Ga direct naar de inhoud.

Weer tips

Eind maart begint ons vliegprogramma en starten ook de vlugste in België.

Ik vind het te vroeg.

Maakte ooit mee dat terwijl sommigen al aan het opleren waren de temperatuur nadien tot 15 graden onder nul dook en er een pak sneeuw lag.

Waar die bleef liggen moesten dieren en vogels het enige tijd zonder eten stellen maar levensbedreigend is dat niet.

 

DUIVEN           

Ook onze postduiven kunnen verbazingwekkend lang zonder voer.

Wie heeft nog niet meegemaakt dat hij vergeten was dat in een of andere mand een duif zat om er die dagen nadien gezond en wel uit te halen zonder dat die zelfs aan gewicht verloren had?

Zo loopt er soms wel eens iets mis met een zending duiven naar het buitenland.

Die blijven op een of ander vliegveld staan of komen niet door de douane vanwege papieren niet in orde.

Als ze dan, dagen nadien, ‘vrij komen’ vrees je het ergste maar… niets aan de hand veelal.

Wetenschappers beweren dat houtduiven van natuur meer weerstand hebben dan postduiven vanwege gedwongen vasten tijdens barre winters.

Water en warmte echter is een heel ander verhaal.

Duiven moeten niet alleen bij warm weer altijd water ter beschikking hebben maar ook als Coli op de loer ligt.

Daarom is het oppassen met verduisteren.

Jongen ’s avonds voeren en die kort nadien ‘donker zetten’ zodat ze amper kans  krijgen te drinken is vragen om problemen.

 

WINTER

Dat duiven bij koud weer amper drinken is bekend maar dat wordt anders als ze jongen azen.

Als je bij zulke pas tegen de middag het bevroren water vervangt merk je aan de hongerig schreeuwende piepers dat je ze te kort doet.

Je kan drinkbakken op verwarmingselementen zetten maar dan moet er wel elektriciteit zijn.

En als er die niet is?

Kan je dan iets doen om de kans op bevriezen te verminderen?

Tegen 10 graden onder nul of meer is niets opgewassen, maar bij lichte vorst kan je over de drinkbak een kartonnen doos plaatsen (een kant open), dat scheelt al vrij veel en in het water wat suiker doen nog meer.

 

ZOUT

Sommigen voegen zout toe om bevriezen wat te remmen maar dat is verkeerd omdat het dorstgevoelens opwekt.

Het is ook oppassen met zout als het gesneeuwd heeft.

Als je duiven los laat nadat voor het hok is gestrooid om de sneeuw weg te krijgen kan dat problemen geven.

De mengeling sneeuw en zout irriteert de huid (in dit geval de pootjes van je duiven) die in het ergste geval lichte verbrandingsverschijnselen kunnen vertonen.

 

LICHT EN DROOGTE

Betreffende het weer hebben we ook te maken met droogte en licht. 

Bij stralend zomerweer kunnen hokken met (te) veel glas in het dak te droog en te licht worden.

Licht is van levensbelang voor mens en dier maar te VEEL is slecht voor de ogen van opnieuw mens en dier.

Bij velen zouden jongen minder last hebben van ‘het vliesje’ of andere ongemakken als ze minder glas in de hokken zouden hebben.

Zoals gezegd kunnen hokken ook te droog zijn.

Gevolg is dat de slijmvliezen drogen, het hok stoffiger wordt en gevolg daarvan kan weer zijn problemen met de luchtwegen.

Daarom mag je nooit verwarmen op potdicht afgesloten hokken, ellende verzekerd vanwege te droge lucht.

Jos Leuris Ulicoten, helaas veel te vroeg heengegaan, ging de hokken met een sproeier te lijf bij warm weer en dat was een vakman die wist wat hij deed.

 

IN DE WAGEN

Over de behoefte aan water nog dit.

Ik ben er van overtuigd dat het verschil op veel vluchten bij warm weer wordt gemaakt door het al of niet gedronken hebben in de manden.

Duiven die dat niet deden beginnen aan een hopeloze missie en zijn bij lossing al kansloos.

Als je bij warm weer duiven in de auto vervoert kan je al gauw amper meer buiten kijken vanwege de wasem tegen de ruiten.

Kan je nagaan hoeveel vocht duiven in bepaalde omstandigheden kunnen verliezen en uiteraard dient dat te worden aangevuld.

 

HET MANNETJE

Liefhebbers wegen wel eens af wat belangrijke factoren zijn om in duivensport te slagen en zetten dat om in cijfers.

Ze zeggen bijvoorbeeld (ik noem maar wat) ‘het is 40 procent de melker, 40 procent de kwaliteit van de duiven en 20 procent het hok’.

Een ander meent dat ‘het’ 60 procent het hok is en een derde denkt weer anders.

Zo’n indeling is te gekunsteld.

Het is vooral DE LIEFHEBBER die verantwoordelijk is voor succes of falen.

Een goed liefhebber zorgt immers voor goede duiven en een goed hok.

Ik kan er zo tientallen opnoemen die vandaag al hun duiven op mogen ruimen, als ze zouden herbeginnen stonden ze binnen de kortste keren weer aan de top.

En ik kan ook tientallen mensen opnoemen die zelfs met de beste duiven van de

wereld amper papier zouden raken.

 

LUCHT

Veel liefhebbers hebben tegenwoordig ventilatortjes in de hokken (dezelfde dingen die je in toiletten ziet) om de verluchting mechanisch te kunnen sturen.

Vooral bij drukkend en windstil weer zijn die dingen nuttig maar ’s nachts horen ze niet te draaien omdat het de hokken te koud maakt.

Het lijkt maar een detail maar soms zijn het ogenschijnlijk kleine dingen die grote gevolgen kunnen hebben.

Zo werden op mijn hokken jaren terug roosters aangebracht en omdat een mens graag rechtop loopt moest het plafond omhoog.

Maar meteen werd het hokklimaat onaangenamer.

Anders dan voorheen ‘sloeg’ de lucht die toegevoerd werd door de opening tussen het voorfront en het dak ONDER het verhoogde valse plafond en dat merkte je ook  aan de duiven.

Ik bracht een plank aan onder tegen de voorkant van het oplopende dak waardoor binnenkomende lucht omhoog werd ‘gestuwd’ en alles was weer op de rails.

 

TOT SLOT

Tot slot nog dit:

Sputnikken geven wel eens problemen als het flink heeft geregend.

Het water blijft staan, het wordt al gauw een vieze boel met alle gevolgen van dien als duiven pogingen doen daarin te baden, om over coccidiose en andere gevaren  maar te zwijgen.

De bodem van een spoetnik moet water doorlaten.

Bij mij is die bodem een rooster, die mag ook van stevig gaas zijn of je kan er gaten in boren.

Aan de kwaliteit van duiven kunnen we niets veranderen, veel zaken die invloed kunnen hebben op de gezondheid hebben we wel onder controle.

En ‘vorm’ lijkt mij, als er gespeeld wordt, meer doorslaggevend dan kwaliteit.

Ik zou liever mijn centen zitten op een middelmatige duif in grote vorm dan op een goede die geen vorm heeft.