Ga direct naar de inhoud.

relativeren (31-07-25)

Relativeren

Men kan me veel verwijten maar van natuur ben ik geen stuk chagrijn dat over alles problemen maakt. Als het regent ben ik tevreden dat het niet stormt. Als het stormt denk ik 'het zal wel over gaan'. Als de mussen van het dak vallen van de hitte word ik niet verdrietig en raap ze niet op om ze terug te gooien.
 'Een mus die van het dak valt moet dat zelf weten' denk ik. ‘Als ik vleugels had zou ik nooit van een dak vallen.‘
Voor mij is het goede nieuws als er geen nieuws is. Maar dat ik me nooit ergens over erger is ook niet waar.

ERGERNISSEN 
Zo heb ik een hekel aan de telefoon, erger ik me aan domme vragen en waar ik dus logischerwijs helemaal kregelig van word zijn domme vragen via de telefoon. Verder heb ik een hekel aan domme duiven en een nog grotere hekel aan domme duiven op mijn hok.
Kan je je voorstellen hoe ik dacht over die man die belde om jongen 'van die prachtige bonte' die hij hier gezien had?
Wat in duivensport telt zijn prachtige uitslagen, geen prachtige duiven. En wat uitslagen betreft was die bonte het grootste onbenul dat ik ooit gehad heb. En geloof me, ik heb al wat onbenullen van duiven gehad. 'Ik zal over die bonte eens schrijven in Sportblad De Duif ' zei ik.
'In welke Duif?' Jeetje. 'In welke Duif?' Wat had ik nu voor een oen aan de lijn. 'Ik had gedacht in De Duif die handelt over tafelmanieren voor meikevers' zei ik licht ironisch maar wel bijna brakend terwijl ik dacht 'hoe lang ga ik dit nog aankunnen?' Want de enige energiebron die ik bij domme vragen over domme duiven via de telefoon heb is de moed in mijn schoenen.

OEN
Donna heette die beller. En mensen met die naam ontwijk ik in de mate van het mogelijke. Voor mij is Donna, weet niet waarom, synoniem voor dom. Misschien komt het door Madonna. Dat wezen met geen enkel lichaamsdeel òver dat we niet tot in den treuren op het scherm gezien hebben en die er soms voor kiest een plaat uit te brengen om aandacht te trekken.
Niet dat ik Madonna ooit ontmoet heb of dat er plannen zijn in die richting, tenzij ze er voor zou betalen uiteraard, waar het om gaat is dat mensen die Donna heten op mijn zenuwen werken en ik die voor geen meter vertrouw.
'Het zit zo' zei Donna alsof wat hij nù ging zeggen pas echt belangrijk was. ‘Het zit zo, de goei komen uit de goei.’
‘Vind je?' zei ik, en toen 'och laat maar' daarmee de beroemde woorden van Di Fatigo citerend. Ik had er geen zin meer in, wenkte mijn zoon, gaf hem de hoorn en de opdracht van tijd tot tijd 'oké' te zeggen.

SUPERDOM 
Nu ben ik wel iemand die zijn belofte nakomt dus ga ik over die 'bonte' schrijven.
Oogverblindend mooi was de bonte wel, daar had de beller gelijk in.
Waarom een duif die zo dom is zo lang op mijn hok zat?
Bij mij krijgen ze toch weinig krediet? Klopt.
Hij overleefde zijn geboortejaar vanwege zijn schoonheid, als jaarling bleef hij zitten vanwege zijn afkomst.  

DE MOEDER
De moeder had als jonge duif enorm gepresteerd.
Ze won op drie weken tijd een 1e Etampes (708 d), een 1e Orleans (Nationaal 9e van ruim 24.000 duiven) een 4e S-Nationaal Chartres en nog een 1e tegen ruim duizend duiven. Zijn zulke er voor het kweekhok of niet? Ze heeft er vijf jaar gezeten. Vijf nutteloze jaren. Vreemd? Niets in duivensport is vreemd.

OOK DAT NOG
Ooit kweekte ik twee echte supers 'uit een nest', de 144 en de 145.
De vader (een matig vlieger) was dat jaar verloren gegaan.
‘Eeuwig zonde’ denk je dan maar in dit geval geen echte nood. Ik had van hem een broer die wel enorm gevlogen had. Dus wat doe je in zo'n situatie? Hem tegen de duivin zetten natuurlijk.
Zes jongen kweekte er uit. Het was zes keer niks.
Zo ving ik ooit een duif op van een melk uit B.
Die wilde niet vertrekken, daarom gaf ik hem mee aan iemand die daar in de buurt moest zijn om hem daar vrij te laten. Maar, u raadt het al, hij zat zo weer op mijn hok. Dit herhaalde zich enkele keren en omdat het zo’n lieve tamme duif was werd contact gezocht met de eigenaar.
Die wilde hem niet meer terug, ik weigerde de duif te doden, kreeg het kaartje en zowaar, het bleek een aanwinst.
Ik met een vriend naar Berlaar om de man te bedanken en de vriend wilde proberen er iets te kopen uit dezelfde ouders. De vader van die opvanger bleek een jaarling weduwnaar die inmiddels verwijderd was, de moeder herinnerde de man uit ‘Balder’  zich niet meer.
Mijn metgezel kocht tien jongen van de beste kwekers. Want als een jong uit een weduwnaar die geen prijs kon winnen al een goede was wat voor kwekers moest die man dan wel niet hebben dachten we. Bij die tien jongen 'van de beste kwekers' was er niet een die iets waard was.

DUIVENSPORT
Een super als vlieger en kweker terwijl  zijn broer er niets van bakt?
Dat is duivensport! Besluiten we met wat ik eens meemaakte in Amerika.
Op klompen baande ik er mijn weg door de porseleinkast van de Amerikaanse rassenwaan.
'Kijk eens' zei ik tegen die lui, 'ik geloof in veel, maar niet in ras' en voegde er aan toe, 'omdat je nooit zeker bent is iemand die pakweg 25.000 Euro geeft voor een pieper van vier weken oud niet bij zijn volle verstand'. Men knikte instemmend, maar niet iedereen. Daar waren lui die dat bedrag vroegen voor een jong uit hun 'superkwekers'. Die waren niet blij met mij:
Ik had in Holland moeten blijven. 'Meen je echt dat twee supers waardeloze prullen kunnen geven?' vroegen er een.
'Denken jullie echt dat een zebra strepen heeft?' was mijn wedervraag. Toen werd ik het zat en belde een taxi, het was 3 uur 's ochtends. Op de kamer hoorde ik iemand tegen het antwoordapparaat zeggen 'You son of a gun'.
Domheid heeft bij sommigen geen ondergrens ging het door me heen.