Ga direct naar de inhoud.

In gesprek met Stefaan Lambregts

Berlaar en omgeving. Volgens velen zitten nergens betere duiven. Haalden de beroemdste liefhebbers aller tijden, de Janssens van Arendonk hun basisduiven niet bij Schoeters, Jos v d Bosch en Ceulemans? Allemaal uit de streek?

Of het nu vitesse betreft, HaFo of kleine Fond maakt niet uit. Tegen die mannen daar is amper te winnen.      

In het naburige Nijlen herinneren ontelbare lege hokken aan een roemrijk verleden. Ooit zouden daar alleen 600 liefhebbers actief geweest zijn, in Berlaar was dat 250 en nu nog 65. Maar in welke gemeente vind je er nog zo veel?

Een van de vele regionale vedetten is de Stefaan Lambrechts. 38 Jaar nog maar en daarmee Verkerk van de troon stotend als de jongste in deze reeks.

 

PRESTATIES DIT JAAR

Bij de noorderburen is zijn naam al enkele jaren een begrip.

Vanwege tot de verbeelding sprekende prestaties van diens duiven op de hokken De Bruijn, Eijerkamp, Pouw en Kas Meijers.

In België deed hij vooral in 2015 van zich spreken.

Na enkele keren al wat naam en faam heeft in Union aan het schrikken te hebben gebracht met stampvroege duiven uit Souppes zijn het vooral diens Asduiven die de aandacht trekken. Op de HaFo had hij maar liefst de 1e, 9e en 14 Nationale Asduif KBDB jongen. HaFo dus en daar keken velen van op. Stefaan was toch een vitesseman?

Inderdaad WAS. Omdat hij zag tot wat zijn duiven in staat waren op de verdere afstanden in Nederland legde hij zich toe op Halve Fond.

We geven het woord aan deze zelfbewuste en gedreven jonge kampioen.

In het midden uiteraard Stefaan. Allemaal hebben ze reden tot glunderen.
STEFAAN LAMBRECHTS

Hoe ben je in de duivensport terecht gekomen?

Vooral door mijn ooms Cyriel (toen ik vier was zat ik al op zijn hokken) en Emmanuel, een andere oom. Mijn vader zelf had niets met duiven. In 1987, ik was amper 10 jaar oud, speelde ik al zelfstandig.

 

Wanneer ben je echt goed beginnen spelen en met welke duiven was dat?

Echt goed vanaf 2009. Vanaf toen kon ik mijn oom een beetje bij houden. Voorheen moest ik altijd voor hem onderdoen. “Onder doen” is niets voor mij en daarom werd de jacht geopend op nog betere duiven.

Die haalde ik in 2005 bij Geert Lambrechts (geen familie), in 2007 werden twee duivinnen gehaald bij Jos van Loock. Een ervan werd hier stammoeder. En in 2008 werd soort ingebracht van mijn neef Bart Henderickx.

Wat interessant is: Alle genoemde namen hadden soort van Gebr van den Brande!  

 

Ik was daar eerder. Hebben die ZULKE goede?

“Hebben” weet ik niet maar in 2003 en 2004 waren er geen betere. Misschien zelfs in heel België niet.

 

En nadien?

Nog in 2009 werden drie duiven gehaald bij Dirk van den Bulck. Je geloof het niet, drie supers. Het jaar nadien heb ik er nog 10 zomerjongen gehaald.

“Vroom” van Willem de Bruijn stamt er nog van. Die duif werd overigens geboren uit een vrije koppeling. Nog in 2010 heb ik er 2 gekocht bij Leo Heremans. Heb er meer van hem maar alleen deze twee rechtstreeks.

En zopas heb ik dan nog meer van den Bulckduiven gehaald bij de Bruijn. Hij stelde er geen prijs meer op, maar ik ben zeker dat hij een fout maakte.

 

Vrije paring zei je?

Ik maak van koppelen amper werk. Het is “graag of niet”. Ook die befaamde “Steffi” van de Bruijn is een product van vrije paring. Dat is nog soort van de “Ouwe Rosse” van Geert Lambrechts.

 

Deze regio staat op de duivenlandkaart. Vanwege betere duiven of een goede ligging?

Absoluut door betere duiven. Zeker op vitesse.

 

Op korte tijd raakte je vooral in Nederland erg bekend. Is dat inderdaad allemaal begonnen met Willem de Bruijn? Enkele jaren terug had die enkele sensationele vooruitvliegers met Belgische ring. Toen ik hem vroeg waar die vandaan kwamen deed die zijn verhaal.

Willem: Ik was bij Cyriel Lambrechts aan het letten maar tot mijn verbazing stortten er bij de buurman al enkele omlaag voor Cyriel gepakt had.

“Die zijn van mijn neef Stefaan”, aldus Cyriel.

Enfin, van het een kwam het ander. Later adviseerde ik Eijerkamp om bij “ene Stefaan Lambrechts” duiven te kopen. Hans volgde mijn advies en amper een jaar later wist die niet wat hem overkwam toen hij met de rechtstreekse ging vliegen.

Is het inderdaad aldus gegaan?

Het is precies zoals je zegt. Ik zie Willem nog staan letten en weet nog hoe zenuwachtig ik was. Ik had wat duiven mee “op stouwen” wat helemaal mijn stand niet is. Vreesde af te gaan maar ik had geluk. Ik pakte super die dag en Cyriel had een mindere vlucht. De winter nadien was ik in Oostende bij de Nationale Dagen.

Toen ik buiten een sigaretje stond te roken sprak Willem me aan. Of hij geen halve ronde jongen kon kopen.

En zo gebeurde. Een mens moet soms geluk hebben. Zonder hem had mijn leven er nu anders uitgezien. Waarom geluk? Die dag dat hij kwam kijken hadden mijn duiven supervorm en Willem had vorm op zijn hok toen hij mijn duiven ging spelen.

 
EN TOEN

In Nederland ben je nu bekend genoeg. Hoe staat het in het verre Oosten?

Begint te komen.

 

Er nooit aan gedacht om beroeps te worden?

Welke liefhebber niet die zo bezeten is van duiven als ik? Ik denk er alle dagen aan maar moet dan wel ergens anders gaan wonen.

 

Wat let je dan?

De onzekerheid. En ook mijn werk. Heb een klein bouwbedrijfje. Wat je in 12 jaar hard werken opbouwde laat je niet zo maar vallen.

 

Haal je nog duiven bij? En heb je daarbij voorkeur voor een bepaald type?

Je moet altijd naar beter zoeken. Heb dit jaar nog enkele v d Bulckduiven aangeschaft. Mijn voorkeur gaat uit naar vitesseduiven maar die moeten dan wel perfect van bouw zijn. Zulke “vitessers”, dus met een perfecte bouw, kunnen makkelijk 400 kilometer aan met 1100 mpm.

 

Enkele jaren terug leek even sprake van een dip. Leg eens uit.

Ik ontken dat niet. Maar toen viel alles een beetje verkeerd. Familiale problemen, druk met het werk enzovoorts. De duiven verdwenen even naar het tweede plan.

 

Ik herinner me nog van vroeger hoe enorm hier gepould werd. Is dat nog zo?

Op de snelheid wordt nog aardig gepould maar veel en veel minder. Vroeger kon je hier rijk worden met spelen. Op de HaFo is poulen bijna verleden tijd.  

 

Waarom spelen hier in verhouding nog wel redelijk veel jongeren met duiven?

Denk omdat ze hier in een streek met zo veel goede liefhebbers makkelijker aan kwaliteit komen. Dat houdt ze er bij en werkt weer aanstekelijk op anderen.

 

Hoeveel duiven heb je nu, hartje winter?

Ongeveer 250

 

HET SPEL

Je speelt alleen maar jongen. Nooit oude gespeeld?

Jawel in 2010. Met 8 oude duivinnen, maar die ontgoochelden enorm. Na enkele vluchten was ik al de helft verloren. Kreeg ze ook niet aan het trainen. Kennelijk omdat 8 gewoon te weinig is. Toen zei ik bij mezelf: Gedaan er mee.

 

Vertel eens hoe je te werk gaat met lappen?

Als ze er klaar voor zijn gebeurt dat hier intensief. Bij goed weer wordt er een week lang dagelijks gereden, gestart vanaf 5 km en na een week zitten ze op Quievrain.

 

Verlies je er ook veel? En haal je verloren duiven terug?

Van een derde tot de helft en dat is te veel. Haal ze indien mogelijk terug omdat ik meen dat de goede evengoed verloren gaan. Ik maak me er overigens niet meer druk over.


Waarop focus je je nu vooral?

Vitesse heb ik laten varen, met oude spelen zit er voorlopig niet in, heb het te druk en voor de fond heb ik mijn les gehad. Dus leg me nog alleen toe op HaFo met jongen.

 

Wat bedoel je met “mijn les gehad?”

Neem Bourges afgelopen jaar. Dat was geen lekkere vlucht. Mijn duiven hadden, dat weet ik 100% zeker, supervorm. Ik verloor er 12 waaronder mijn e.g. en nog enkele echt goede. Heb nu 3 Nationale Asduiven bij de jongen. Zonder die Bourges zouden dat er 4 of misschien wel 5 geweest zijn. Mijn duiven kunnen met gemak HaFo aan. Hoe zwaarder hoe liever. Maar fond is een brug te ver. Ben er wel duiven voor aan het aanschaffen. Zodus: De Nationals zijn niet meer aan mij besteed.

 

Hoe worden je jongen gespeeld? Wordt tussen de vluchten in gereden?

De laatste twee jaar op de schuifdeur. Te beginnen vanaf half juli. Eieren worden geschud, ik wil er geen op nest hebben.

Vroeger werd veel gelapt tussen de vluchten door. Nu minder. Alleen in mei en juni. Mijn vriendin brengt ze dan weg, tot 50 kilometer.

 

Ook veel last van Adeno?

En of. Soms drie keer in het jaar.

 

HOKKEN EN VOEREN

Op wat voor hokken zitten je jongen?

Verschillende hokken. Bij een is het “boven de duiven” open. Bij het andere de voorkant. Schuif daar wel een gordijn voor bij minder goed weer.

Heb de beste ervaringen op het meest dichte hok.

 

Worden die schoongemaakt of heb je bodembedekkers?

Bijna alles zit hier op roosters.

 

Heb je ooit iets aan de hokken veranderd wat een verbetering bleek?

Jazeker. Bij het “dichte” hok meer “volume lucht aangebracht” boven de koppen van de duiven. Dat bleek een verbetering.    

 

Verwarmen?

Nooit.

 

Doe je met voeren nog iets anders dan anderen?

Zou niet weten wat.

  Jonge duivenhok Stefaan MEDISCH

Wordt er gekuurd en/of geënt tegen paratyfus?

Beide, maar de jongen niet.

 

Kan je jongen nog gezond houden zonder “tegen de koppen” te kuren?

Moeilijk. Ik ga bij problemen te rade bij de dierenarts. Uit eigen initiatief zal ik zeker nooit naar de medicijn pot grijpen. Vindt hij een kuur nodig dan wordt zijn advies opgevolgd. Ik volg ook een beetje zijn schema.  

 

Wiens schema?

Dat van dr. Schroeder, maar natuurlijk niet helemaal. Ik heb ook veel vertrouwen in H de Weerd en zijn producten.

 

En die andere kwalen zoals geel, wormen en cocc.

Daar wordt alleen tegen opgetreden bij problemen maar die zijn er zelden.

Wel hecht ik belang aan recupereren en Belgasol van dr de Weerd is daartoe een goed middel.  

 

Vitamines? Knoflook? Appelazijn?

Alles behalve knoflook. Vroeger gaf ik dat veel. Geloof er ook heilig in maar door mijn druk bestaan komt het er niet meer van dat te geven.

Worden de jongen voor het seizoen zogenaamd zuiver gezet?

Voordat ik ga lappen rijd ik er mee naar de dierenarts. Meestal is het resultaat een kuur tegen geel. “Tegen de koppen” soms.

Voor het spel mogen ze wat mij betreft tricho hebben. Dat onderdrukt de vlieglust en ik vind het prima. Zo vroeg hoeven ze niet langdurig te vliegen.

Maar tijdens het spel moeten ze geelvrij zijn.

 

LAMBRECHTS ALLERLEI

Heb je je mening betreffende bepaalde zaken ooit bij moeten stellen?

Afgelopen jaar nog zoals gezegd. Ik wilde te veel. Uitblinken op HaFo en ook op de kleine fond. Ik heb daar een prijs voor betaald, prima duiven verloren en dat is iets waar ik niet goed tegen kan. Toch heb ik de kleine fond niet uit mijn hoofd gezet. Misschien iets voor de toekomst?    

 

Wie heeft je eigenlijk met duiven leren spelen, ofwel van wie heb je veel geleerd?

Van oom Cyriel en verder van mezelf. Je moet het ZELF zien. Als je niet van je fouten leert maak je opnieuw een fout.

 

Wat vind je van de ogentheorie?

Ik vind ogen niet onbelangrijk. Die moeten “spreken”, zoals het heet. Wat daarmee bedoeld wordt is moeilijk in woorden uit te drukken.

 

Plannen voor de toekomst?

Misschien beroeps? Wie weet. Ben bezig een huis te kopen maar dat geeft een hoop problemen.

 

In Berlaar?

Natuurlijk niet. Hier mag je de beste duiven van de wereld hebben, dan nog ben je kansloos voor een Nationale Asduif vanwege te weinig duiven in concours.

Tenminste op vitesse en dat is frustrerend. Ik denk aan Nijlen waar ik in het Tienverbond kan spelen.

 

Maar vitesse was toch verleden tijd, zei je?

Niet als ik ooit (?) beroeps mocht worden. Dan, als ik de tijd krijg, ga ik me inzetten en toeleggen op ALLES. Vitesse, Hafo en kleine fond.

Goede vitesseduiven heb ik al, en zoals gezegd kunnen die de HaFo aan.

En voor de kleine fond ben ik bezig kwaliteit in huis te halen.

We zien wel wat de toekomst brengen zal, zeker?

 

TOT SLOT

Tot zover ons gesprek met Stefaan, wat me nogmaals met de neus op de feiten drukte hoe de tijd vliegt.

Het lijkt nog niet eens zo heel lang geleden dat mannen als Leutenez, Limbourg, Claessens, Bosua, van Dijck, van Elsacker en consorten omschreven werden als de nieuwe generatie. Nu zijn de meeste grootvader.

Toen kregen we de generatie Verkerk, B van Oeckel, Luc van Mechelen, P v d Merwe, Berckmoes, Henri van Doorn, Comb van Wanroy, Rik Hermans en consorten. En de volgende komt er aan met jongeren als Lars Vercammen, M Huisman, Bart Geerinckx en Stefaan dus.

“Onze grootste vijand is onze leeftijd” zei ik eens tegen W de Bruijn. Een peinzende blik en een instemmend knikje was de reactie.  

                                                                                                  Ad Schaerlaeckens