Ga direct naar de inhoud.

Augustus

Met de lange afstandsvluchten voor jonge duiven voor de deur vragen liefhebbers zich soms af of ze nog iets kunnen doen.
Of er mogelijkheden zijn de duiven net dat kleine beetje meer te geven om van zo'n vlucht een succes te maken.
Kreten als de volgende hoor je in deze tijd regelmatig:
'De duiven komen goed, maar missen de kop, of, 'ze hebben er nog niets van gebrouwen maar Bourges moet het jaar goed maken'. En men gaat experimenteren.
Wat extra motivatie, een extra leervlucht, een kuurtje waartegen weet men soms zelf amper.
De vraag rijst of het zin heeft, of je in laatste instantie nog iets kunt doen, of je jonge duiven die niet naar wens 'marcheren' een zetje kunt geven.
Ik heb daarop een simpel antwoord: Dat gaat niet.
Duiven die geen vorm hebben zijn op enkele dagen tijd niet terug op de rails te krijgen.

THUIS HOUDEN!
Als de jonge duiven van geen kanten kwamen kun je een goed resultaat op de fond vergeten, je gaat geen 'werelduitslag' maken. Uitgesloten. Je baseren op dat voorbeeld van die man die ooit een vroege Nationaal won terwijl de duiven voorheen niet kwamen is speculeren.
De uitblinkers op de jonge duivenklassiekers zullen die mannen zijn die voordien ook voortreffelijk presteerden.
De organisatoren zullen misschien niet gelukkig zijn met mijn opvatting maar ik wil liefhebbers adviseren gewoon niet mee te doen als duiven er op eerdere vluchten blijk van gaven vorm te missen. Je hebt niet alleen geen schijn van kans, je verliest ook duiven, ongeacht de kwaliteit.
Je volledig richten op een enkele vlucht wil ik trouwens toch afraden. Je hoeft de wind maar tegen te hebben en je kunt het zelfs met de beste duiven in de grootste vorm schudden. Tenminste als je in groot verband of nationaal speelt.

Om plaatselijk uit te blinken volstaan goede duiven en vorm, om op nationaal niveau te presteren is dat niet genoeg. Daartoe heb je ook nog geluk nodig, moet je 'goed liggen'.

Zo dus: duiven zonder conditie zijn duiven zonder perspectief. En zelfs de beste dierenarts is niet in staat duiven zonder vorm op enkele dagen in superconditie te brengen.

GEEN RISICO
Of je voor zo'n jonge duivenklassieker dan helemaal niets kunt doen? Dat is een ander uiterste.
Zo heb je met een licht kuurtje tegen geel niets te verliezen.
Er zijn goede liefhebbers die enkele dagen voor elke voorname vlucht een pil tegen geel opsteken. Kwestie van geen risico te nemen. Een ornithosekuur of spuit gebeurt ook. Maar ook dan leert de praktijk dat je er het meest profijt bij hebt als de duiven al goed presteerden.

SPAREN?
Zo kansloos als je bent met duiven die geen vorm hebben, zo veel kun je riskeren als de gezondheid er wel is.
Of je dan niet zuinig moet zijn met 'de toekomst?'
Dat ligt er aan.
Heb je een hok goede oude duiven en volop jongen in vorm dan zie ik er weinig bezwaar in ook toekomstige weduwnaars een vlucht van pakweg 500 kilometer voor te schotelen.
De kans ze te verspelen is klein.
Bij slechte vluchten zijn het de hokken zonder vorm waar de verliezen het grootst zijn.
Duiven in vorm komen makkelijker na bij snertvluchten.
Als je alleen gezonde duiven speelt zal niet gauw sprake zijn van 'rampvluchten'. Vluchten waarbij eenderde van de duiven verloren ging heb ik op 30 jaar tijd welgeteld twee meegemaakt.
De specialisten denken niet aan 'sparen'. Ze gaan naar de fond met hun beste, toekomstig weduwnaar of niet.
Ze leven in de dag van nu en volgend jaar zien ze wel verder.
Als er maar vorm is. Met minder gezonde duiven neem je zelfs risico's op vluchtjes van 100 kilometer.

VOEREN
Is er vorm dan heb je in feite maar een zorg: Geen fouten maken. Met voeren bijvoorbeeld.
Hongerige duiven inmanden is al even fout als duiven inmanden met barstensvolle krop.
Op de dag van inkorven geef ik 's morgens volle bak. Zo vol dat er voer overblijft.
Dat geeft ze de hele dag de kans te eten en aldus korf je geen hongerige duiven in en ook geen duiven met volle krop.
Laat in de dag voeren is gevaarlijk omdat je het risico loopt dat de duiven voor het inmanden niet meer drinken.
Als ze dat in de wagen ook niet doen en het is warm weer ben je gezien. Zulke duiven zullen op weg naar huis de eerste zijn die afhaken zo gauw ze water zien.

LAATSTE CONTROLE
Soms hoor je liefhebbers op maandag al vertellen hoeveel duiven ze vrijdag in gaan manden.
Ik begrijp dat niet.
Duiven waarmee je speelt kunnen amper genoeg vorm hebben en dat is zo lang op voorhand niet te beoordelen.
Waarom men al weet hoeveel duiven een week later mee moeten kan zijn vanwege een kampioenschap of angst voor een ‘te grote sprong’. Maar dat zijn zaken die niet tellen. Liever een sprong van 200 kilometer met gezonde duiven dan een trutvluchtje van 100 kilometer met duiven zonder vorm.
Bij mij vallen op de dag van inkorven nog duiven af.
Bijvoorbeeld duiven met volle krop en zeker duiven die overdadig veel dronken. De laatste hebben niet alleen geen vorm, daar mankeert wat aan!
Duiven met blauw vlees horen ook niet in de mand.
Een goed liefhebber heeft zijn ogen niet nodig om de kleur van het vlees te beoordelen.
Bij het in handen nemen van een duif VOELT die al genoeg.
Soms zie je mensen als gekken de pluimpjes rond het borstbeen wegblazen. Een zinloze bedoening als men het mij vraagt.
Als je de pluimpjes weg moet blazen zit het al fout. Bij een duif in vorm schuiven die vanzelf opzij als je die in handen neemt. Duiven moeten ook 'zuiver van kop zijn'. Sommige gebruiken ter controle oogdruppels. Ze worden aangeprezen als prestatieverhogend waaraan getwijfeld mag worden, ze zijn wel een uitstekend hulpmiddel om te beoordelen of de kopjes 'zuiver' zijn. Trekken die druppels niet direct weg dan is dat niet het geval en dient zo'n duif thuis te blijven: Die wint geen prijs.
Of je duiven het weekend voor een 'jonge duivenklassieker' dient te spelen?
Ik meen van wel. Zeker broedende duiven die uit zichzelf weinig trainen. Voor mij moeten jongen elke week de mand in of zelfs meer dan dat.

DE RUI
En de rui dan?
Hoewel je zelden een foto van een winnende duif ziet die geen volle vleugel heeft mag best een pen ontbreken.
Zolang het maar niet de zesde is. Het vallen van die pen wordt gevolgd door het losgooien van dekpluimpjes.
En duiven die 'dekveren' lossen winnen geen prijs.
Om een of andere duistere reden is dat ook het geval met duiven die boven de neus ruien.
Wat dat betreft zal ik 1985 niet licht meer vergeten.
De jongen kwamen enorm maar twee duiven sprongen er uit.
Die gingen het maken op Nationaal Orleans. Dacht ik. Voor het inmanden toonde ik ze vol trots aan een Belgische vriend.
'Houdt ze thuis, die winnen geen prijs' kreeg ik te horen. 'Ze ruien boven de neus en dat mag niet.'
Die hardvliegende jongen thuishouden? Ik dacht er niet aan.
Als twee eerstgetekende gingen ze helemaal volgepould de mand in. Het resultaat was meer dan voortreffelijk te beginnen met de 1e, 9e en 16e nationaal en de eerste van Nederland die drie duiven in de klok had.
Het succes werd alleen overschaduwd door? het missen van de twee eerstgetekende!