Ga direct naar de inhoud.

Wat nu ? (18-03-24)

Wat nu?

 De man aan de telefoon had een probleem. Die dag was het inkorven, maar wat was het koud. Hij had nog niet lang duiven en vroeg zich af of het niet TE koud was. Ze hadden hem afgeraden in te korven want de duiven zouden een verkoudheid op kunnen doen, dikke koppen krijgen, snot enzovoorts. Spelen was vragen om problemen zei men en hij wilde weten hoe ik er over dacht. Of ik in¬mandde. En of er niet zoiets bestond als een minimumtemperatuur om ‘te lappen’ en verantwoord met duiven te spelen.

 NIET WAAR

Met vragen over het weer moet je niet bij mij zijn. lk ben al te vaak misleid en heb zelf al te vaak de plank misgeslagen; Dat wil zeggen; duiven thuis gehouden omdat slecht weer was voorspeld en de dag nadien spijt: Schitterend weer! 
En het omgekeerde gebeurde ook. Alles ingemand vanwege de goede vooruitzichten terwijl de weersvoorspellers volledig mis bleken te zitten.

Maar van een ‘ver¬koud¬heid’ of snot die gezonde duiven op deden vanwege vliegen met koud weer merkte ik nooit iets. Ik spreek dus over gezonde duiven.
Duiven die niet gezond zijn houd je beter thuis bij uitzonderlijk koud (of warm) weer. Als je zulke verplicht om te vliegen duw je ze nog dieper weg. Sommigen kennen misschien een van mijn mantra’s:

Met duiven in vorm kan je amper verkeerd doen, zonder vorm kun je amper goed doen.
Eigenlijk horen duiven die niet kerngezond zijn helemaal niet in de mand, ook niet bij fraai weer. Toch moet gezegd: Ik kan me niet een vlucht herinneren met een rampzalig verloop als gevolg van de koude. Wel een jonge duivenvlucht van 500 km in Beying bij temperaturen rond het vriespunt.
De vlucht verliep normaal, ondanks een dun laagjes sneeuw. Wel dient gezegd dat ze er na thuiskomst ontredderd uitzagen. 

 SNOT EN MENSEN

Wetenschappers ontkennen dat er verband is tussen koud weer en een verkoudheid. Dus maakten onze ouders zich destijds voor niets zorgen als ze ons op het hart drukten om niet zonder muts, sjaal of handschoenen naar buiten te gaan.

Koude en tocht kunnen spierpijnen veroorzaken, geen ‘coryza’ (verkoud¬heid of snot). Coryza is een virusinfectie die overgaat van mens op mens of van dier op dier. Zodus: Als je je bij vriesweer buiten waagt in lichte kledij kan je het wel koud krijgen, zelfs doodvriezen, maar geen verkoudheid opdoen.

Dat werd altijd gedacht omdat verkoudheid vooral in de winter optreedt. Zo komt men ook aan de Engelse term influenza, die, zo las ik, in de veertiende eeuw is bedacht door de Italiaanse arts Villani.

Ook hij dacht dat verkoudheid door koude werd veroorzaakt en sprak bijgevolg over 'Influenza di freddo'. Inderdaad, influenza verwijst naar invloed (influence). Dus had hij het over ‘invloed van de koude’ en… zat hij mis. In de tropen doen mensen verkoudheid juist op bij warm weer in het regenseizoen.

Als ze samen in hutten kruipen, iets wat in hoge mate de overdracht van virussen bevordert.  Ik ben een van de velen die worstelen met zwakke longen. Specialisten adviseren me niet te begeven tussen veel mensen en vooral niet binnen. In deze weer een verwijzing naar duiven. In open volières hoor je ook nooit niezen en liggen nooit jongen dood¬gevroren in het nest.

 OPPASSEN

Punt is wel dat koude niet aangenaam is en zich goed voelen is belangrijk om goed te functione¬ren. Als voetballers zich niet goed voelen nemen ze geen strafschop, biljarters missen de simpelste ballen, bij het timmeren de spijker. 
Je komt moeilijker uit je woorden en een writer’s block ligt op de loer. Je krijgt amper iets op papier. Daarom is in duivensport een goed hokklimaat van wezenlijk belang.
Zelfs durf ik zeggen dat het hok het verschil kan maken.

 CONCLUSIE

Johan Storms (Rijkevorsel) joeg ze destijds in een winters voorjaar bijna dagelijks de kou in door ze heel vroeg te lappen in Peutie. Een schitterend seizoen volgde. Dirk v d Bulck is er ook zo een. Kijkt amper naar het weer.  
Zodus: Duiven raken ‘uit regel’ door koude als ze niet in orde zijn en je ze toch verplicht te vliegen. Gezonde duiven kunnen veel hebben. En nu we het er toch over hebben: 
‘Uit regel’ raken duiven ook door onoordeelkundig gebruik van antibiotica.
Zo ziet dr. Naessens (wetenschapper) het met de genees¬kunde de verkeerde kant uit gaan. Hij bedoelt bij mensen maar waarom zou het bij duiven anders zijn.

 VERKEERDE KANT

Ik citeer:

- ‘Er worden tegenwoordig , vooral in Belgie, te veel en te snel antibiotica voorgeschreven. De patiënt hoest, die heeft misschien bronchi¬tis, dus rap antibiotica nemen maar.. het betreft vaak virale infecties waartegen antibiotica niet helpen.

- Er worden vaak VERKEERDE antibiotica voorgeschreven. Sommige dokters geven maar het breedst werkend waardoor zo veel mogelijk kiemen aangepakt worden. Ze schieten met hagel en dat is verkeerd.

- Een derde veelgemaakte fout is de verkeerde dosering toedienen of het niet afmaken van de kuur. Men voelt zich bijvoorbeeld snel beter en stopt met innemen.

Te weinig van het medicijn' laat kiemen toe zich te blij¬ven ontwikkelen en als je weer ziek wordt is de kans groot dat hetzelfde medicijn niet meer werkt tegen de¬zelf¬de ziekte.’ Best neem je zo weinig mogelijk medicijnen maar als het moet doe het goed.’

 DUIVENLIEFHEBBERS

Ook duivenliefhebbers hebben het wel eens over een ‘breder antibioticum’. Ze beseffen niet dat hoe 'breder' een antibioticum werkt hoe meer het natuurlijk evenwicht wordt verstoord! 
In de geneeskunde is het genoegzaam bekend dat het vaak voorkomt dat terwijl je met antibioticum de ene ziekte geneest een andere de kop op steekt.

Dr. Naessens nog:

‘Omdat medicijnen ontwikkelen die mettertijd GEEN weerstand oproe¬pen onmogelijk is  moet men stoppen met de gemakkelijkste weg te kiezen ofwel ‘de breed¬st werkende antibiotica’ voor schrijven. Daar wordt op lange termijn een gevoelige prijs voor betaald. Hij doelt weer op mensen en huisartsen.

En opnieuw: Zou het bij duiven en dierenartsen zo veel anders zijn?

 SCHAUSPIELER

Omdat resistentie rampzalige gevolgen kan hebben moet iedereen zijn verantwoording nemen; dierenartsen, liefhebbers, de farmaceutische industrie, wij allemaal.

Anders zal de onheilspellende zegetocht van bacte¬riën en virussen straks niet meer te stoppen zijn. Mogelijk, of zeg maar zeker, zullen mensen die belang hebben bij de verkoop van medicijnen zich nu ergeren en grin¬niken: 'Puhh, A.S. heeft ook iets gezegd. Trouwens wie is hij eigenlijk?'

Gelijk hebben ze. Ik ben maar een kermisvogel, een Schaus¬pieler, een simpele plattelander. Maar wel een zonder een vinger in welke farmaceutische pap ook. En hoor steeds vaker over liefhebbers die beter gingen spelen na het afbouwen van hun medicijngebruik. Natuurlijk mogen we niet overdrijven. De (dieren)arts buitenspel zetten is de klok terug draaien. Maar de liefhebber opzadelen met blinde schema’s tegen alle mogelijke en onbewezen kwalen is bij het misdadige af.