Ga direct naar de inhoud.

Weer een ander geluid 2

Vervolg op het vraaggesprek met dierenarts Gijsbrechts.

 

In het vorige nummer kwamen vooral paratyfus en geel ter sprake.

Een totaal ander maar wel omstreden onderwerp is appelazijn. Is dat aan Uw duiven besteed? Klopt het dat je daar Coli NIET mee van je hok houdt maar dat het wel een remmende werking heeft op geel?

Dr. Gijsbrechts.

Coli houd je er zeker niet mee van je hok. Maar eencellige diertjes die we trichomonen noemen houden niet van een zuur milieu.

Besef echter dat wondermiddelen niet bestaan. Ogen open houden en zorg vooral voor een droog hok. Daarmee blijf je veel ellende voor.

Ook oppassen voor overbevolking en vervuild voer. Ik houd van eenvoud, mij is het een handeling te veel maar wie er van houdt doet er zeker geen kwaad mee.

(noot van AS: Kampioen Peter van de Merwe gaf enkele jaren terug zijn duiven veel appelazijn. Hij had nog nooit zo veel last van Coli als toen).

 

Een beetje eenzelfde verhaal over knoflook. Nogal wat spelers hebben in de winter look in het water. Tot hun verbazing constateren ze dat ze geen last meer hebben van geel. Toeval?

Dr Gijsbrechts.    

Voor mij flauwe kul. Hoe harder iets vroeger stonk hoe beter het zou zijn. Dacht men. Ik vind het hetzelfde als een stinkende bok in een stal zetten met het idee dat je daarmee virussen verjaagt.

Virussen lachen er mee. Ook met knoflook.

Uw collega dokter de Weerd zei eens dat het nut van vitamines in duivensport zwaar wordt overschat. Hij zei die te verkopen omdat klanten er om vragen en ze anders bij anderen zouden aankloppen 'en hij ook moest eten'.

Wat is Uw mening over vitamines?

Dr. Gijsbrechts:

Pas inderdaad op met vitamines. Ik vind het potentieel gevaarlijke stoffen, vooral omdat ze zo geliefd zijn.

Overdreven vitamine B geeft vermoeidheid, overdreven D ontkalkt, andere zijn dan weer lever belastend. Verder geven sommigen vitamines met een andere merknaam 2-3x maar ze beseffen niet dat het dezelfde vitaminen zijn en dus over doseren ze.

Bij een goede voeding kunnen duiven vitamines missen zoals jezelf vaak schrijft.

Vergelijk met andere sporten.

Wat wel belangrijk is bij TRAINENDE wezens als duiven?

Supplementen zoals aminozuren, creatinine, ijzer, B 12, elektrolyten.

Maar altijd is er die vereiste dat die basisgezondheid een heel jaar aanwezig moet zijn. Is die er niet dan kan je zelfs van een super geen betere prestaties verwachten.

Niet door supplementen en niet met behulp van de dierenarts.

 

En thee?

Dr. Gijsbrechts:

Allemaal tijdverlies. Geef liever veel grit. De spiermaag van een duif is als een molensteen. Zonder steen kan niet gemalen worden en dus geen of minder rendement van het voer zonder grit.

 

Door het veelvuldige gebruik en misbruik van medicijnen hoor je steeds meer over duiven die niet presteren door schimmels. Bij welke verschijnselen moet een liefhebber vrezen voor schimmels?

Dr. Gijsbrechts:

Schimmels krijg je vooral door overdreven gebruik van antibiotica zoals je schrijft.

In de natuur leeft alles in harmonie (een natuurlijke flora).

Neem je EEN element weg, in dit geval bacteri'n door je antibiotica, dan krijgen andere de kans te groeien.

Zo ook met schimmels die goed gedijen in aanwezigheid van antibiotica.

Bij duiven is in een aantal Adeno-coli gevallen in feite sprake van een gistcelinfectie.

Kleuring onder een microscoop geeft uitsluitsel. Beschimmelde voeders vormen ook een gevaar. Blijf bij gerespecteerde merken.

 

Streptokokken is nog zo iets. Krijgt U ooit een duif in handen waarvan U denkt 'streptokokken' en' wat is dan aanleiding tot die diagnose?

Dr. Gijsbrechts:

In de praktijk zijn die zeer moeilijk te vinden, dat wordt labowerk. Sterfte op een hok bij hetzelfde geslacht kan een teken aan de wand zijn.

Ook bij verschijnselen die aan paratyfus doen denken terwijl een proef aantoont dat van paratyfus geen sprake is.

Ook een vorm van specifiek manken kan een teken zijn.

Daarom dat men soms spreekt over pseudo paratyfus.    

 

Wat is Uw mening over eendaagse kuurtjes tijdens het seizoen?

Dr. Gijsbrechts:

Absoluut zinloos en op lange termijn niet zonder gevaar.

Maar liefhebbers denken niet op langere termijn. Alleen de volgende vlucht telt.

De mens is een gewoontedier en stapt niet graag af van zijn soms omslachtig handelen. Trainers hoor je vaak roepen: 'Keep it simple. '

Dat is ook van toepassing op duivensport.

 

Liefhebbers worden de talloze bijproducten die in de handel zijn zat.

Welke kan U aanbevelen en waarom?

Dr. Gijsbrechts:

Elektrolyten zonder vitamines, aminozuren en creatinine. Maar die hebben enkel nut bij trainende duiven. Niet bij duiven waar geen inspanning van wordt verlangd.

 

Staat U als dierenarts ook soms voor raadsels?

Dr. Gijsbrechts:

Natuurlijk. Vooral omdat je weinig tijd hebt. De liefhebber zet zijn mand op de onderzoektafel en wil een diagnose horen.

Labo's inschakelen duurt te lang en ook tweede lijn onderzoeken.

Bovendien is eea kostelijk.

Daarom dat ervaring zo belangrijk is.

Ook moet je als dierenarts in kunnen schatten met wat voor type liefhebber je te doen hebt. Is hij iemand die je raad op zal volgen?

Of is hij eigenwijs?

En wil hij wel iets leren?

Ooit iemand gehad die een heel jaar al zijn duiven Baytril gaf. Ze werden mager en ziek maar' er was geen enkele ziekte te ontdekken.

Tot diens echtgenote zei: 'Hoe kunnen die nu ziek worden? Ze krijgen alle dagen Baytril. Toen wist ik genoeg.

Hij had zijn duiven compleet vergiftigd.

 

Wat zijn de grootste fouten die U Uw klanten ziet maken?

Dr. Gijsbrechts.

Iedereen is verschillend, daarom zal ik mensen nooit verwijten maken. Maar verschil in resultaten is ook het gevolg van verschil in management.

Een strenge selectie is van levensbelang en die dient op de eerste plaats gebaseerd te zijn op gezondheid en pas dan op eventuele kwaliteit.

Vaak moeteen liefhebber keuzes maken.

Kan ik me een heel jaar wel inzetten?

Hoeveel duiven kan ik aan?

Wat is onzin en wat is geen onzin?

                                                                                   (wordt vervolgd).