Ga direct naar de inhoud.

Tien tips

Als duivenliefhebber sta je er zelden bij stil dat wat voor jou zelfsprekend is voor buitenstaanders Latijn kan zijn.

Dat merkte ik die winter weer.

Ik was er een tijd van tussen geweest, de buurman (nog nooit op het hok geweest) 'moest er ook maar iets voor doen' en werd

belast met het verzorgen van de duiven. Hij had zijn best gedaan maar een puinhoop was het bij terugkomst wel.

'ALLE DAGEN DODE JONGEN.'

'Alleen schabjes schoonmaken en alleen bij vochtig weer' had ik hem gerustgesteld.

'Bij vorst water verversen en omdat er jongen in de nesten liggen alles 's avonds nog even langslopen om te zien of ze voldoende eten hebben.'

Dat leek me voldoende.

En hoewel duiven me tijdens een vakantie Siberisch koud laten kon ik niet laten soms te bellen. Om te vragen hoe het ging.

'Alle dagen wel jongen dood, maar verder alles prima' wist hij. Ik stond versteld. Toch geen paratyfus zeker?

Sinds ik daar elk najaar tegen kuur was dat geen probleem meer geweest. Nee, het was geen paratyfus.

Hij had 's avonds alles nog eens langsgelopen zoals ik gezegd had, daarbij de lampen aangedaan, dat moet je wel hartje winter als het vroeg donker is, en daarna weer uitgedaan.

Een 'beetje liefhebber' weet dat er ongelukken kunnen gebeuren als je duiven op nest bij kunstlicht voert.

Mijn buurman is echter geen 'beetje liefhebber' en daarom zei ik dat hij goed zijn best gedaan had want dat was ook zo.

Vooral beginners weten met de simpelste dingen soms geen raad.

Daarom moeten we die helpen.

Want hoe is de situatie nu?

Begint iemand met duiven dan wordt hij hartelijk welkom geheten en verder moet hij het zelf maar uitzoeken.

Vaak toch. Sommige onverlaten hopen zelfs dat 'zo'n nieuwe' veel duiven inzet en daarmee als het even kan amper prijs wint. Dat is goed voor hèn. Denken ze!

Daarom wat tips, weliswaar overbodig voor de kampioenen maar die vormen per definitie de minderheid. In duivensport is trouwens toch geen draaiboek te maken voor de massa.

1. OPLEREN

Oude duiven hoef je niet veel op te leren, een keer of vier volstaat als ze in hun geboortejaar voldoende ervaring hebben opgedaan. Groot verschil met jongen is dat een kennismaking met de mand (heel belangrijk) niet meer nodig is.

Enkele jaren terug werd veelvuldig opleren van oude duiven in België zo'n beetje mode. W Geerts had de toon gezet.

Die speelde enorm met zijn veelvuldig getrainde duiven en men weet hoe de liefhebbers zijn, die gingen hem navolgen. Nu is dat een beetje over.

Omdat men ontdekte dat Geerts zijn sterk spel destijds meer dankte aan goede duiven dan aan veelvuldig opleren.

2. KOUDE

Bij de start van het seizoen kan het nog bitter koud zijn en liefhebbers weten soms niet wat ze daarmee moeten.

Meespelen of niet? Ooit worden, vanwege de koude, zelfs vluchten afgelast. Niet waar ik woon, wij vliegen.

Misschien omdat we, evenals Zuid-Hollanders en sommige Belgen die begin maart al spelen, uit ervaring weten dat duiven er tegen kunnen.

Ik maakte nog nooit rampvluchten mee in april. Wat wij 'rampen' noemen maak je vooral mee in juni en... veelal als je het niet verwacht. Ik adviseer niet met koud weer te spelen, integendeel, ik zal het zelf niet doen, wel wil ik zeggen dat duiven tegen koude kunnen.

3. VASTHOUDERS

Steeds meer liefhebbers houden hun duiven in de winter vast  uit vrees voor roofvogels of plotseling opkomend slecht weer. Dat vasthouden is geen beletsel om nadien goed te presteren.

Wel moet je met duiven die in de winter weinig los waren oppassen bij de start van het seizoen.

Goed trainen of je loopt gevaar ze al in een vroeg stadium te verliezen. Zelfs een oude rot als Houben heeft dat eens tot zijn verdriet moeten ervaren. Hij verloor al vroeg in het jaar enkele prima duiven. 'In de winter te weinig los geweest' mijmerde Jef verdrietig.

4. MEDICIJNEN  

Gezonde duiven behoeven geen medicijnen.

Medicijnen zijn om te genezen en gezonde duiven hoeven nergens van te genezen. Zo simpel is dat. Lui die vaak kuren tegen geel, coccidiose, ornithose enzovoorts hebben vaak de meeste problemen met geel, coccidiose, ornithose enzovoorts.

Alleen een geelkuur af ten toe mag, zelfs blindelings dus zonder de dierenarts te raadplegen.

5. STARTEN

Vroeger was het zo'n beetje mode op nest te starten en de duiven pas later op weduwschap te zetten.

De meeste zijn daarvan afgestapt.

Als het spel voor oude duiven in juli stopt, wat voor de meeste het geval is, lijkt het beter weduwschap vroeg op te starten. Meerdere goede spelers spelen een heel seizoen met duiven die vanaf eind maart weduwnaar waren.

Laat beginnen heeft soms tot gevolg dat je 'er niet meer tussen komt'. Dat weduwnaars het per definitie maar zes weken volhouden is een misverstand.

6. KORT BROEDEN

Als weduwnaars voor de tweede keer met eieren komen is het beter die tijdig te verwijderen. Lang broeden heeft tot gevolg dat de eerste pen te snel zal vallen, de andere zullen volgen en als de vijfde aan de beurt is volgen de kleine pluimpjes en... is het over! Begin juli al als je niet oppast.

7. GETEKENDE DUIVEN

Vaak is het zaak getekenden te pakken.

Vanwege kampioenschappen, maar ook poules of series.

Seriespel vind ik tof. Die voegen iets toe!

Als je bijvoorbeeld weet dat je niet vroeg zit, maar wel je 1e en 3e getekende >pakte= blijft zo'n vlucht nog aantrekkelijk. Want als nu je 2e getekende komt heb je die 'serie 3' vol en dat kan van zo'n vlucht alsnog een succes maken. De lol is er dus niet af na de eerste duiven.

Series zijn vooral voor kleinere liefhebbers de krenten in de pap. Sommige zijn kunstenaars in het pakken van getekenden terwijl anderen er niets van bakken, vooral niet aan het begin van het seizoen.

Probleem is soms dat een bewezen goede het om een of andere duistere reden niet doet en andere, jaarlingen bijvoorbeeld die als jong matig kwamen, er direct invliegen.

Ik heb goede ervaringen met het letten op de aankomsten van de eerste leervluchtjes. Duiven die daarvan vroeg komen zijn veelal ook de eerste als 'het menens' wordt.

8. GEVAARLIJK

Overigens oppassen met bewezen goede duiven die het in het voorjaar af laten weten ook als er uiterlijk niets aan lijkt te mankeren. Dat zijn gevaarlijke duiven. Thuis houden zulke of je loopt kans ze te verliezen! Daar is iets mee. Die komen niet voor niets steeds te laat.

9. LOKKER

Veel plezier kun je hebben van een lokker.

Een lokker is een duif die zich onmiddellijk het hok in rept als je die buiten vrijlaat.

Vooral stokoude duiven lenen zich daartoe prima.

Als van een vlucht terugkerende duiven zo'n lokker zien volgen ze die het hok in. Want duiven trekken duiven aan. Niet voor niets krijg je piepers die van het dak verloren gingen soms terug door de oude los te laten.

Of oude die verloren gingen van een vlucht in het weekend dat volgt. Die kwamen mee met wedstrijdduiven.

10. VERWARMING

Kunstmatig verwarmen kan zin hebben bij vochtig weer vooral in het voorjaar. Maar dat dient samen te gaan met een goede verluchting. Afgesloten hokken verwarmen is flirten met het noodlot. Ook moet je oppassen voor te droge hokken. Problemen met de ademhaling en luchtwegen zullen onherroepelijk volgen.

Verwarming aan? Dan ook 'luchten'.

Kost wat meer maar moeder de vrouw hoeft niet alles te weten.