Ga direct naar de inhoud.

In gesprek met Gebr v d Branden

In Belgi' zouden de beste vitesseduiven van de wereld zitten.

De beste vitesseduiven van Belgi' zouden dan weer in de regio Berlaar zitten.

En tot de beste in Berlaar horen zeker de gebroeders Van den Brande.

Hebben zij, de bescheiden broers, met amper een handvol streekgenoten de superieure vitesseduif? Daar lijkt het op.

U vindt het wat opgeschroefd? Overdreven misschien?

Kijk en vergelijk uitslagen, tegenwoordig een fluitje van een cent.

Vaak maken de snelste duiven op Quievrain en Noyon er meer meters dan elders. En no vaker sluiten de concoursen er eerder. Daar zijn amper uitzonderingen op.

 

BERLAAR

Berlaar was altijd al een echt duivennest met ooit 250 liefhebbers (nu nog ongeveer 65). Onwaarschijnlijk veel maar in het naburige Nijlen waren dat er ooit 400. Dat was in de "Gouden Jaren van de duivensport" toen niemand minder dan de Gebroeders Janssens er in die streek versterking zochten.

Ze klopten aan bij Ceulemans en van den Bosch (beide Berlaar) en Schoeters in het naburige Herenthout.

Het resultaat is bekend. Die duiven maakte de Arendonkse gebroeders de beste liefhebbers uit de geschiedenis.

Karel Meulemans zou dan weer een van de beste "kweekkoppels ooit" gehad hebben. De doffer kwam opnieuw van Jos van den Bosch.

Een van dat handvol liefhebbers dat er thans "de lakens naar zich toetrekt" stellen we dit keer aan U voor: Of beter, een trio: De Gebroeders Van den Brande.

Na Boeckx dus weer snelheidsmannen pur sang en terecht. De (kleine) fond krijgt al genoeg aandacht in een land waar het merendeel nog altijd vitesse speelt.

 

DRIE MAN

Ik kwam er terecht toen ik in de streek aan het fietsen was. Nergens mooier dan daar. En men kent de duivenliefhebber. Die ziet elk hok en elke overvliegende duif. Plaatsgenoot "Stonne" had me al wat voorbereid. "Cyriel Lambrechts, Carl

Lambrechts, de Marissen, Gert Heylen en de Van de Brandes zijn zo"n beetje de mannen hier", had die gezegd. Ik raakte er aan de praat met een vriendelijke wat oudere man. Het bleek een van die kanjers daar; de vader van Gert Heylen. En het  was hij die me de weg wees naar diens grootste concurrent. Ik dus op de fiets naar de Van den Brandes, dat ze me meteen kenden, was mee genomen.  

In feite hebben we te doen met een trio werd me duidelijk. De vliegers zitten bij Marcel en ook de helft van de kwekers. De andere zitten bij broer en buurman Frans. Verder is er nog Carl, de zoon van Marcel. Hij doet het met dezelfde duiven maar speelt enkel jongen. De "beste" verhuizen na het spel naar het kweekhok van vader en oom. Natuurlijk heeft iedereen een "beste", maar wat die mannen daar aan klasbakken hebben is wel heel uitzonderlijk.

Gebr v d Brande en Carl  

DE FEITEN

We gaan geen uitslagen opsommen van jaren terug maar beperken ons tot 2015. Als ik dit schrijf is het begin mei, het jaar is nog jong, maar toch kunnen ze nu al uitpakken met tot de verbeelding sprekende uitslagen.

- Quievrain Diamant verbond 377 duiven: 1, 2, 14, 20, 66 (5 mee, vier prijzen per tiental)

- Quievrain Netekant 112 duiven: 3 en 5 (2 mee, beide per tiental).

- Quievrain Diamantverbond 111 duiven: 9, 11 en 12 (3 mee, alle drie per tiental).

- Quievrain Diamantverbond 274 duiven: 2, 7, 19 (3 mee, alle drie per tiental).

- Quievrain Netekant 498 duiven: 2, 27 (2 mee, beide per tiental).

- Noyon 294 duiven: 5 (een mee!!!).

- Noyon 236 duiven: 3 en 8 (2 mee).

- Quievrain 116 jaarlingen: 4, 8 en 11 (3 mee). Enzovoorts.

Let wel, dit alleen in 2015!  

Ik weet het; kopprijzen winnen tegen DUIZENDEN duiven maakt meer indruk.

En 50 prijzen winnen evenzeer, ook al werden 90 duiven ingezet.

Maar doe maar eens na wat de van den Brandes doen en dan nog in een streek die bekend staat om de goede vitesse duiven.

Weet ook dat ze in 2014 zowat alle eerste kampioenschappen wonnen, zowel Snelheid, Quievrain en Noyon in duivenbond Berlaar EN in het Diamant verbond.

Hun hellevogels op de vitesse hebben geen flitsende namen als "de Raket", "de Komeet", de "Super" of het "Fenomeen" maar heten gewoon: "De Blauwe", "de Vale" en weer "de Blauwe".

EEN duif heeft wel een fancy name: "De Diamant" (14-421).

Hij presteerde, steeds van Quievrain en nog maar een jaarling, als volgt:

- 186 duiven: 1

- 221 duiven: 1

- 126 duiven: 1

- 186 duiven: 1

- 1.086 duiven: 2

- 274 duiven: 2

- 626 duiven: 2

- 444 duiven: 4

- 863 duiven: 7

Dit zonder dubbelingen.

Ze hebben nog een duif met een speciale naam, "de Piraat" (14-469) ook nog maar een jaarling. Die won, ondanks zijn jeugdige leeftijd, weer van Quievrain, al 1, 1, 3, 4, 7 tegen gemiddeld ongeveer 300 duiven. Zo zitten er nog, maar een nadere kennismaking met deze koningen van de snelheid lijkt me interessanter dan kil cijfermateriaal.

ALGEMEEN

Jullie spelen al lang goed. Waar kwamen/komen die goede duiven vandaan?

We zijn in 1968 begonnen met krijgers. In 1982 stierf vader, die had goede en we namen die over. Duiven kopen deden we nooit, of het moet zijn via een bon en dat was Carl zijn werk. En het moet gezegd, die kan daar wat van. Hij koopt ze bij voorkeur van de concurrenten. Ook werd geruild en aan samenkweek gedaan.

De eerste echte goede haalden we destijds bij Miel van Dijck uit Koningshooikt.

We hebben met succes geruild met Roger Maris en kochten drie bons van Gert Heylen en lukten met alle drie. Ook slaagden we met duiven van Jos van den Branden van Heultje Westerlo en Karel Laenen. Maar de beste kwam misschien wel van Leo Heremans.

 

Leo Heremans? Jullie kopen toch nooit duiven?

Een mens moet soms geluk hebben, zeker een duivenliefhebber. Hier liep een duifje binnen dat werd aangemeld en het bleek van de Leo te zijn die spontaan het kaartje stuurde. We hadden trouwens nog een keer geluk. We kwamen eens doffers te kort en hadden iemand op het oog met wie we wilden ruilen.

Maar de man kon geen doffers missen en die moesten we absoluut hebben. Dan maar naar Miel van Dijck, die had destijds de beste, en bij hem was doffers geen probleem. We keerden huiswaarts met een kweker uit duizenden zo bleek later.  

(Noot: Duiven aanmelden kan zich dus lonen. Ook die andere supermannen op de snelheid, Charel en Daniel Boeckx, kregen superduiven op het hok nadat ze een

binnen gelopen "Hollander" hadden aangemeld. A.S.).

 

Wat voor lijn was dat duifje van Leo Heremans?

Geen idee. We hebben nooit navraag gedaan. Dat is voor ons niet belangrijk. Het is  de kwaliteit die telt en niet de stamkaart. Of zien we dat verkeerd?

 

Hoeveel duiven hebben jullie nu?

25 Kweekkoppels, 13 vliegers (een ging verloren) en zo"n 50 jongen.

 

Wie zijn hier je grootste concurrenten?

Dat zie je op de uitslagen: De Cyriel en de Gert. Tijdens de vluchten bellen we elkaar en weten dat we kanshebber zijn op de 1e prijs als we die mannen voor zitten.

 

Hoe maak je de keus welke duiven naar Quievrain gaan en welke naar Noyon?

Ooit speelden we de doffers op Noyon en de duivinnen op Quievrain.

De laatste jaren is het anders. De beste gaan naar Quievrain, ruim 100 kilometer, omdat daar het meest gepould wordt. We spelen ook op woensdag want "dan is daar  soms meer geld dan op zondag".

 

Waarom geen HaFo?

Waren we ooit wel van plan maar hebben het slechts een keer gespeeld. Uit Melun. Met twee jaarlingen mee en twee oude wonnen we 1, 5, 12 en een prijsje.

Het duifje dat de 1e won was dat van de Leo. De zondag nadien werd erg slecht weer voorspeld en we hielden de HaFo voor gezien.

 

KWEEK

Hoeveel kwekers zitten hier nu?

Zoals gezegd 25 koppels, maar we kweken ook twee rondes uit onze vliegers.

 

Weduwnaars die voor het seizoen vier jongen grootbrengen? Geeft dat later geen problemen met de rui?

Nooit iets van gemerkt. En we spelen onze oude toch van maart tot in juli.

 

Heb je ook vaste kweekkoppels?

Weinig, twee of drie. We koppelen graag om. Het is overigens een bont gezelschap op ons kweekhok. Daar zitten blauwe, zwarte, bonte, geschelpte, vale en zelfs grijze.

 

Is er een die er uit springt?

Dat hebben we wel een tijd gedacht, ja. We hadden een duif die 4 jaar oprij supers gaf. Verleden jaar echter niets dan rommel.

Maar misschien zit er een nieuwe aan te komen, een van de Gebr. Aarts Bevel.

Weer uit de buurt dus, andere moeten we niet. Overigens houden we wel van  jongere kwekers. Na vijf jaar is het beste er meestal af.

 

JONGEN

Hoe spelen jullie de jongen?

Je gelooft het niet, maar die spelen we op nest en niet verduisterd. We laten ze gewoon doen, ze worden nooit gescheiden.

 

Moet je er dan niet veel mee rijden?

Nee hoor. Die trainen prima. En rijden tussen de vluchten door doen we ook al niet.

 

Wordt voor de vluchten beginnen wel veel gelapt?

Een keer of vijf en niet al te ver. 17 Km hoogstens.

 

Worden de beste jongen ook de beste oude?

Over het algemeen wel ja.

 

En voeren?

Een heel jaar door hetzelfde lichte voer. Een soort ruimengeling. We hebben hier  veel groentes in de tuin maar die zijn aan onze duiven niet besteed.

En vitamines al helemaal niet. Ooit hebben we die wel gegeven maar telkens volgde een slecht resultaat. We spelen jongen het hele jaar door. Ongeveer 20 vluchten. Ze komen drie keer op nest. Grit en vitamineral geven we wel volop. Vitamineral zelfs erg veel, vooral bij azende duiven. Dat doen we over het voer.

Biergist en lookolie staan ook op het menu. De weken voor de (winter)kweek, dagelijks tarwekiemolie.  

 

En Adeno, is dat hier ook een probleem? .

Niet echt. Maar ooit was dat anders. In 1995 kregen onze OUDE Adeno en vijf overleefden het niet. Ons moeten ze niet meer zeggen dat het een kwestie is van zwakkere duiven. Het waren uitgerekend onze vijf beste doffers die slachtoffer werden, waaronder de stamdoffer van de Miel. Verder kennen we weinig gezondheidsproblemen met de jongen. Die trainen nu al, eind april, enorm. Tijdens het spel wordt wel af en toe "tegen de koppen" gekuurd.

 

Verliezen jullie ook zo veel jongen. Zo ja, haal je die op en wat zijn de ervaringen met deze duiven?

We verliezen er erg weinig. Duiven die worden aangemeld worden wel opgehaald of het moet van heel ver zijn. Dat elders binnen lopen heeft niets met domheid te maken. We hebben al verdwaalde jongen opgehaald die later echte goede werden.  

 

OUDE

Hoe speel je oude? Totaal weduwschap? Duivinnen?

Alleen weduwnaars op de traditionele manier, elk jaar 14 stuks.

 

Worden de duivinnen getoond?

Altijd en dan nemen we het niet nauw. We laten ze bij de doffers, gaan dan naar binnen en een kwartier later gaan we ze inmanden. Of ze wel of niet "getrapt" hebben interesseert ons niet.

 

Wat zit er na thuiskomst in het drinkwater?

Iets tegen het geel. Daarmee nemen we geen enkel risico. "Tegen de koppen" kuren we de oude nooit.

 

Jullie hebben normaal 14 vliegers. Hoe komt het dan dat je vaak maar met 1, 2 of 3 duiven speelt?

Dat lijkt maar zo. Je moet weten dat we in twee verbonden spelen, het Diamantverbond en de Netekant. Met jaarlingen en oude. Op Quievain en Noyon.

We spelen dus wel degelijk alles.

 

Jullie hebben  al heel wat stunten uitgehaald. Wat was de grootste?

Carl schoof me een uitslag onder de neus.

Het betrof een Quievrain in 2014. Ze wonnen 1, 2, 3 en 5 met VIER duiven mee. De 4e prijs werd gewonnen door Carl!

Het was tegen 126 duiven. Weinig? Klopt. Maar die werden wel ingezet door 24 deelnemers. Elders zetten 24 liefhebbers soms 1.260 duiven in. Tien keer zo veel!

Die uitslag maakten we op 18 september met NIET verduisterde duiven op nest. (Noot: Inderdaad lijkt 126 duiven erg miniem. Maar ik vind het verbijsterend al je duiven thuis te hebben voordat een van de 23 sportgenoten heeft geklokt).

 

En wat is de beste duif die je ooit had?

Momenteel is de eerder genoemde "Diamant" onze vaandeldrager. Het is trouwens de duif die op die 18e september de 1e won. Dat was op een woensdag en de dag nadien zou hij dat herhalen, opnieuw de 1e prijs winnen.

In 2000 hadden we nog een betere, onze "Kia". Die won als jonge duif liefst zes eerste prijzen (vijf zuivere). Ze won toen een auto Kia, vandaar de naam. En je gelooft het niet, ze heeft nooit een fatsoenlijk jong gegeven.

 

Het is hier een groot succesverhaal lijkt het wel.

Toch niet helemaal. Men speelt hier in de streek (nog) graag om geld. Dat doen we uiteraard met de beste, zodat er niet al te veel duiven in concours staan. Zeker niet als je dat vergelijkt met bijvoorbeeld het Tienverbond of Turnhout. Gevolg is dat je  hier volstrekt kansloos bent voor een nationale Asduif.

Zelfs een duif die elke zondag van maart tot september 5 minuten vooruit zou vliegen heeft geen schijn van kans. En dat is best frustrerend.

 

TOTDAAR

Tot daar de Van de Brandes. In het mekka van de vitesse, Berlaar, werden ze sinds 2000 elf maal algemeen kampioen en 4 maal tweede na vriend Cyriel Lambrechts. Het zijn echte duivenmannen die zin van onzin weten te onderscheiden. Zo bleek ook uit de opmerking: "We hebben het liefst vluchten die heel snel verlopen. Dan komt kwaliteit boven drijven."

En dat klopt dus helemaal.

Ze kennen ook het belang van een goed hok. Een beter hokklimaat dan daar

zag ik zelden. Het is gericht op het oosten met in het dak doorzichtige golfplaten. Op de bodem ligt "gewoon" stro (tarwe). Komt er te veel mest op dan wordt het hok niet uitgemest maar wordt er een laag stro boven op gegooid. Het resultaat is een hok dat droog is, luchtig en toch warm.

Warmte vinden ze erg belangrijk.

Zet op zo"n hok een duif zonder vorm en je ziet die opknappen. Mannen als Frans, Marcel en Carl zijn een sieraad voor de sport. Velen kijken neer op vitesse. Maar is die korte vluchtjes met massale lossing zo domineren niet even knap als presteren op de HaFo?

Maar waarheden die velen het minst graag horen zijn vaak waarheden die men op de eerste plaats dient te weten.