Ga direct naar de inhoud.

Jaarlingen en fond

Ik ben dus absoluut geen fondspeler en ook nooit geweest. Heb er het geduld niet voor en de duiven evenmin.

Ja, met hoogstens een handvol duiven durf ik soms wel gaan en die "durven" nog prijs winnen ook. Maar daarmee heb je het wel gehad.  

Met jonge duiven is wat anders. Daarmee speelde ik, lang geleden alweer, wel fond en ik durf zeggen bijzonder goed.

15 Prijzen van 17 jongen van Chateauroux.

14 Prijzen op 16 van een andere Chateauroux.

Een super uitslag ZNB (semi nationaal) Chartres met 2, 3, 4, 6, 17, 18, 20, 32 enzovoorts tegen 4.252 duiven.

Bourges 11 op 12  ZNB (semi nationaal).

Allemaal uitslagen uit de "gouden jaren" toen 5 eerste prijzen pakken tegen 1.000 duiven maar heel gewoon was.

Met oude werd zelden fond gespeeld en een uitslag als die van Limoges NPO

toen begonnen werd met 2 en 3 tegen 7.514 duiven maakte ik geen tweede keer.

Kortom, op de fond beteken ik niets, maar die weinige keren dat ik het speelde  waren wel leerzaam.

 

LES

Ik leerde met name dat iemand met weinig geduld zich niet moet wagen op de fond.

Omdat fondduiven doorgaans later rijpen terwijl de ongeduldige liefhebber er wil staan vanaf de eerste vlucht dat zijn jongen in de mand zitten.

Fond spelen doe je met ervaren duiven, zo simpel is dat.

Dat kunnen zelfs jaarlingen zijn maar dan goed ingevlogen als jonge duif.

Trouwens, ook de eerste gezamenlijke landelijke lossing is iets waar duiven kennelijk aan moeten wennen.

 

PRIJS BETAALD

Hoe belangrijk ervaring is weten inmiddels veel Nederlanders.

Daar zijn de verliezen met jongen al even groot als in Belgie en in sommige streken sta je aan de goede kant als je "slechts" de helft verliest.

Ook daar eisen de eerste vluchten hun tol en dat begint al bij lapvluchten.

Dus wat deden sommigen die het zat waren zoveel jongen te verliezen?

Die speelden die enkel op de navluchten zoals ze daar zeggen. Dat zijn enkele vitesse vluchten in augustus en september. Want al even onverklaarbaar als het andere is waarom dan amper jongen verloren gaan.  

Maar helaas, dat bleek niet de oplossing.

Het jaar daarop, als de jongen jaarling waren, werd een prijs betaald. Ze gingen nu, vooral bij minder goed weer, in grote getallen verloren.

Of' (als ze er dan nog waren), op een van de eerste fondvluchten.

Ik kan er over mee praten.

 


Een Fantastisch duifje en jaarling nog maar. Bourges gewonnen en dus nog maar eens fond.  En nooit meer gezien.   DE VALE

Zo haalde Elzinga hier indertijd zijn "Vale". Echt een fenomeen. Won de ene eerste na de andere tegen enorme deelname en dat deden ook zijn jongen.

Hij stamde van een doffer die ik bij de Janssens had gekocht en een duivin van Leo Broeckx weet ik nog. Toen hij nog maar een jaarling was belde Elzinga. "Je vale won van een keiharde Orleans de 1e met voorsprong.

Hoorde ik dat goed? Dat was voor hem meer dan 600 km!

Maar ik had geluk, de nestbroer zat hier nog. Die was weinig gespeeld en had nog  weinig laten zien dus naar de fond er mee. En jawel hoor, meteen de 1e prijs van Moulins.

Ik, vooral dus omdat ik op de fond een prutser ben, de koning te rijk natuurlijk.

"Nu had ik ook een goede fondduif." Want van 600 km komt een duif natuurlijk nooit per toeval voor de anderen boven het hok uit. Twee weken nadien de volgende fondvlucht. Hij moet nog aankomen. Het doet denken aan "dochter Gilbert".

 

DOCHTER GILBERT

Het is al weer ruim 10 jaar geleden dat Willem belde. "Jij komt veel in Belgie en bent er goed bekend. Als je soms een adres weet waar goede zitten moet je het eens zeggen, dan gaan we erheen. Liefst in Vlaanderen, daar ben ik nog nooit geweest.

En inderdaad, ik kende daar wel enkele adressen: Vandenabeele, Meire en Verstichelt met name.

Bij die mannen was ik al geweest met een Amerikaan maar die moest die duiven niet. Nadien is hij er van bekomen wat VDA betreft maar dat terzijde.

De namen Verstichelt en Meire had ik van Eddy Leutenez. Op beide adressen had hij  supers gehaald. Als ik me niet vergis zijn "Super crack" (1e Nationale Asduif) en "Blondy". Dus wij naar Gilbert Meire in Zingem.

Willem kocht er een mand vol jongen, speelde die, de meeste niets waard, maar eentje vergoedde alles. Een doffer die eerste won op alle afstanden en nog beter kweekte. Ook Verkerk en Vanlint zouden nationale overwinningen halen met nazaten van deze "Gilbert", want met die naam zou die verder door het leven gaan.

Uit dank voor de tip kreeg ik er een zomerjong van. Ze kwam redelijk naar huis. "Die soort kan ver" had Willem gezegd dus als jaarling naar de fond er mee.

Ze won meteen een vroege prijs, twee weken nadien weer mee en de geschiedenis herhaalde zich. Ook nooit meer gezien.

 

OSCAR EN DANIEL

Aan Verstichelt (Oscar en zoon Daniel uit Nazareth) kleeft trouwens een anekdote. Temeer omdat ik wel eens zeg dat de beste duiven die ik ooit had gratis waren of goedkoop. In die tijd (90-er jaren) reed ik vaak met Harrie van Boxmeer naar Vlaanderen. We vertrokken pas "s avonds en kwamen midden in de nacht thuis. Of later. Waarom Vlaanderen?

We hielden beide van dat taaltje en de totaal andere duivencultuur.

Ook Oscar werd bezocht en er werden duiven gekocht. Nadat was afgerekend moesten we nog naar wat kwekers gaan zien en daarbij viel mijn blik op een pieper die stil en blakend van gezondheid in de schotel lag. Oscar zag mij kijken.

"Die komt uit mijn Gouden Ring (wat dat ook mag betekenen) en krijg je zo omdat je den Harrie hebt mee gebracht. Dat is je commissie."

Ik nam hem me, zou hem een prima duivin geven (in die tijd had ik veel goede al zeg ik het zelf) en ze werden ouders Wounded Knee, de vader van Bubbels.

Een duif die fabelachtig kweekte. Helaas niet op mijn hok maar op dat van Verkerk.

 

2014

Wie heeft onder zijn jongen geen favorietje?

Verleden jaar was dat hier "de donkere", gefokt uit een duivin van Den Bart uit Wommelgem. Hij had die speciaal gekweekt uit "Schone Rapido".

Een zusje zou op de eerste de beste Souppes bij heet weer en tegenwind alle Antwerpse duiven in snelheid kloppen, zelfs de oude en dat was volgens de Miel "niet evident". Nu werd ik nog zuiniger op de broer, dus mijn favoriet de donkere.

En korfde hem alleen in bij mooi weer.

Toen kwam die dag dat wel mooi weer werd voorspeld maar de werkelijkheid anders was. Ook nooit meer gezien. Ik had hem wekelijks moeten spelen besefte ik later.

Vanwaar mijn angst (goede) duiven te verliezen? Omdat ik er nooit veel had.

Zo dus: Zijn je jongen gezond en moeten die als oude duif Fond vliegen? Sparen is (vaak) uitstel van executie.

Als ik het mis heb hoor ik het wel mensen als Roodhooft, Dirk van Dijck, v d Wouwer  en anderen vergeleken met wie ik op de fond maar een prutser ben.

  Duiven kunnen in hun geboortejaar niet genoeg ervaring opdoen beweert ook

Dirk van Dijck die trouwens weer aan een superjaar bezig is.