Ga direct naar de inhoud.

In deze tijd (14/5)

Wat was het barslecht weer in het weekend van 4 en 5 mei. De KBDB had wijselijk besloten dat op zaterdag niet gevlogen zou worden. Zondag zou beter zijn, of beter, iets minder slecht. En dat was ook zo. Zondag een enkel buitje, zaterdag de ene bui na de andere, soms met hagel en sneeuw in de Ardennen. Om over de ijzig gure tegenwind maar te zwijgen.

Ik dacht dat ook de Nederlanders op zaterdag massaal gepast hadden, maar had het mis. Zaterdag morgen twee mails uit de regio Brussel. Men had honderden duiven noordwaarts zien vliegen in hevige hagel en gietende regenbuien.  Kon dat wel goed aflopen?

 SISSER

Gauw de lossingsberichten opgezocht en inderdaad, de duiven van Oost en Noord Oost Nederland waren gelost, met name in Quievrain. ‘Arme duiven’ denk je dan met zo’n weer. ’s Avonds de uitslagen bekeken en tot mijn verbazing vrij vlotte concoursen. Zo mag je een concoursduur van ongeveer 20 minuten voor een afstand van 250 tot 320 km met dat weer toch wel noemen. Het was dus met een sisser afgelopen. Hoe zou het zondag zijn met vluchten uit Noyon en Melun voor de Antwerpenaren?

 ZUID NEDERLAND

Zo rond 11.45 u, de Noyon duiven waren net gevallen, zag ik in Rijkevorsel drie groepjes duiven over komen. Laag, snedig, hard tegen de wind in. Niet achter elkaar maar naast elkaar. Na ruim een minuut weer een golfje duiven. Die konden niet anders dan van Brabant 2000 zijn (over de grens). Daar vloog men van Peronne. Die moeten rond 12.10 in Baarle Nassau zijn dacht ik. Om 9.10 u een bericht in de groepsapp. De eerste duif was gevallen om 12.09 u.  Het verbaasde me dat die duiven op amper enkele tientallen km van huis nog met zo veel samen waren. Je zou denken dat je op de uitslag een hele reeks duiven zou zien staan met dezelfde snelheid. Niets was minder waar.

De verklaring? Behalve de ‘voortrekkers’ zat het gros van de duiven die we over zagen vliegen verkeerd. Die hoorden immers op vele hokken thuis en die hokken konden onmogelijk allemaal in elkaars verlengde liggen.

 ´VOORTREKKERS´

Zie je zo’n groep duiven op thuisreis dan valt op dat die vaak in een soort formatie vliegen. Als een omgekeerde afgeplatte V. In het midden, een fractie voor de anderen, bepalen enkele duiven, de voortrekkers zeg maar, de richting. De rest volgt. Het kan niet anders of die ‘voortrekkers’ zijn de duiven met het meeste kwaliteit en vooral vorm. Die hebben de meeste drang naar huis en zijn de latere winnaars.

Het zijn de duiven die de moed, het karakter, het zelfvertrouwen hebben na lossing het initiatief te nemen en eventueel de klad durven verlaten. Dat zijn onontbeerlijke eigenschappen van goede duiven, maar daarin schuilt wel een probleem. Die kenmerken zijn uiterlijk immers niet waarneembaar. Daarom ook dat je op moet passen voor keurders, mensen die zeggen dat ze het kennen. Duiven met een perfect lichaamsbouw, perfecte pluimen enzovoorts zijn makkelijk te onderkennen, maar wat in het kopje zit is iets anders. En ook de verklaring waarom je soms ziet dat duiven, broers soms, die in alles op elkaar lijken, toch zo verschillend kunnen zijn als het op presteren aan komt. Het voornaamste zien we niet!

 NOG IETS

Die duiven kwamen dus over toen Noyon ´aan het vallen was´. Noyon is ongeveer 235 km. De Nederlandse duiven waren gelost in Peronne, ook ongeveer 235 km! Ook omdat die exact dezelfde koers moesten volgen, ga je onwillekeurig vergelijken, hoe delicaat dat ook mag zijn. Ik had de uitkomst kunnen raden: De Nederlandse duiven vlogen aanzienlijk sneller, terwijl de (tegen)wind op het laatste deel van het vliegtraject toch aanzienlijk was toegenomen.  Omdat die Nederlandse duiven beter zijn? Moet je niet zeggen. Wel omdat ze met veel meer samen vliegen. In Peronne waren immers een kleine 20.000 duiven gelost.

De Zuid Hollanders lossen tot 40.000 duiven samen en die vliegen meestal nog sneller. En het is niet omdat ik het denk, maar het is bewezen dat duiven in een grotere groep sneller vliegen dan in een klein groepje, laat staan duiven alleen. In sommige centra duurde Peronne ook slechts 12 minuten.

NU OOK DAAR

En nu we het toch over Nederland België hebben, vroeger kon je als Nederlander niet in België komen of je kreeg te horen ‘jullie spelen zo veel duiven, daar moet toch een hoop rommel bijzitten’. Duivensport in België betekende voor Nederlanders dan weer ‘spelen met de kleine korf’. Doen sommigen nog, maar alleen op vitesse. Voor de grotere afstanden zie je Nederlandse toestanden of zelfs erger. Elk jaar meer ´mega-hokken´.

De meeste vinden het maar niets, anderen kan het weinig schelen. ´We willen toch tegen veel duiven spelen?’ zo zeggen ze. Wat mij stoort is dat die mannen met veel duiven soms lof krijgen die ze niet verdienen. Zij het soms onbewust omdat niet iedereen uitslagen juist kan interpreteren.

 SPEELSTRALEN

Wat je, door steeds minder liefhebbers, ook meer en meer ziet is het samen gaan van meerdere samenspelen, ofwel een forse uitbreiding van de speelstraal. Wordt het allemaal niet een beetje tè? In Turnhout Mechelen, Union en ZAV worden de liefhebbers in de overvlucht soms volledig weg geblazen door de voorvlucht. ´Soms´ is uiteraard met tegenwind.

Volgens studies van dhr. Coolen zijn de kortste afstanden niet alleen in het voordeel bij tegenwind maar bijna altijd, ook bij windstil weer. Elke kilometer dat duiven verder moeten kost volgens hem seconden. Punt is ook dat de wind in de loop van de dag toeneemt. En dan kan je er niet onderuit dat de grootste afstanden het moeilijker hebben.

Verleden jaar speelden Rik de Wilder Boeykens enorm in Union en de jeugdige Christian van de Wetering was top in Nederland. Ze spelen beide in de voorvlucht en dat was in hun voordeel in een jaar met zoveel tegenwind erkenden beide ruiterlijk.  

 BLAASVELD

We hebben van Union en Mechelen al uitslagen gezien waarbij de overvlucht er niet aan te pas kwam en in ZAV is het soms weinig anders! Afgelopen zondag was weer zo´n dag. ´Ze zullen in Vremde lachen met die straffe tegenwind´, werd gezegd. Men doeIde uiteraard op Vercammen. Ik kon me daarbij wel iets voorstellen en hoor Jos al zeggen ´niemand die beter ligt dan wij´. Waarschijnlijk waren de verwachtingen daar even gespannen als het elastiek in het ondergoed van Sabine Hagendoorn.

Zeker als je zulke goede duiven hebt. En ze maakten hun favorietenrol waar, zouden de 1e winnen maar dat was buiten van Heirstraten uit Blaasveld gerekend dat nu ook binnen de speelkring valt en die nog eens 17 korter speelt dan Vremde. Een diepte van bijna 50 km. vind ik er een beetje over, maar daar mag men natuurlijk anders over denken. In veel landen trouwens weet men niet beter. Door het dalend aantal leden zullen speelstralen in de toekomst ook hier nog groter worden. En komt duivensport in het land van de vitesse spelers nog meer onder druk. Helaas!