Ga direct naar de inhoud.

Fond met jongen

- Is fond spelen met jongen in het najaar aan te raden?
- En als je er voor kiest, met welke?
- Help je duiven niet om zeep die je in hun geboortejaar veel kilometers oplegt of is het tegenovergestelde waar? Zijn ze gebaat bij de opgedane ervaringen? Dat waren vragen die me gesteld werden door 'een groepje duivenvrienden' zoals ze zichzelf noemden.

VERSCHILLEND
Ik denk dat alleen fondspelers in het najaar jongen op de fond zetten om die meer erva¬ring op te laten doen.
Bij het merendeel is presteren, in de krant en op tv komen de norm geworden. Ook voor fondvluchten met jongen.
Die zijn voor hen geen middel maar doel en een beperkte groep legt zich er zelfs volledig op toe.
Ze denken niet aan volgend jaar maar aan nu. Ze gaan niet naar de fond met probeer¬sels maar met de beste.
Die prestatiege¬rich¬te liefhebbers bijbenen met duiven die worden ingemand om 'ervaring op te doen' is als blaffen naar de maan.

AFSTAND GEEN PROBLEEM
Overigens zijn afstanden van 500 kilo¬meter geen enkel probleem voor goede jonge duiven in vorm.
Ikzelf heb op die verdere vluchten zelden duiven verloren.
Zelfs meen ik dat de verliezen minder zijn dan op vluchten van amper 100 kilometer in juni. Vroeger dachten we anders. Ik herinner me nog hoe men lang geleden in Neder¬land gekant was tegen Orleans:
Te ver, alleen spektakel, onver¬antwoord, gebeul!
Nu arriveren jongen ook van fondvluchten soms kop aan staart.
Wat verliezen op de eerste jonge duivenvluchten betreft valt op dat die van streek tot streek en van liefhebber tot liefhebber verschillen.
Meer verliezen van korte vluchten dan in het najaar op de fond wijst ergens op.
- Jonge duiven hebben ervaring nodig en...
- De eerste vluchten worden veel duiven inge¬mand die het aan gezondheid mankeert.
Als die na enkele vluchten afgevallen zijn en de duiven meer ervaring hebben worden ook de verliezen minder.
Daaruit zou je af kunnen leiden dat de liefheb¬ber schuld treft. Als je op maandag al weet dat 'al wat beweegt' het volgende weekend wordt ingemand ben je verkeerd bezig.
En als iemand veel duiven verliest en zijn sportgenoot van dezelfde vlucht geen is bij de eerste geen sprake van pech maar is er iets mis. Misschien ziet hij 'het' niet.
En 'dat niet zien' is er oorzaak van dat voor velen nooit een vedetterol zal zijn weggelegd.

SAMEN
Vanwege minder vorm gaat slecht presteren en verlie¬zen vaak samen, let er maar eens op.
Een 'jonge duivenspecialist' wist het enkele jaren terug al in mei, enkele weken vòòr het seizoen:
'Het wordt niets dit jaar. Ze komen van het opleren te slecht naar huis en er gaan er zelfs verlo¬ren.'
Hij bleek gelijk te hebben. Nog nooit speelde hij zo slecht.
Met kwaliteit had dat niets te maken, met ge¬zond¬heid of beter gebrek daar aan des te meer. Dat bleek het jaar nadien.
Onder de duiven die als jong te dom leken papier te raken zaten fantastische jaarlingen.
De man in kwestie is een kampioen en was zo verstandig het jonge duivenspel stop te zetten.
Had hij dat niet gedaan dan had hij waarschijnlijk ook die goede jaarlingen niet gehad: verloren als jong.
Niet vanwege gebrek aan klasse of een onverantwoorde lossing maar gebrek aan gezondheid!

ERVARING EN RUST
Kwaliteit, vorm, pluimen en ervaring daar draait het bij jongen op de fond om. Als je twijfelt houd je ze best thuis. Al staan er nog zoveel kampioenschappen op het spel.
Natuurlijk ken ik ook de voorbeelden van jonge duiven die stampvr¬oeg waren van een fondvlucht ondanks dat ze maar enkele keren waren mee geweest maar dat zijn uitzonderingen. Uitzonderingen die aanspreken en waarover men praat maar daarom zo gevaarlijk.
Vroeger gold dat rust vòòr een fondvlucht voor jonge duiven noodzaak was.
Die opvatting is achterhaald. De 'jonge duivenspecialist' van tegenwoordig laat zijn duiven vlie¬gen, elke week weer opnieuw. Ze leggen die zelfs een programma op dat ze met oude niet aandurven.
Uiteraard is met jongen die ruien geen eer te halen.
Zulke duiven spelen is ook weinig fair ten opzichte van de duif. Ruiende duiven vliegen moeilijk.
Je merkt dat als je ze uitlaat.
Ze weigeren soms zelfs het hok uit te gaan.
De kritieke periode treedt in na het vallen van de vijfde pen.
Die wordt gevolgd door de dekrui en dan is het over en uit.
Ik heb ook slechte ervaringen met duiven die boven de neus en aan de oortjes ruien.

NEUS EN OREN
Zo herinner ik me dat jaar dat ik twee jongen had, nestzus¬jes, die ongelooflijk presteerden.
Ik liet ze voor Nationaal Orleans trots aan een groot kampioen zien. 'Houdt ze thuis' zei die, 'ze winnen geen prijs'.
Ze hadden echter zo goed gevlogen en waren zo gezond dat ik zijn woorden in de wind sloeg.
Ze gingen als twee eerstgetekende helemaal 'volgepould' de mand in. Het resultaat van die Orleans was voortreffelijk, maar er was een 'maar' aan:
De twee eerst¬getekenden misten...

IETS EXTRA'S?
'Fondsoort' hoef je niet te hebben voor fondvluchten met jongen. De uitslagen tonen dat.
De 'specialisten' zijn veelal halve fondspelers.
Of je nog iets kunt doen om ze boven hun beste niveau te tillen? Laat ik voorop stellen dat je kwaliteit er niet in kunt spui¬ten. U moet me geloven maar het medisch plaatje is niet door¬slagge¬vend bij ‘de specialisten’.
Natuurlijk moet je geel in de gaten houden maar verder?
Antibiotica bijvoorbeeld?
Daar veel gebruik van maken is vragen om problemen op langere termijn. Een kuurtje 'tegen de koppen' doet meestal wel iets maar slechts een of twee vluchten.
Dan is men weer terug bij af.
Vaak ‘kuren tegen de koppen' betekent voor de toekomst veelal meer problemen met de koppen.
Met vitamines win je ook geen prijs meer of vroeger.
Zelfs vraag ik me af of gezonde duiven die wel nodig hebben.

WAT TELT
Wat telt om met jongen op de fond te presteren is motiva¬tie, gehecht¬heid aan het terri¬torium zoals een nestje en uiteraard klasse!
Vaak verbaas ik me er over dat aan 'gehechtheid aan het terri¬torium' zo weinig aan¬dacht wordt besteed.
Toch vind ik dat een essentiële eigen¬schap van betere dui¬ven.
Ik houd niet van duiven die zich niet hechten aan de eigen stek en die niet verdedigen.
Duiven die zich al op jonge leeftijd een eigen plaatsje toe-eigenen, die je in het donker kunt pakken omdat je weet waar ze zitten, zijn vaak de betere.
Moge¬lijkheden tot motiveren zijn er legio.
Broedschotels dichter tegen elkaar schuiven, andere duiven op het hok brengen, schabjes aanbrengen enzo¬voorts.
Wel dient elke 'truc' te worden opgebouwd.
Broedschotels dichter tegen elkaar schuiven bijvoorbeeld doe je niet te bruut, de avond van inmanden, maar daarmee begin je enkele dagen vooraf.
Voor fondvluchten mogen duiven nooit driftig of nerveus de mand in. Ik meen zelfs niet voor halve fondvluchten.

HELAAS
Het is thans zover gekomen dat schitteren met jongen amper gaat als je weinig tijd hebt.
Het jonge duivenspel is een kunst geworden waarbij voor de pure hobby¬ist of de man met een dagtaak enkel een figu¬rantenrol is weggelegd. Goed voor de sport is dat niet, wel realiteit. Helaas.