Ga direct naar de inhoud.

Na moeilijke vluchten (17 sept)

Aan ‘moeilijke’ vluchten dit jaar geen gebrek. In Nederland zijn er streken waar de eerste zes vluchten met jongen zonder uitzondering erg moeizaam verliepen. Duiven die vele uren, een dag of soms dagen te laat komen, vaak helemaal ontredderd? Bij zulke rijst soms de vraag wanneer ze terug ingezet kunnen worden. Ik heb het niet over duiven die ‘kapot’ van onregelmatige vluchten thuiskwamen, na slechts enkele uren vliegen. Van moeilijk oriënteren, al is het maar enkele uurtjes, lijken ze soms meer te weten dan van 8 uur vliegen bij goed weer, waarbij ze soms verbazend fit arriveren. ‘Er zat iets in de lucht’ zeggen mensen dan. Maar zulke duiven herstellen snel. Omdat het in het koppie zat. Dat is wat anders dan duiven die er lichamelijk helemaal door zaten, die geknakt zijn.

 WANNEER TERUG MEE?

Omdat de omstandigheden zo kunnen verschillen en de ene duif de andere niet is valt er geen termijn op te plakken, zoals 10 dagen of zo. Er zijn andere zaken waar je naar moet kijken. Het voornaamste is dat ze volledig terug op gewicht zijn. Verder moeten ze, als je de duiven laat trainen, niet later dan de andere het hok uit gaan of eerder landen dan de hokgenoten. Als het vlees terug mooi roze is en al het blauwe is verdwenen kan je helemaal gerust zijn.

 RIJDEN

We hadden het over die vreemde vluchten, soms van korte afstand, waarbij duiven om een of andere reden moeilijk oriënteren. Zelfs bij ogenschijnlijk mooi weer.  Wat sommigen doen, met name Verkerk, is de duiven tussen in een lapvluchtje geven. Om het zelfvertrouwen op te krikken want dat heeft mogelijk een flinke knak gehad als duiven veel te lang onderweg waren van niet al te verre afstand.

Wat mogelijk ook zin heeft is rijden bij veranderend weer: Na enkele vluchten achtereen stevige tegenwind met de duiven op stap gaan als voor de komende vlucht ‘wind mee’ wordt voorspeld. Om ze er van te ‘laten proeven’. En omgekeerd natuurlijk.

 BIJ THUISKOMST

Hoe duiven te voeren die vermoeid thuis komen? Ik vertrouw op het instinct van de duif en geef volle bak. Die duiven zullen zich echt niet te pletter eten en zich nog minder bezondigen aan erwten. Tegenwoordig doen sommigen ‘iets tegen te koppen’ in het water elke keer als de duiven van een vlucht terugkeren. ‘Thuiskomst’ of zo iets. Kan amper goed zijn na een barslechte vlucht. Het lichaam is al vermoeid en het dan nog eens extra belasten met antibiotica, want daar hebben we het over?

Daar kunnen duiven onmogelijk baat bij hebben. Zeker bij warm weer als ze buitensporig veel drinken is het spelen met vuur. Vitamines dienen ook tot niets, wat je wel kan doen is elektrolyten geven. Veel goede spelers doen dat zelfs standaard, na elke vlucht.

 GOEDE

Beroerde vluchten worden veelal gekenmerkt door het voorop pakken van ‘verkeerde’ duiven en goede duiven die missen. Op de uitslagen zie je dat het geld laat te verdienen is, soms zelfs na de prijzen. Hoe eerder het geld weg is, hoe meer goede getekenden vooraan staan, des te mooier en ‘eerlijker’ was het concours. Vooral bij concoursen die abnormaal kort duren zie je meestal de goede duiven voorop. Het doet denken aan mijn jeugdjaren, aan de toen vermaarde HaFo Lier.

Een handvol duiven streden om het grote geld. Daaronder een van Louis van Loon, een van Hofkens en een van Albert van Miert weet ik nog Bij mooi weer was het geld bij de 5e prijs soms weg.

 VERKEERD

Wat sommigen doen na een rotvlucht waarbij duiven veel te lang vlogen en ontredderd thuis kwamen is die enkele dagen niet vrij laten. ‘Om ze rust te geven.’ Als je je duiven helemaal uit de plooi wilt halen moet je dat doen. Ze opgesloten houden en de spieren nog meer laten verklampen. Met een dag binnen houden is niets mis, maar dat mag geen drie dagen zijn. Hoewel je duiven niet met mensen kan vergelijken is het typerend wat wielrenners doen op een rustdag na enkele dagen intensief koersen in de Tour de France. Die kruipen terug op de fiets!  

 VERLOREN

Of nog iets aan te vangen is met duiven die enkele dagen te laat, ontredderd en graatmager thuis kwamen? Dat verschilt weer van duif tot duif. Sommigen pakken na enkele weken gewoon de draad weer op, met andere kan je inderdaad niets meer doen. Veelal kan je zien welke duiven dat zijn. Duiven die vrij snel normaal gaan eten en terug op gewicht komen zijn meestal niet verloren. Blijven ze te lang te mager dan kan je ze als wedstrijdduif veelal afschrijven.

 HOME ALONE

Dienaangaande maakte ik trouwens iets opmerkelijks mee met mijn 162, zoon van Ace Four. Het is al lang geleden maar vergeten doe ik het nooit meer. Het was een doffer van de lichting 1998, voor mij ook een jaar om nooit te vergeten. Duiven die met tien tegelijk arriveerden om tegen ongeveer 1.000 duiven de 10 eerste te winnen daarvan schrok toen niemand. Orleans Nationaal met 3 duiven bij de eerste 13 (sector) viel al tegen. Kan je nagaan.

Die uitslagen riepen overigens zo veel weerstand op dat 10 jaar niet meer met jongen gespeeld kon worden, maar dat terzijde. Als ik aan de 162 denk denk ik aan die gedenkwaardige 6e Mei 2000, een dag met tegenwind en warm weer. De groenen waren nog tandeloos dus konden we probleemloos spelen.

Die 162 zou al meerdere eerste gewonnen hebben, als hij niet geklopt werd door hokgenoten. Dat liet hij zich die 6e mei, als eerstgetekende en vol gepould, niet gebeuren. De letters en ik schrokken plots van een zoevend geluid. Was dat een duif? Ja dus, want meteen ‘piepte het kastje’. Hij had de plank niet geraakt.

Kort nadien de ene telefoon na de andere. Of het waar was dat ik al op ‘zo laat’ zat. Het was waar. Tegen 13.203 duiven (nu vliegen er amper een paar duizend) zat hij 6 minuten vooruit. ‘Home Alone’ zou ik hem voortaan noemen.

En wat nu zo merkwaardig is? Het was meteen zijn laatste ‘exploot’. Hij zou vanaf dan alleen nog maar prijsjes winnen of zelfs dat niet eens en dus al jong naar het kweekhok verhuizen. Waartoe dat heeft geleid heeft men kunnen lezen in een serie artikelen die Henk Simonsz aan de nazaten wijdde.

 TERUG

Wat je goed kan gebruiken als duiven verloren gingen is wat geluk. Je hebt meer kans die terug te krijgen als de wind de volgende dag draait. Zo ging de Geeloger van de Janssens eens verloren met een stevige westenwind. ‘Als hij dinsdag niet terug komt zien we hem niet meer’, zei Adriaan. Dinsdag belde Louis. De Geeloger was terug.

 Uit de oude doos. Janeke van de Gebr Janssen, was DE melker. Weinig van zeggen maar als hij zijn mond open deed luisterde je maar best. Elk woord had inhoud.  

Vanwaar die voorspelling van Adriaan? De wind zou op dinsdag naar het oosten draaien. Dus was die vlucht waarbij je duiven verloor er een met stevige zuidenwind dan mag je hopen dat die zo snel mogelijk naar noorden draait. Of omgekeerd natuurlijk.