Ga direct naar de inhoud.

A S intervieuwt A S

A.S. 'Weer een interview? Je hebt er de afgelopen tijd al zo veel gegeven. Wordt dat niet wat veel?'
A.S. 'Als ik vind dat ik in de belangstelling moet komen laat ik me door niemand stoppen.'
A.S. 'Hoe kom je er eigenlijk toe jezelf te interviewen? Dat doet toch geen enkel normaal mens.'
A.S. 'Ten eerste heb ik nooit beweerd dat ik 'een normaal mens' ben en ten tweede kun je het beschouwen als een ultieme poging om in het kerstnummer te komen.
Je kunt dat vergelijken met andere mensen die niets kunnen. Om zich van de grijze massa te onderscheiden willen ze op tv door op de knieën op te biechten waar ze spijt van hebben.
A.S. 'Verhip, zit daar die man van De Duif niet?'
A.S. 'Waar, waar?'
A.S. 'Daar, aan dat tafeltje. Eenzaam en verlaten. Hè, schrijver, kom er bij. Alles goed? Koffie? Heb je al gegeten?
He, nu ik die man toch zie zitten, hoe lang is het geleden dat er van jou iets in de krant stond?'
'10 december of zo iets.'
A.S. 'Dat is dan een week.'
A.S. 'Klopt. Interview me dus maar gauw. Je mag me alles vragen. Ik zal overal op antwoorden.'
A.S. 'Hoe worden jouw artikelen in Duitsland ontvangen?'
A.S. 'Euhh... Volgende vraag graag.'
A.S. 'Wat kan ik je vragen dat je al niet honderd keer gevraagd is?'
A.S. 'Ik kom net van Duitsland. Je zou kunnen vragen hoe het daar was.
A.S. (zucht diep) 'Hoe was het in Duitsland?'
A.S. 'Geweldig!'
(Vrouw A.S. 'Mijn man was er niet kapot van.' A.S. sist: 'Kop dicht. Er zit iemand van De Duif).
A.S. 'Wat ging je in Duitsland eigenlijk doen?'
A.S. 'Ik moest een speech over onze sport houden. Ik heb ze haarfijn uitgelegd wat een ambassadeur van de duivensport is.
A.S. 'En wat is een ambassadeur van de duivensport?'
A.S. 'Iemand zoals ik.'
A.S. 'Hm. Is wekelijks een stuk schrijven niet moeilijk?'
A.S. 'Flauwe kul. Alles wat iemand met een schrijversziel nodig heeft is een tekstverwerker, een dak boven zijn hoofd, een vrouw die voor hem zorgt en een uitgever die hem betaalt.'
A.S. 'Wat heb je nog meer gezegd?'
A.S. 'Ik heb gezegd dat èèn oorzaak van de achteruitgang van de sport is dat veel clubs geregeerd worden door bestuurders met een chronisch gebrek aan inzicht en hartstocht.'
A.S. 'Pikten ze dat? Nam niemand je de microfoon af?'
A.S. 'NIEMAND neemt mij de microfoon af als ik aan het spreken ben. Trouwens, daar waren ook niet-liefhebbers.
Die kregen de slappe lach toen ze hoorden hoe het er in duiven sport aan toe gaat:
Overal verschillende poule-systemen.
Overal verschillende kampioenschappen.
Overal verschillende vliegprogramma's.
A.S. 'Heeft dàt er mee te maken dat je nooit meedoet aan Nationale kampioenschappen?
A.S. 'Een beetje ja. Ik vind het allemaal prachtig maar als de een tien halve fondvluchten heeft en de ander vijftien dan moeten ze eerst maar eens zorgen voor gelijke kansen!'
A.S. 'En de duivenorganisaties dan, doen die niets?'
A.S. 'De organisaties? Laat me niet lachen.
Er werd vergaderd, gebeld, gefaxt, geschreven.
En wat veranderde er? Niets.'
A.S. 'Ben je altijd zo kritisch?'
A.S. 'Alleen als ik sjachrijnig ben. En die dag was ik heel sjachrijnig. Ik heb ook gezegd dat een kampioenendag in Duitsland duivensportidioterie in al haar glorie is. Als je ziet wat ze daar allemaal kopen om duiven harder te doen vliegen beginnen je haren te krullen van onbegrip.'
A.S. 'Zullen sommige verkopers van overtollige bijprodukten niet knarsetanden als ze dit lezen?'
A.S. 'So what? Ik wil mensen gewoon waarschuwen voor mensen die waarschuwen dat je geen kampioen wordt als je al die troep niet geeft die ze verkopen. Wantrouw dat slag volk.
In de ruitijd geilen ze zich op, in de kweektijd geilen ze zich op, in het seizoen geilen ze zich op en als er coli uitbreekt geilen ze zich op.
Want zij hebben perfecte middelen voor een betere rui, een betere kweek, betere prestaties en tegen coli. Als ik die dan belachelijk maak en ze zich achter hun ingebeelde privé barricade bedreigd voelen voeren ze via geslepen publiciteit geromantiseerde veldslagen met zichzelf in de rol van nobele enkeling strijdend tegen de stoottroepen der onwetendheid, simpelen van geest en misleiders waarvan ik er volgens hen een ben.
Dat mensen niet achterdochtig worden bij wat er de laatste tijd allemaal niet op de markt gegooid wordt.
Het is allemaal zo overdreven.
Als ik al die schappen vol potjes en flesjes zie lopen de koude rillingen over mijn lijf en denk ik; 'Fuck you, ik geef die rommel niet!'
A.S. 'Ander onderwerp. Word een duivenkampioen bewonderd?'
A.S. 'Bewonderd? Als je een heel jaar strijd levert kun je van je tegenstrevers niet verwachten dat ze een feest voor je organiseren omdat ze geklopt zijn.
Een politieman viert zijn overwinning toch ook niet met een feest dat door een crimineel wordt georganiseerd?'
A.S. 'Vragen mensen nooit wat mensen je zoal vragen?'
A.S. 'Dat gebeurt vaak.'
A.S. 'En wat vragen ze zoal?'
A.S. 'Of ik het meen als ik schrijf dat mensen met geld de duivensport niet kapot maken.'
A.S. 'En meen je dat?'
A.S. 'Dat meen ik ja. Neem nu de meest succesvolle liefhebber van België in 1996, Dirk van Dijk. Zijn hele hokbestand zit vervat in de volgende namen:
Leysen, Marien Royberghs, van Looy Somers, Bellens, van Beirendonk, Adriaensen en Hoylaerts.
Zijn dat grote namen? Nee!
Zijn dat dure namen? Nee!
Van Dijk koopt geen dure duiven. Duiven moet je duur VERkopen, niet kopen zegt Christiaens altijd.
A.S. Maar je komt toch niet zo maar aan die goede duif?
Dat is toch geen kwestie van geluk?
A.S. Bijna elke goede duif op bijna elk hok is geluk. Neem nu de Nationale Asduif van dezelfde van Dijk.
Hij verspeelde een rode doffer van een frutQuievrain. Een bak leeg en tandengeknars vanwege zo veel pech. De duivin van die rode kreeg een andere doffer en bingo!
Dit koppel gaf de beste duif van België in 1996!
Hij zou nooit geboren zijn als die rode niet verloren ging.
Geloof me, zo gebeurt het vaak in duivensport.'
A.S. 'Wie zou jij wel eens willen interviewen?'
A.S. 'Een duif!'
A.S. 'Een duif?'
A.S. 'Een duif ja. Ik zou wel eens uit eerste hand willen horen hoe het er daar in de lucht aan toegaat na de lossing.
Is er sprake van enige organisatie?
Is er een leider die zegt 'en nu die kant uit' of 'en nu even kalmaan he jongens' of 'welke richting nu uit?'
of 'op mijn signaal maken we allemaal een zwenking'. Zou het ook geen moeilijk moment zijn als een duif de bende verlaat omdat hij bijna thuis is?
Neemt die nog gauw even afscheid?
Ik zou ook willen weten hoe het voelt met zo velen in een mand te zitten. Wordt daar gepraat?
Voelen duiven zich niet vernederd als ze in een mandje op een show staan uitgestald en al die liefhebbers ze staan aan te gapen?'
A.S. 'Men beweert dat jij niet echt zegt en schrijft wat je doet en niet doet. Dat jij een meesterlijk misleider bent.'
A.S. 'Ze zeggen van alles.'
A.S. 'Ik heb mijn twijfels. Ik weet nog toen ik je voor het eerst bezocht.
Een oude kloosternon verwelkomde me met kreunende stem.
Even dacht ik dat ik me van adres vergist had maar nee, de non wierp haar gewaad af en wie stond daar?
A.S. Die lachte smakelijk. 'Ga zitten' zei hij, dan haal ik koffie.
Hij de keuken in en er komt een beeldschoon meisje uit.
'Hoi' zei die schoonheid. Ze ging naast me zitten en keek me verlangend aan.
'Wat ben je knap' hijgde ze.
'Ik mag niet klagen' antwoordde ik bescheiden. 'Ik ben trouwens ook heel ruimdenkend, hoe heet je schat?'
'A.S.' schreeuwde het meisje en rukte haar pruik af.
'Dat was een sterk staaltje' zei ik.
'Niks an' antwoordde A.S.
Hij weg en meteen kwam een vrolijk keffend hondje binnen. Die maakte een dubbele salto op de salontafel en zei 'dat is different koek he?'
Ik was te verbluft om antwoord te geven en tuurde naar de spin tegen het plafond.
'Jij toch weer niet?' 'Jawel' zei de spin.
Ontredderd ging ik naar huis. Mijn vrouw stond me aan de voordeur op te wachten.
'Ben je daar eindelijk?' snauwde ze.
'A.S. laat me met rust' kermde ik en haalde de startkabels uit de auto waarmee ik het mens het huis uitrammelde.