Ga direct naar de inhoud.

Zwakke geslacht?

Over de Viagra pil hebt U ongetwijfeld gehoord (of meer dan dat) maar wist U dat sommige vrouwen er niet goed raad mee weten?

Die hadden al hun pil en nu komt de andere helft van de mensheid aandragen met iets dat teweegbrengt wat zij met hun pil wilden voorkomen.

Daar moesten problemen van komen.

Want met zalfjes, poedertjes, schoudervul­lin­gen, face- en andere liften kwam de vrouw niet alleen steeds nadrukkelij­ker in beeld maar dreigde ons, het 'manvolk' dus. te overrompelen. Vooral oma's zijn niet ingenomen met de pil die bij mannen hangende problemen oplost.

Konden 'bomma's' zich tot voor kort rustig vergapen aan 'Mooi en meedogen­loos' terwijl 'hij' in een andere kamer naar voetbal keek of hopeloos uitgeteld op de divan lag te snur­ken, daar is verandering in geko­men.

 
In 2007 speelde ik met 8 duivinnen in Samenspel Sint Job Belgie tegen voor het merendeel weduwnaars. 3 Van de 8 klasseerden zich bij de eerste 5 asduiven. Let op Nederlandse ringen, die beginnen met een '1', de Antwerpse ringen beginnen met een '6'.  Dezelfde duivinnen wonnen in 2006 het eerste Algemene Kampioenschap jonge duiven. Liefhebbers van enkele tientallen dorpen kunnen deelnemen. De 020 won op de grootste afstand met sterke tegenwind met 5 minuten vooruit. Was tevens snelste van de lossing.   

OMMEKEER

Menig voorheen zo vernederde en uitgebluste man wacht nu pope­lend en huppelend zijn vrouw op van de markt.

Hij is begonnen aan zijn wederopstan­ding want dankzij Viagra kan hij de hele wereld weer aan.

'Waar een pil is is een weg' zou Cruyff zeggen.

Maar wat zien we bij duiven?

Het omgekeerde!

Waren het jarenlang de doffers die de dienst uitmaakten, met duivinnen werd zelfs amper gespeeld, nu heeft men herontdekt dat duivin­nen ook vleugels hebben en worden bij het inkorven steeds meer manden gereser­veerd voor 'de waifkes'.

Zelfs op fond­vluchten die bij 'duiven­weer' het domein van de weduw­naars plachten te zijn. Over spelen met duivinnen krijg ik regelmatig vragen.

 

JONGE DUIVINNEN BETER

Ik heb een behoorlijke 'duivenboekhouding' en heb de uitslagen van tientallen jaren netjes geordend in mappen.

Ik kijk daar niet graag in omdat ze me confronteren met een keiharde realiteit.

En die is dat het aantal liefhebbers bijna gedecimeerd is en met duiven spelen geen cent meer te verdienen.

Nu besteden we ons geld kennelijk liever aan voer gezien de grote aantallen duiven waarmee gespeeld wordt.

Een kennis is nog precie­zer als ik en werkt met grafieken, statistie­ken en percenta­ges dat het een lust is.

69 Procent van de eerste prijzen die hij won met jongen was met een duivin.

Ook de 'Asduiven' met jongen zijn voor het merendeel duivinnen zo bleek.

Ervan uitgaand dat men evenveel doffers kweekt als duivinnen mag men concluderen dat duivinnen als jonge duif beter zijn.

 

GEEN VERKLARING

Ook blijkt dat dui­vinnen om een of andere duiste­re reden minder gemakkelijk verlo­ren gaan. Hoe vaak hoor je na een slecht verlopen jonge duivenvlucht niet 'dat ik nu net die doffertjes die ik nodig had voor volgend jaar moet verliezen?'.

Verder blijken duivinnen op nest beter te presteren dan doffers op nest.

Wat voor duivinnen de 'ideale stand' is?

Dat verschilt van duif tot duif.

Een graanjong zou ideaal zijn maar andere renderen beter op verse eieren en ooit had ik zelfs een duivin waar je 'een huis op kon bouwen' als die grote jongen had.

 


JONGE DUIVINNEN

Een heel goede positie voor jonge duivinnen is 'net gepaard'. Je mag het amper gezien hebben.

Als ik een eerste prijs won ging nadien vaak iets door me heen als 'ah, nu snap ik het, jij was gepaard'. Jonge duivinnen op eieren lijkt geen goede stand wat wordt bevestigd door reportages over winnaars van grote vluchten; dat zijn vaak pas gepaarde duivinnen of duivinnen op een jong.

In een grijs verleden toen van verduisteren nog geen sprake was en Orleans in Nederland mateloos populair probeerde ik voor die vlucht zo veel mogelijk jongen op jongen te krij­gen.

Als ik daar in slaagde waren de verwachtingen even gespannen als de elastiek in de lingerie van Dolly Parton en vaak terecht zo bleek.

 

WEDUWDUIVINNEN

In 1997 speelde ik zes duivinnen op weduwschap.

De laatste vier vluchten werden gewonnen door een duivin, waarvan drie maal met de '144' die in haar geboortejaar 2e Kampioenduif werd in de Afdeling tegen gemiddeld 11.000 duiven (na haar broer).

Ze vloog als jong Orleans, Chateauroux en Bourges.

Wie sprak ook weer over 'kapot spelen?'

Maar het spel met duivinnen heb ik nooit echt goed beheerst.

Het jaar daarop faalden ze met als anticlimax die fondvlucht:

Twaalf doffers gezet (tweede garnituur omdat ik gekozen heb voor halve fond) en vier duivinnen. De doffers wonnen allemaal prijs, de duivinnen waren alle vier te laat!

 

WAAROM?

Overigens z'g je aan de duivinnen dat ze niet goed waren, vooral aan de manier van trainen, of beter niet trainen.

Wat ik verkeerd deed weet ik niet.

Zelfde hok, zelfde methode en zelfde verzorging als toen ze zo enorm kwamen.

Van toen zijn me wel enkele dingen opge­val­len en omdat succes­volle sportgenoten de­zelf­de ervaringen opde­den ga ik er iets over zeggen.

- Niet alle duivinnen lenen zich tot weduwschap, ongeveer eenderde valt af.

'Omdat ze het systeem niet oppikken' beweren specialisten.

Met doffers is dat mogelijk ook zo, daarmee bedoel ik dat sommige beter zouden presteren op nest, maar met doffers expe­rimenteren we niet; die worden weduwnaar.   - Goede weduwduivinnen zijn veelal rustige duiven, die wulpse paarlustige typetjes moet je niet hebben.

- Verder lijken duivinnen op hun best als jaarling.

Fenomeen 'Fieneke' was een jaar­ling en jaarlingduivinnen maakten Geerts eens kampioen van Belgi'.

In de herfst 'gooide' hij die in de verkoop en dat had natuurlijk zijn redenen.

 

TOT SLOT

Ik heb eerder over spelen met duivinnen geschreven maar weet dat veel wat een mens leest niet be­stand is tegen de vergeetachtigheid van zijn grijze cel­len.

Televisiemakers weten dat, daarom zijn er 'beelden van de week', 'beelden van de maand' en 'beelden van het jaar'.

Verder beweren mensen die het spel met duivinnen tot kunst hebben verheven beweren dat:

- Ze uitbundig moeten trainen, nestdui­ven moet je daartoe verplichten.

- Je weduwduivinnen elke week moet spelen.

- Duivinnen sneller herstellen dan doffers.

- Onderling paren dodelijk is.

- Ze fysiek niet de mindere zijn van doffers.

Dat laatste is iets wat vooral de laatste jaren is gebleken.

Wat tot voor kort ondenkbaar was gebeurde zowel in Nederland en Belgie: Het waren vaak duivinnen die Nationale of Semi-nationale vluchten van 500 tot 700 kilometer winnend afsloten.

Spelen we straks in plaats van weduwnaars met duivinnen?

Het zou me niets verbazen.

En het zou me nog minder verbazen als dat voor het merendeel jaarlingduivinnen zouden zijn.