Ga direct naar de inhoud.

Icoon Harry en Co (21 Jan)

Dat forum eind 90-er jaren zal ik niet gauw meer vergeten. Mijn uitslagen hadden voor verbazing en ongeloof gezorgd met als resultaat veel achterklap. Zelf was ik forumleider en voelde de steek onder water erg goed toen iemand vroeg ‘wie spelen het best, liefhebbers met de beste duiven of liefhebbers met de beste dierenarts?’ Ik speelde de vraag door naar Dr. H de Weerd. Die moest er mee lachen. Een onbenullige vraag. Duidelijk gesteld door iemand die zelf nog nooit echt goede had.

 GOEDE
Uiteraard is het begrip ‘goede’ erg rekbaar. De echt goede vind je zelfs in zeer weinig clubs. Wat we ‘supers’ noemen is nog een ander paar mouwen. Dat zijn de witte raven, iconische duiven die de geschiedenis in gaan. Duiven zoals de ‘De Kannibaal’, ‘de Dokus’, ‘de Pandoer’, ‘Supercrack Crusson’, ‘Fieneke Vervoort’, destijds ‘de Olieman’ van Jos v d Veken, ‘de Kaasboer’, ‘de Kleinen’ van Vandenabeele. En nog wat van zulke. Allemaal duiven van weleer wat aan toont hoe zeldzaam ze zijn. Tot dat illustere rijtje durf ik er een toevoegen en nog wel een uit het heden: De ‘Harry’ van Nederlander Jan Hooymans.

 JAN HOOYMANS
Het was eind 90-er jaren dat Jeroen Braad me vroeg of ik al gehoord had van Jan Hooymans, een prille 40-er en succesvol zakenman. Hij ‘zat in de compost‘ en was driftig duiven aan het kopen. Naar geld werd niet gekeken. ‘Het zal wel’ dacht ik. ‘Zo zijn er meer geweest.’ En nee, die naam was me niet bekend. Dat zou echter snel veranderen. Korte tijd later stond zijn naam op Teletekst, dat uiterst populaire medium in Nederland waarop de 10 eerste prijswinnaars van NPO vluchten worden vermeld. ‘Hmm. Tof voor hem’, ging het door me heen. De volgende NPO vlucht fronste ik de wenkbrauwen. Hooymans stond toch weer wel op teletekst zeker, nu boven aan; als 1e.

Enkele weken verstreken. Er stond weer een NPO vlucht ‘op de rol’. Nu uit Chateauroux en na afloop verbazing alom. Hooymans had het weer geflikt. Op enkele maanden tijd had hij de 3e snelste van 21.520 duiven uit Chateaudun, de snelste van boven de rivieren van Blois (37.728 duiven) en de snelste van Chateauroux 22.340 duiven. Driemaal grote lossingen met telkens 3 verschillende ‘winden’ (zuidoost, west en noordwest)

 

Hooymans shows Harry a hen he bought for him. A nine year old hen for which he paid nearly 70.000 euro.   

DEZELFDE !
Wat was me dat? De verbazing werd alleen maar groter toen bekend werd dat het drie maal dezelfde duif betrof! De mare verspreidde zich als ‘wild fire’ en de Internationale duivensport had een nieuw Icoon: 07-2007621, ofwel ‘Harry’, nu door sommigen beschouwd als de beste fondduif ooit. En uiteraard wil je van zo’n duif meer weten.

-Hoe ziet zo’n duif er uit?

-Hoe kom je er aan?

-Hoe vloog die als jonge duif?

-Wat presteren diens jongen?

Een rit naar Kerkdriel zou het leren. Want wie zou beter geïnformeerd kunnen zijn dan de kweker zelf, Jan Hooymans dus.

JAN EN HARRY

Jan: De meeste superduiven zijn producten van toeval. Geldt dat ook voor ‘Harry?’    

Absoluut niet. Ik heb de vader zeer bewust gekocht, zo ook de moeder en… ik heb beide duiven zeer bewust gekoppeld.

 Vertel eens.
Ik heb altijd al een zwak gehad voor goede duiven en daar had ik veel voor over. In ‘een vorig leven’ kocht ik vooral voor de grote fond van echte tophokken. Dat veranderde toen ik, door mijn werk, in contact kwam met Vandenabeele. Ik was nogal onder de indruk van diens duiven en vroeg Gaby of hij diens Bliksem niet kon paren met de zuster van diens vader en mij jongen verkopen uit dat koppel. Diens vader was ‘de Kolonel’ die weer kwam uit Wittenbuik maal Prinsesje. Dat Prinsesje is trouwens de zus van jouw Sissi. Ik ben goed op de hoogte, zoals je merkt.

Gaby echter voelde er niet voor. ‘Goede kweek je uit kruisingen’ zei die. Maar dan kende hij Hooymans niet. Als die ergens zijn zinnen op heeft gezet bijt hij zich vast. : ‘Doe het nou maar, ik betaal toch?’ zei ik tegen hem. Met veel tegenzin voldeed hij aan mijn verzoek en uit dat paar komt dus de 01-3266512, de doffer van mijn super koppel ofwel vader ‘Harry’

 En de moeder?
Ik ontdekte al gauw dat ik het goed gezien had daar in Dentergem. Die 01-512, leek een schot in de roos. Ik kweekte er wat jongen van, die werden samen met de ‘fondduiven’ ingezet ‘voor port’ en niet geklokt, maar ik kende die natuurlijk wel. En wat opviel was dat het wekelijks mijn eerste waren. Had ik met de 512, ik noemde hem ‘de Jonge Bliksem’, goud in handen? Ik zou het gauw weten en ging op zoek naar een heel speciale duivin, enkel en alleen om tegen hem te zetten. Toen hier op een dag de Duif in huis viel met daarin een verkooplijst werd mijn aandacht getrokken door de 05-558 van Koopman. Vader was de beroemde ‘Kleine Dirk’ met 1e NPO Troyes 17.884 duiven, 1e NPO Bourges 7.165 duiven en de 1e Maaseik 3.522 duiven. Tevens 1e Nationale Asduif Vredesduif. Moeder was ‘Amore’ de 1e Nationale Asduif Fond NPO 2002. Het betrof dus een duivin uit twee Nationale Asduiven. ‘Dat wordt de mijne’ dacht ik. Omdat ik op skivakantie was stuurde ik Cees van Kraanen met 7.000 euro naar de verkoop. Dat moest genoeg zijn voor een jonge duif. Dacht ik. Want tijdens de verkoop belde Cees. 7.000 euro was niet genoeg. ‘Doorgaan’ zei ik. Tot hoever wilde Cees weten. Niet zo veel vragen antwoordde ik hem. Tot je hem hebt.

 

 

 HET KWEEKKOPPEL
Die Vandenabeele doffer maal de Koopmanduivin werd dus het kweekkoppel?    

Inderdaad. In 2006 werden die bij wijze van proef tegen elkaar gezet, de jongen stonden me aan, dus voor 2007 wist ik wat te doen. Dat koppel moest terug samen en daarmee was de toon gezet. Niet alleen ‘Harry’ rolde er uit maar nog enkele bijzonder goede duiven, waarvan velen in 2007. In totaal gaf het koppel een tiental TT duiven. En als er al eens een mindere vlieger uit kwam dan kweekte die wel. Slechte kweekte ik er maar heel weinig uit.

 En de doorkweek?
Niet te filmen. Ik ga het bij twee voorbeelden laten, maar dat zijn er wel van formaat. Rik Hermans kweekte uit een zoon van ‘Harry’ ‘Friendship’. Die won 1e Nationaal Chateauroux 25.710 jaarlingen en was tevens snelste van 44.314 duiven. Dat dus in België. Mijn rechterhand Christian v d Wetering, een van mijn drie verzorgers, had zijn ‘New Harry’, een duif van 2014 die op veertien dagen tijd 1e Provinciaal Niergnies won (14.737 duiven) maar ook 1e Provinciaal Pont Sint Max tegen 12.894 duiven. Met noordoosten- en noordwestenwind, beide keren een dikke 10 mpm los op de concurrentie. Christian had hem samengekweekt met team GPS uit ‘Beauty Harry’ een zoon van DE ‘Harry’ maal de “Stareye” van Christian. ‘Beauty Harry‘ is overigens ook vader van de 1e Nationale Asduif jonge duiven Pipa ranking in 2015. ‘New Harry’ zit inmiddels terug hier. Die heb ik van Christian gekocht en en passant ook maar de ouders die bij GPS zaten.

 Heb je veel kinderen uit je kweekkoppel, dus broers en zusters ‘Harry’?
Ik heb er ooit maar twee van verkocht met De Duif. Toen heb ik duidelijk gezegd dat het de eerste en ook de laatste waren. Nu zitten er alles bij elkaar toch wel 40.

 Welke steken er boven uit?
Meerdere. Met name ‘Cees’ (07-622), de nestbroer van ‘Harry. Die is minder bekend maar won toch ook een 2e, 5e en 11e NPO tegen gemiddeld zo’n 6.000 duiven. (Noot: Ik schrijf vaker dat, wanneer je twee zeer goede vliegers hebt uit hetzelfde nest de kans dat ze ook goed kweken optimaal is. A. S.).

Verder zijn ook ‘Hilde’, ‘James Bond’ en ‘Alexia’, om het maar bij deze te laten, duiven met een enorme kweekwaarde.

 Vertel eens meer over je ‘Harry’. Wat deed die bijvoorbeeld als jonge duif.
De naam is een soort eerbetoon aan Harry Vissers, mijn veel te vroeg gestorven hokverzorger. Over ‘Harry’ als jonge duif kan ik weinig zeggen. Jongen werden immers niet geklokt. Als jaarling won hij vroeg van Chateauroux (21e NPO 5.496 duiven) maar de doorbraak kwam dus als 2-jarige. De eerste NPO vlucht was er een uit Chateaudun. ‘Harry’ vloog regionaal minuten vooruit maar de wind, zuid oost, was voor mij verre van gunstig in groot verband. Desalniettemin waren er van 21.520 duiven maar twee snellere. Twee weken nadien weer een NPO vlucht nu uit Blois, 548 km. Nu stond de wind Noord West, voor mij ideaal. ‘Harry’ was de snelste van 37.728 duiven. De eerste kopers dienden zich aan maar werden weg gelachen. Die dachten dat ik om geld verlegen zat zeker? Weer 2 weken later was de volgende NPO vlucht uit Salbris. Mijn eerste duif was tegen verwachting in niet de ‘Harry’ en mijn volgende ook niet. Het waren zijn broers of zusters. Mijn Harry ben ik kwijt foeterde ik. Toen er een stuk of elf thuis waren arriveerde ‘Harry’. Die won toch nog de 90e prijs, dus goed gespeeld die dag. Weer twee weken later was hij opnieuw de snelste over alles, nu van 22.340 duiven uit Chateauroux. En het was ‘duivenweer’ die dag.

 Nog iets vermeldenswaardigs?
‘Harry is een heel jaar perfect gezond. Twijfel je bij andere duiven soms aan de vorm, Harry is anders. Die is ALTIJD in vorm. Wat hem verder kenmerkt is dat hij van de vluchten geen seconde verlet. Keer op keer arriveerde die uit dezelfde hoek en suisde hij binnen.

 

 RECENTE AANWINST
Heb je recent nog inkopen gedaan?
Verleden jaar kocht ik ‘Birdy’, een duivin van 2007, van de Zuid Afrikaan Kitchenbrand. Die had haar op zijn beurt gekocht van Sudoff – Van Beers. Een heel speciale duif is dat, de beste die er ooit gevlogen heeft in de One Million Dollar Races in Zuid Afrika. Kitchenbrand had er destijds 100.000 dollar voor over.

 Jij had die natuurlijk veel goedkoper?
Nou veel? Niet echt. Ik heb er bijna 70.000 euro voor betaald.

Voor een negenjarige duivin?
Leeftijd maakt me niet uit. Ze is heel vitaal en zo’n duif op je hok die je tegen de beste fondduif ooit kan zetten was mij iets waard. Als ik er EEN goed jong van heb is het al genoeg.

 Hoe zien ‘Harry’ en co er uit?
Bekijk ze zelf maar eens. Ze zitten in de mand.

WEL MOOI

‘Harry’ 07-2007621

Ik had al veel over legendarische ‘Harry’ gehoord. Het zou zo maar een gewone duif zijn. Nou, ik denk daar anders over. ‘Een gewone duif?’ Was dat om iets te zeggen? Of kennen ze er niets van, vroeg ik me af. Het is er geen met bolle rug en de staart omlaag zoals men die vroeger graag zag maar het moderne langere type. Een wringer ook met ogen die vuur spuwen. In de pedigree stuit je langs vaders kant drie keer op ‘de Kleinen’, de basisduif op het hok Vandenabeele.

De moeder ‘Dirkje’ was dus een dochter van die legendarische Kleine Dirk van Koopman, een duif die de overwinningen aaneen reeg tegen vele duizenden duiven van kortbij maar ook van Bourges, voor Koopman zo’n 750 km. In de stamboom van ‘Kleine Dirk’ struikel je over de superduiven. De Kannibaal van Dirk van Dijck met name en zelfs het oude stamkoppel van Meulemans.

 ‘Birdy’
Eerder genoemde ‘Birdy’, is een heel ander type. Vrij groot en geblokt. De moeder (van 1997) is nog een rechtstreekse van Loon. Merkwaardig toch hoe veel goede van Loon duiven overal in de wereld vliegen. In België drukten die veel minder hun stempel.

 ‘Alexia’ en ’Hilde’.
Zijn twee zusters van ‘Harry’. ‘Alexia’ won een 1e NPO van Chateauroux (5.620 duiven) en is moeder van een 1e NPO Bourges (4.843 duiven). ‘Hilde’ is moeder of grootmoeder van 1e Nationaal Gien 11.848 duiven, van een 1e Nationale Asduif Fond in Japan en 1e Nationale Asduif Midfond NPO 2016. Kent niemand iets van duiven? Als je die duiven ziet begin je te twijfelen. Mooiere zijn er niet.

 ‘New Harry’ (14-811).
Met eerder genoemde ‘New Harry’ (kleinzoon ‘Harry’, gespeeld door Christian van de Wetering en samengekweekt met Team GPS) lijkt Jan opnieuw goud in huis te hebben gehaald. Adembenemende prestaties en oogverblindende schoonheid gaan opnieuw hand in hand. Uiteraard zijn er nog heel wat duiven uit ‘het kweekkoppel’ van Jan met een verhaal, maar dat zou te ver voeren.

 TOT BESLUIT
‘Friendship’ dat duivinnetje van Rik Hermans dat bijna 50.000 Belgische Chateauroux vliegers klopte had het niet van vreemden. ‘Harry’ is inmiddels wereldberoemd. Fortuinen worden momenteel betaald voor nazaten uit ‘het kweekkoppel’, iets waar sommigen kennelijk moeite mee hebben. Hooymans zou commercieel geworden zijn.

Jan: ‘Natuurlijk ben ik dat, maar helemaal begrijpen doe ik die kritische mensen niet. En wat is commercieel? Ik kan zeggen dat ik nog nooit 1 goede bewezen duif verkocht heb. Velen deden anders en verkochten hun topduif of stam voor de poen…30 Jaar heb ik niets anders gedaan dan geld uit gegeven. Heel veel geld zelfs en dat met wisselend succes. Toen was ik sympathieke Jan, nu (voor sommigen) commerciële Jan’. Beetje vreemd.’

Klopt. ‘Successen in duivensport kan je niet forceren’ hoor je wel eens. Ook niet met geld. Hooymans bewees het tegendeel. Wat sommigen lijken te vergeten is dat geld alleen niet volstaat. Je moet ook wat slimmer zijn. En dat is deze Jan Hooymans heel zeker!