Ga direct naar de inhoud.

In deze tijd 10

" Dat heb ik nog nooit meegemaakt" zei ik tegen mijn vrouw. Ik doelde op een ronde piepers van ongeveer 10 weken oud die ik voor de vierde keer had gelapt en die alle vier de keren voor mij thuis waren.

Maar al gauw zou ik een toontje lager zingen.

 

17 JUNI

Mooi weer die dag, wel een vrij stevige noordoostenwind maar dat mocht geen belemmering zijn de ronde laatjes, 22 stuks, voor de 5e keer te lappen.

Die vlogen vorige keren ook pijlsnel naar huis.

Voor de zekerheid zou ik ze op dezelfde plaats lappen als de vorige twee keren (ongeveer 10 kilometer ver) en ze samen lossen met wat vroege jongen die al vaker gelapt waren.

Na het lossen reed ik met een gerust gevoel naar huis. Zouden ze me opnieuw te snel af zijn? De vroege jongen wel ja, die zaten binnen toen ik thuis kwam.

Van de late heb ik de helft nooit meer gezien.  

Die moeten meteen na het lossen afgehaakt hebben.

 

ANDERS

Normaal lap ik in juni geen jongen van 10 weken oud maar dit jaar is anders. Dit jaar behoor ik tot de meerderheid die al een massa jongen kwijt is voor het spel begint.

Van de vroege, dat waren er 56, zitten er nog 18.

Vandaar dus. Misschien had ik die laatjes niet met tegenwind moeten lappen, maar dat is achteraf.

Trouwens, zou dat er wel iets mee te maken hebben?

Bij de duiven die ik verloor zat de 383. Als 5 kilometer met tegenwind er te veel aan was hoe kon die dan in Raamsdonksveer binnen lopen?

Dat was 35 kilometer vliegen.

Die 383 is trouwens toch een aparte. Begin mei ging ze ook verloren en... liep toen op hetzelfde adres binnen. Dat geloof je toch niet! Een duif die hier bijna een half jaar rond vloog die het ineens niet meer ziet zitten?

En vervolgens moeiteloos de weg vindt naar een ander hok, 35 km ver, waar die slechts enkele dagen gezeten heeft?

Verleden jaar overkwam me trouwens ongeveer hetzelfde.

Wat begrijp ik van duiven toch weinig.

 

PAARTJES

Toen ik na ging welke piepers verloren gingen stelde ik weer iets merkwaardigs vast.

Het waren paartjes die aangekomen waren en paartjes die verloren gingen.

Jongen uit hetzelfde nest, van dezelfde ouders, dus.

Ofwel van het ene koppel oude kwam alles aan en van het andere ging alles verloren. Bij die laten zaten er ook 4 van P T.

Met jongen verleden jaar de beste van Zuid Nederland (of was dat comb van Wanroy uit Geffen?) en met hem had ik geruild.

Twee van zijn vier jongen gingen verloren en u raadt het al.

Broer en zus.

De twee die niet verloren gingen kwamen ook uit hetzelfde nest.

Ik schreef het eerder, wel of niet makkelijk verloren gaan lijkt een eigenschap van duiven. Een eigenschap die niet verward mag worden met kwaliteit.

En misschien daarom dat duiven die verloren gingen en die je terug kon halen gevaarlijke duiven zijn.

Als er poep aan de knikker is zullen ze weer makkelijk verloren gaan. Ik ken dat inmiddels.

 

TE SNEL

Een veelgemaakte fout is jongen gaan lappen die eerder ergens binnen liepen. Of men laat ze te snel weer los.

Best wacht je enkele weken, best kies je een dag uit met slecht weer en best doe je dat " s avonds, samen met andere duiven.

Het is vragen om problemen zulke jongen " s morgens bij helder weer los te laten.

Die fout van te vroeg weer loslaten kan ik niet maken.

Ik laat jongen die aangemeld werden meteen weer los, maar die blijven. Die KUNNEN niet weg ook al zouden ze dat willen.

Wat ik doe is Dreft aan de pennen van een van de vleugels smeren (het mag ook een ander afwasmiddel zijn) waardoor ze heel moeilijk vliegen.

Later was ik de vleugel weer en dan is de lust om het af te trappen veelal voorbij.

 

OOK MERKWAARDIG

Ook merkwaardig zijn de drie vaaltjes die ik heb. Die kleur had ik nooit, deze heb ik van J M uit Dentergem.

Ze zouden uiterst geschikt zijn voor de eendaagse fond. En halve fondspeler als ik altijd was wil ik daar naar toe. Of ze iets waard zijn moet nog blijken maar toen ik ze haalde sprak J M de gedenkwaardige woorden " deze zal je niet verliezen" .

Terwijl ik toch meer dan de helft van mijn jongen verloor zitten deze er alle drie nog. Het duidt er opnieuw op dat verloren gaan " soortgebonden" is.

Hoewel... afkloppen natuurlijk.

 

KLEINE FOND

Ik had het over kleine fond.

Dat daar mijn ambities liggen en kennelijk niet alleen die van mij.

Die spelsoort is overal in opmars en dan wil je mee.

Daarom kocht ik de laatste jaren duiven bij mannen die bekend staan om hun voortreffelijke prestaties op de kleine fond.

Resultaat? Noppes! Niets waren ze waard.

W de Br lukte wel met enkele duiven die hij aanschafte maar dat moet je relativeren.

Als ik een mand vol kocht, kocht die vijf manden vol.

Maar aan de koopwoede die het gevolg is van het speuren naar beter zou wel eens een abrupt einde kunnen komen.

Zo kreeg ik een mail van de overbekende Peter van de Merwe. Die heeft weer een echt fenomeen, denk niet dat er veel betere zijn, en beide ouders komen van mij.

De prestaties werden behaald op zogenaamde NPO vluchten, kleine fond dus!

Hij van mij een super en ik zelf overal maar rommel kopen.

Je zou van minder grijze haren krijgen.

Eerder genoemde W de Br is trouwens eenzelfde verhaal. Kocht manden vol rommel, Sioen kweekte uit zijn duiven de nationale winnaar Poitiers.

Toch voel ik me nergens slecht behandeld.

Misschien deed ikzelf verkeerd.

 

EIGEN SCHULD?

Als je medicatie schuwt moet je geen duiven aanschaffen bij mensen die wel intensief medisch begeleiden.

Al is dat hun goed recht natuurlijk. Tenminste. Tot nu toe.

Ik kan me niet voorstellen dat aan het ongebreidelde gebruik van antibiotica

geen einde komt.

Ik zou er geen traan om laten. Grijpt niemand naar antibiotica om te boosten dan weet je waardoor je geklopt wordt.

 

OEPS

Je moet altijd nog in Belgie zijn voor goede duiven, wist een landgenoot.

Of ik hem de naam kon geven van een kampioen op de fond.

Daar wilde hij kopen, geld speelde geen rol.

Ik zei dat ene Latruwe uit Ruddervoorde al vele jaren enorm speelt.

Hij bedankte me uitbundig en ging zoeken op internet,

Latruwe had inderdaad goede. En EEN HELE GOEDE.

Die heette " de Hollander" , vanwege de (voor)ouders in Nederland gehaald.  

" Nu weet ik het ook niet meer" zei hij.

" Niets om je over te schamen" zei ik. Ik begrijp zo veel niet. En keek moedeloos naar de half lege jonge duivenhokken.