Ga direct naar de inhoud.

Best leerzaam (16-07-2020)

13 Juni kon dan, na enkele leervluchten, overal in Nederland en België, officieel gestart worden voor het nu al gedenkwaardige vliegseizoen 2020. Vooral in Zuid Nederland zaten nogal wat liefhebbers met een probleem. Zeker zij die tegen de Belgische grens woonden. België gaf geen toestemming er te lossen. Hoe de duiven nu opgeleerd? Geen probleem voor liefhebbers uit Noord Nederland, die hoefden België nog niet in om een aanvaarbare afstand te kunnen vliegen.

Voor Zuid Nederlanders lag dat anders. Natuurlijk, ze konden naar het oosten, maar daar hebben sommigen slechte ervaringen mee en ze pasten. Toen kwam de eerste vlucht uit de gebruikelijke richting. België moest worden ‘over geslagen’, maar duiven zonder voorafrichting ineens op ongeveer 250 km kon dat wel? Liefhebbers uit Oost Europa hadden me gerust gesteld en die hadden gelijk. Het bleek geen probleem. Of je duiven ineens, zonder enige voorafrichting, ook probleemloos van 250 km kan spelen met stevige tegenwind? Hmm. Weet niet.

 ZUIDOOSTENWIND
Het was bijna windstil die 13e juni, maar dat beetje wind dat er was stond Zuid Oost. Toch, hoe weinig wind er ook stond, die deed zich wel degelijk gelden. In Zeeland en Zuid Holland vielen de vroegste duiven aan zee. In Brabant 2000 (boven Antwerpen) een fantastische uitslag van R v Tilburg in het meest oostelijk gelegen samenspel met de 4 snelste. In het meest westelijk gelegen samenspel van Brabant 2000 klokt ene M Huijsmans er alleen 20 voor de winnaar uiterst oost tegen duizenden duiven.  In Antwerpen zijn de verschillen minder groot, maar toch.

Een duif van Guy v d Auwera (bijna uiterst west) maakte er de grootste snelheid 1.469,75 mpm. De winnende duif in Balen, meest oost, maakte 1.407 mpm. Uiteraard doet dat niets af aan de verdienste van de winnaars. We weten nu eenmaal dat we een sport beoefenen met maar heel weinig wedstrijden met voor eenieder gelijke kansen. Hoe vlot de duiven in Zuid Nederland vielen bleek bij die liefhebber die twee duiven tegelijk kreeg. Een tuimelde van het smalle valplankje, er gingen 9 seconden verloren en dat scheelde 45 prijzen!

 DE GROTEN
De gekende namen staan al meteen van voor kon men na die openingsvlucht in dit blad lezen. En dat klopte ook. Maar het gold bijna zonder uitzondering liefhebbers met erg veel duiven mee. En omdat Belgen, ik wees daar eerder op, de Nederlanders achterna gaan, moet men ‘veel duiven mee’ anders gaan interpreteren dan vroeger. 25 Duiven in concours was toen veel. Nu moet je bij ‘veel’ al gauw denken aan 75 duiven of meer en ben je ook in België met 25 een gewone.

Wat opviel was dat de prijspercentages van die blikvangers niet mee vielen. Weinigen wonnen 65% of meer prijs. B Steveninck Hamme was een van de uitzonderingen, met 54 op 76 en wat voor prijzen. Die geringere prijspercentages van veel grote namen hadden m.i. ook te maken met die ZO wind. Nogal wat goede duiven sturen dan hun kat.

 ANDERS
Hoe anders was het afgelopen zaterdag. Nu wel liefhebbers met enorme prijspercentages. Vanwege prachtig duivenweer en de wind lichtjes mee en ook recht van achter. En met zulke weer hoef je er niet veel mee te geven als je goede hebt. Dat bewezen Danny van Dijck, die met een duif mee 10 minuten vooruit zat en ook Johan Donckers met 1e en 5e prijs met slechts twee duiven mee. Beide van Vierzon. Ik zeg het vaker, het probleem van die mega hokken (sommige toch) is niet zo zeer dat ze met zo veel duiven spelen, maar met zo veel goede die zich doen gelden bij mooi weer. Bij onregelmatig weer hebben ze wel andere die van voor kunnen vliegen. We willen allemaal mooi duivenweer. Maar dat heeft wel tot gevolg dat weinigen veel winnen, vooral als ze met veel duiven spelen, en bizar veel liefhebbers niet op de uitslag staan. Laten we ons gelukkig prijzen met ons veranderend klimaat.

 WIM
Bij het lezen van uitslagen kan je meestal onbewust maar een enkele keer ook bewust op het verkeerde been worden gezet. Aantal ingezette duiven worden niet vermeld of men vermeldt prijspercentages terwijl 1 op 2 werd gespeeld. Zulke kan je best meteen vergeten omdat ze amper betekenis hebben. Dienaangaande doet ene Wim het prima. Ik ken hem niet maar hij becommentarieert het verloop in het Grensverbond met telkens de vermelding hoe groot het prijs percentage per tiental was. Als ik iets te vertellen had (sommigen zullen blij zijn dat dat niet zo is) zou ik dat als standaard gebruiken. En geen uitslagen publiceren waarin niet het aantal deelnemende duiven per liefhebber is vermeld.  

 LEZEN
Wat ook opvalt als je dit blad wat nader uit pluist? De prestaties van Dirk van Dijck. Dirk is een echte sportman bij wie geldelijk gewin door de verkoop van ondergeschikt belang is. Maar wat hem onderscheidt van bijna iedereen is zijn ‘allround heid’. Hij presteert buitengewoon op HaFo, maar is op Noyon en Quievrain weinig minder. Oude, jaarlingen of jongen? Ook dat maakt bij hem weinig uit. En de kleine fond dan? Dirk zou daar ook graag in uitblinken, hij staat er ook zijn man, maar is er minder dominant. In deze discipline zijn er betere. En dat lijkt geen kwestie van duiven die het niet aan kunnen, maar een baas die te graag met duiven speelt. Een vooraanstaand kampioen op kleine fond:  ‘Als Dirk de rest zou laten schieten en zich alleen toe zou leggen op de kleine fond, de nationals dus, zou hij ook daar amper te kloppen zijn.’ De man speelt te goed om hem tegen te spreken.

 JOS
Als er een gouden speld uitgereikt zou moeten worden gebaseerd op prestaties door de jaren heen zou Jos v d Veken bij mij ‘douze points’ krijgen. Op die 13e juni onderscheidde hij zich weer, nu van Noyon. Maar zich onderscheiden, of beter, de boel overhoop spelen, doet hij al meer dan een halve eeuw, zowel op vitesse als Hafo. Bij zowat iedereen gaan de prestaties omlaag als de leeftijd gaat tellen. Men wordt makkelijker en gaat meer relativeren. Jos is anders. Hij is inmiddels in de 80 maar nog even gedreven als in zijn jongere jaren en minstens even goed. Wat ook aanspreekt?

Jos van der Veken met zijn befaamde Olieman

Jos kwam niet aan die goede duiven door een rijke (schoon)vader die hem op het paard hielp, integendeel. Met een minimum aan uitgaven wist hij zich te plaatsen waar zo weinig plaats is: Aan de absolute top en dat dus een halve eeuw lang. Puur vakmanschap zeker?

 WAT EEN DUIVEN
Wie in het laatste nummer van De Duif ook opviel? Sylvain Verherstraeten uit Herentals. Sjonge, wat heeft die enkele sprintkanonnen op zijn hok. Op Noyon lijken de prestaties wat minder. Vanwege te ver en niet aan kunnen? Geloof ik niks van. Denk dat hij doet als de Gebr. V d Brande en andere in die streek.  De beste op Quievrain houden. Zoals sommige Noyonspelers niet met hun beste naar de HaFo gaan, dixit Patrick B.