Ga direct naar de inhoud.

Gejammer

Hij mag dan 88 zijn, hij ziet duivensport nog helemaal zitten en wil die zelfs nieuwe impulsen geven.
Charel is een voorbeeld, een stem, een activist en een optimist.
Hij wil geen roepende zijn in de woestenij van de achteruitgang.
Hij was sponsor in onze 'merkencompetitie' was de eerste die elektronisch wilde klokken en daarmee verraste hij ons allemaal.
Oudere mensen zijn toch gierig?
Die geven toch niets weg?

ANDERS
Charel is anders. Nog zo gezond als een visje en acterend als een jonge Rambo die nieuwe stromingen trotseert en beseft dat zij de toekomst hebben die er zich op voorbereiden.
'Deze zomer zal ik jullie nog eens een poepie laten ruiken' grapte hij. Niemand lachte.
Als je Charel hoort praten over vroeger, over de goede duiven die hij had word je helemaal warm. Warm van menselijkheid.
Charel is levenswijsheid en nostalgie.
Een verademing in een tijd dat het alsmaar vooruit moet, sneller en jachtiger en bij velen al lang geen sprake meer is van hobby maar van keiharde sport waarin geen plaats is voor sentimenten.
Mochten alle liefhebbers zijn zoals hij, denk je dan.
Wel niet zo oud maar wel even wijs en gezond.
Hij heeft driekwart eeuw met duiven moeten spelen om in de krant te komen. Maar verdiend is het wel. Al is het alleen maar om de voorbeeldfunctie.

GEJAMMER
Mensen die willen helpen heeft duivensport nodig als velen aan de klaagmuur staan en dat gebeurt elk jaar weer opnieuw. Ze zijn radeloos, zien het niet meer zitten.
- Een beller is ten einde raad omdat hij na vijf vluchten amper een platte prijs heeft kunnen winnen.
De duiven zien er ook niet uit: Rulle nekken, slijmen, smekken, krabben, niezen, 'niet zuiver van kop'.
Van alles heeft hij geprobeerd: Hokken veranderd, andere duiven aangeschaft, medicijnen gegeven, raad opgevolgd, maar alles vergeefs en hij overweegt te stoppen. 'Zo is er geen lol aan.'
- Een andere ziet er meer ontredderd uit naarmate het seizoen vordert. Ook hij 'vliegt als een krant' terwijl de duiven van de 'bijna-buur' er de stukken afvliegen.
Dat de buurman niets dan goede heeft en hij niets dan slechte wil er bij hem niet in. Denkt ook aan stoppen.
- Een ander had het over een 'begrafenisstemming' in zijn club.
- Weer een ander klaagt dat je hard spelen tegenwoordig wel kunt vergeten als je moet werken en geen tijd hebt de hele dag op je hok te zitten.

TAAK
De teleurstelling van al die mensen mag je niet onderschatten.

Het zijn vooral niet presterende liefhebbers die afhaken waar- door de sport steeds meer een 'onder onsje' dreigt te worden tussen de beteren en de aansluiting voor beginners steeds moeilijker wordt.

Wat er aan duivensport mankeert is het zogenaamde 'wij-gevoel'.
Dat kost liefhebbers en minder liefhebbers raakt ons allen. - Het betekent dat we een minder interessante markt worden voor verkopers van voer, manden, klokken, voerbakken, duivenhokken en noem maar op.
Bij een bloeiende sport is vraag naar al die spullen, daardoor zullen de prijzen scherp zijn en de kwaliteit goed.
Kwestie van concurrentie.
In Duitsland zijn streken waar weinig liefhebbers wonen.
Die betalen wel 600 frank voor een zak voer in plaats van de 300 die ik neertel.
- Minder liefhebbers betekent dat het voor dierenartsen amper loont zich in duiven te bekwamen.
- Minder liefhebbers is zelfs slecht voor de duivenkrant!
Maar het meeste belang bij een bloeiende sport hebben de kampioenen zelf.

DE KAMPIOENEN
Velen beseffen dat onvoldoende. Terecht zijn ze trots na een goede uitslag.

Maar dringt het wel tot ze door dat ze die goede uitslagen kunnen maken, die vele prijzen winnen, (dus ook duiven verkopen!), zolang de minder succesvolle sportgenoot mee blijft doen en door zijn matig presteren de concoursduur rekt?

Als enkel de ‘profs’ overblijven zouden die het heel wat moeilijker krijgen goede uitslagen neer te zetten.
'Zonder krabbers geen kampioenen' heeft een Oostbrabander op zijn hok staan. Die weet waar het om gaat.

ONMOGELIJK
Natuurlijk heeft de man die geen prijs wint terwijl zijn buur er de stukken afvliegt gelijk als hij beweert dat het niet kan zijn dat hij alleen maar slechte heeft en de ander enkel goede.
Het verschil tussen knaluitslagen en volledig falen is een kwestie van kwaliteit, van vorm, van begeleiding en... het hok!
Het belang van een goed hok kan amper overschat worden.
- Talrijk zijn de voorbeelden van mensen die goed gingen spelen, nog meer ambitie kregen, een fraai nieuw hok neerzetten waarop echter nooit meer het oude niveau werd bereikt.
Huyskens van Riel is er een van.
Na de oorlog speelden ze heel Union Antwerpen op een hoopje, er kwam een prachtige nieuwe accommodatie en de prestaties werden nooit meer als voorheen.
- Hoe vaak hoor je liefhebbers die meerdere hokken hebben zich er over verbazen dat de duiven op het ene hok veel beter vliegen dan op het andere?
- En hoe vaak lees je niet dat liefhebbers weten dat de duiven op een van hun hokken beter presteren in het voorjaar terwijl ze op een ander hok moeten wachten tot het warmer wordt?

ONWETEND
Probleem bij veel liefhebbers is dat ze 'het' niet zien.
- Het ontgaat ze dat de duiven geen vorm hebben, ze blijven spelen en de duiven geraken nog meer uit hun doen.
- Ze beseffen niet dat hun hok niet deugt. Ze voelen die tocht niet, dat gebrek aan zuurstof, die drukkende hitte.
- Of ze menen dat duiven die geen vorm hebben 'dus' ziek zijn en gaan vervolgens met een flink aantal kaliber antibiotica niet bestaande ziektes te lijf.
Onvermijdelijk gevolg is dat het dal waarin ze vallen nog dieper wordt en daar uit komen nog moeilijker.

FORUMS
Ik kan er slecht tegen als de falende sportgenoot wordt uitgelachen, weggehoond of uitgesliept.
Als ik zo iets hoor krijg ik een moordzuchtige waas over mij maar ik zeg niets, ik slik het in, heb het lef niet mijn stem te verheffen en die honende sportgenoot tot de orde te roepen.
Ik weet het, opkroppen is niet goed, daar krijg je misschien wel maagzweren van, maar zo ben ik nu eenmaal.

Daarom gebruik ik de krant maar om uit te schreeuwen dat de vraag niet is OF we de liefhebber die geen succes heeft kunnen helpen maar HOE.

Een mogelijkheid is forums waarbij mensen vragen kunnen stellen aan kampioenen.
Maar dan blijken mensen vooral geïnteresseerd in middeltjes de duiven harder te doen vliegen. Het is aan de kampioenen er op te wijzen dat het hem daar niet in zit.
Ze zouden duidelijk moeten maken dat presteren een kwestie is van goede duiven, selectie, inzet, begeleiding, gezondheid.
Ze zouden er op kunnen wijzen dat goede duiven niet duur hoeven zijn en naamduiven nog geen goede. Dat er vooral in het najaar kansen liggen al is het in de vorm van eieren.
Dat het vaak kleinere liefhebbers uit eigen streek zijn waar je de goede kunt halen.
Probleem is dat die onderwerpen, hoe belangrijk ook, de meesten doen knikkebollen. Men veert pas overeind als de namen van medicijnen vallen.

ADVIES
De kampioenen zouden ook op andere manieren helpen.
- Bij de falende collega eens naar de hokken gaan zien.
- Hem goede duiven in handen drukken zodat hij het verschil ziet.
- Hem wijzen op de onzin die soms wordt verkondigd.
- Hem een koppel eitjes geven.
Het idee alleen al duiven te hebben van die goede speler, de hoop die daaruit ontstaat doet al iets.
Natuurlijk hoeft de kampioen geen sinterklaas te spelen voor Jan en alleman. Maar kreten dat men geen slaag wil krijgen van de eigen duiven begrijp ik ook niet.
En als ze aan een sportgenoot niet besteed zijn omdat die toch geen liefhebber is hoef je er ook niet van te vrezen.
Mogelijk blijft zo'n man er bij en dat is dus een kwestie van eigenbelang. Van Spinoza zijn de woorden:
'Non ridere, non flere sed intelligere' of in goed Nederlands:
Niet lachen, niet huilen, maar je verstand laten werken.
De man die in een reportage beweerde 'geheimen te hebben die hij nooit prijs zou geven' begrijp ik dus helemaal niet.
Niet alleen omdat ik niet in zijn geheimen geloof, wat moet er in beginnende liefhebbers, waarvan zo'n man het dus ook moet hebben, omgaan als hij zo iets leest?
Als je meent geheimen te hebben houdt liever je mond en scherm er niet mee in een krant die door duizenden gelezen wordt.
Maar de man in kwestie is ook nog geen 88.