Ga direct naar de inhoud.

Schilde

De zaalverkoop in Schilde was weer eens zo"n ouderwetse. Volop volk en dat duidde op een, noem het, nostalgische hang naar een verleden.

Toen verkopingen zo veel echter waren en men de koopwaar nog kon zien.

Internet verkopingen waarbij tot 30.000 ' geboden wordt voor een jonge duif die men nooit zag noem ik de niet echte.

Mensen kopen nog geen kat zonder die gezien te hebben.

 

TWEE SOORTEN

De "echte" verkopingen zijn die waarvoor vooral liefhebbers uit Belgi' en omringende landen zich interesseren.

"Onecht" zijn veel verkopingen waar een bepaald (buitenlands) publiek zich in mengt. Dan worden ook de prijzen "onecht".

Overigens is met zulke verkopingen niet veel mis hoor.

Mensen zijn vrij om te kopen wat ze willen en voor hoeveel geld ze willen.

Als sommigen de stamkaart belangrijker vinden dan de duif is dat hun zaak.  

Mensen mogen van duiven hun beroep maken en proberen hun waar zo duur mogelijk te slijten.

Kon je vroeger op de vluchten duizelingwekkende bedragen winnen, nu kan je maar beter verkopen als geld verdienen de norm is.

Maar' dat wel op EEN voorwaarde:

Je moet je verzekerd weten van interesse van buiten Europa.

Maken die belachelijke prijzen de sport kapot?

Geloof ik niets van. Wel kan je bedenkingen hebben bij liefhebbers die telkens weer verwijzen naar wat voor hun duiven betaald werd op internet als mensen er duiven willen kopen. Over hoeveel men zuiver over hield reppen ze zelden.

Velen hanteren tegenwoordig ook twee prijzen: Een voor landgenoten en een voor de internationale markt. En je kan daar misschien(!) nog begrip voor hebben ook. Het zou de eerste keer niet zijn dat een Chinees geen interesse heeft vanwege duiven die te goedkoop zijn.

 

SCHILDE

Dus lijkt het wel alsof er tegenwoordig twee soorten verkopingen zijn.  

De verkoop in Schilde was een re'le. En de betaalde prijzen?

Laten we toch eens nuchter en eerlijk zijn. Is 300 euro voor een jonge duif niet een

goede prijs? En voor het gros van de liefhebbers niet meer dan genoeg?

Verder leken het in Schilde allemaal wel "Duiflezers" want diverse keren werd me gevraagd hoe ik het vol hield elke week een stukje te schrijven.

De vraag stellen is hem beantwoorden. Dat IS ook amper vol te houden. Zelf denk ik dat ik overeind blijf door complimenten. Wat dat betreft ben ik net een normaal mens. Want wie is niet gevoelig voor een schouderklopje?

 

JONGEREN

Ik werd er ook aangesproken door een vrij jeugdig liefhebber, schat rond de 30. Het begon met een pilsje, wat ik liet staan omdat ik geen bier drink, maar dat is hem hopelijk ontgaan.

Toen haalde hij zijn gsm voor de dag en liet me wat foto"s zien. Gemaakt van uitslagen. "Ik moet U bedanken, zonder U was dit nooit gelukt" zei hij.

Ik begreep er niets van.

Toen zei hij wie hij was. Ik schrok. De man die ongeveer maandelijks mailde nadat ik hem enkele jaren terug alweer, had ontmoet in Sint Job. Hij zou zelfs een koppel jongen bij me gehaald hebben. .

 

SINT JOB

Het was destijds inkorven voor een fondvlucht en we zaten aan een tafel. B Geerinckx, J Vercammen, D v Dijck, A Roodhooft, M Wouters en ik zei de gek.

Toen ik even ging p*ssen stapte een jongeman op me af.

"U ben Meneer S he, mag ik U iets vragen?"

"Als je me geen meneer meer noemt en me niet meer aanspreekt met U" zei ik.      

"Waarover hebben jullie het aan die tafel? Medicijnen zeker? Zo kunnen jongeren er toch nooit tussen komen? Ik speel nu drie jaar met duiven, maar het lukt van geen kanten. En U schreef ooit dat wanneer het na vijf jaar duiven nog niets is, het nooit iets wordt. Die vijf jaar zijn onderhand om. Kan ik maar beter stoppen?"

Medicijnen? Ocharme. Ik kreeg met hem te doen, wenkte hem naar een lege tafel en ik liet hem zijn verhaal doen.

 

DE JONGEMAN

Hij was goed opgeleid, prima baan en wilde iets bereiken in duivensport. Daarom dat hij duiven had gekocht van befaamde hokken.

Maar wat een afknapper. Nooit vroeg iemand hoe laat hij gepakt had als hij de klok binnen bracht en dan zit het niet goed. .

Waren zijn duiven niet gezond? Niets waard misschien?

Zijn probleem was verder dat hij best naar goede raad wilde luisteren, maar' dat zijn raadgevers, toch stuk voor stuk goede spelers, allemaal anders dachten en verschillende adviezen gaven.

Of ik hem kon adviseren?

Ik zei hem te stoppen met spelen, EEN vertrouwensman te zoeken, zich niet meer gek laten maken en ook geen duiven meer te kopen, zeker geen oude.

Wel eieren en liefst allemaal op EEN adres.

 

EN VERDER?

Dat had ik eerder geadviseerd aan mensen die het slecht spelen beu waren en aan beginners, herinnerde hij zich.

Maar waar eieren halen?

Liefst bij iemand die niet bekend is en toch goed speelt, zulke zijn er volop, en iemand uit je buurt.

Waarom uit eigen streek? Heel simpel. Omdat je later elkaar nog vaak tegen zult komen. Als zo"n man een beetje verstandig is geeft hij je niets of' wil hij helpen.

Dat vertelde ik hem dus enkele jaren geleden in Sint Job en nu zat hij in Schilde.  

Als een tevreden jongeman die veel plezier in duiven had.

En hij bedankte me voor de prima duiven ui mijn "geschelpte".

 

BEGRIP

Een goede is die "geschelpte" wel, beaamde ik.

Elk jaar worden er een tiental jongen van gefokt en meestal zit daar wel een redelijk goede tot goede bij en soms nog enkele bruikbare.

Hij keek me verbaasd aan.

"En noemt U zulke goede?"

Ik weer:

"Duiven die elk jaar een echt goede geven noem ik zelfs FANTASTISCHE kwekers. Je zou er zo vijf op je hok hebben. Je kent X wel, nietwaar? Er zijn weinig betere. Ik stond daar eens voor zijn voli're met daarin ongeveer 200 jongen. Tien procent goede? Vroeg ik.

"Was het maar waar" verzuchtte X.

De jongeman: "Als zelfs zo"n kampioen zo veel slechte kweekt heb je toch nooit zekerheid, ook niet met veel geld?"

Helemaal waar, reageerde ik. Geluk is oneindig veel belangrijker dan geld.

"Dan moet ik met die eieren veel geluk gehad hebben?

Niet echt. Je was zo slim te luisteren en er veel te halen op hetzelfde adres.

Als je zo handelt heb je de slechte maar ook de goede."

 

GELUK BELANGRIJK

Ik weer: "Ken jij dhr. Y?"

Natuurlijk kende hij die. Wie kende die niet. Misschien wel de beste van het land.

"Zou die elk jaar tien goede kweken?"

"Hmm. Tien per jaar? Dat is 40 goede in 4 jaar? Lijkt me wat veel."

Ik weer: "Helemaal waar. En weet je hoeveel jongen die elk jaar kweekt? 250. Dat is 1.000 in vier jaar tijd. Nu mag jij gaan rekenen.  

Die geschelpte van mij is dus een goede. Maar mocht ik jou daar nog iets van aan de hand doen dan nog is de kans op een goede klein.

Inmiddels was de verkoop afgelopen. We keken naar de mensen die met hun gekochte duiven huiswaarts gingen. Misschien dachten we nu wel hetzelfde:

Wie waren vandaag de gelukkigen?