel noemden, een typische duivenkwaal en dat hij best een kuurtje gaf.

'Mankeert zo'n duif dan iets?' vroeg hij voor alle zekerheid.

Ik knikte.

'Dan weet ik daar wel raad mee' zei hij, ik verloor hem even uit het oog en wat later kwam hij terug met in de ene hand een bijl en in de ene een halve duif.

'Die heeft geen geel meer.'

 

EN NU

Tijden veranderen en nu zijn Boeckx en Vloemans de smaakmakers op vitesse in het Turnhoutse.

En hoewel overijverige pennenridders uit vooral Duitsland proberen een ras te plakken op de Vloemansduiven weet die zelf beter.

'Het is de soort van nonkel Jaan die hier zo presteert' zegt hij eerlijk.

Ikzelf haalde bij Dilen 5 duiven. Het waren 5 goede.

Toch werden ze verwijderd omdat ik meende dat ze geen afstanden aankonden. Een misvatting zo zou blijken.

Zoals het destijds ook een misvatting was geen duiven te halen bij Jan Diels, ook een vitesser tegen wie niet te vliegen was.

Diens neef Rudi en Leo Heremans waren slimmer en lukten er fenomenaal mee.

Of het in 2011 nog kan om met 'het Dilen systeem' uit te blinken?

Dus zonder medicatie, met weinig opleren en weinig duiven?

Op de vitesse heel zeker.

Of Adriaan nog met duiven zou spelen als hij nog leefde weet ik niet.

De lol van duivensport was voor hem de vrienden aan hun centen zitten, zoals met kaarten. Maar het geldspel is zo goed als verdwenen. Zoals ook veel liefhebbers.

 

' Ad Schaerlaeckens