Ga direct naar de inhoud.

Verkeerd gedaan (2 october)

Ik vertoef nogal vaak aan zee, tegenwoordig zelfs in volle vliegseizoen. In Walcheren heb je vele mogelijkheden. Je kan fietsen in de duinen, in de velden, langs de zee, in piepkleine dorpjes, in Vlissingen; gewoon voor elk wat wils. En Nederlandse fietspaden! Minpunt is het eten, dat is, zoals veel Duitsers zeggen, duur en slecht. Ik zat die dag op de dijk in Westkapelle. In het binnenland was het loeiheet, hier was het weer zoals je het je hele leven zou wensen. Achter me, maar een stuk lager, keek je op rode daken rond een grote toren, voor me kabbelde de zee. Ik keek naar de kleinkinderen die in het zand aan het spelen waren. Achter hen zaten mensen te vissen. Die keken naar hun dobbers.

 GEWOONTE

Ik had de uitslag van de laatste vlucht meegenomen vanwege enorm gespeeld. Had ik niet die snerpende pijnen in mijn knie dan was ik een gelukkig mens. Overigens is niet genoeg krijgen van mooie uitslagen en de mindere totaal negeren een van mijn vele zwaktes. Hoewel ik daarin toch minder extreem ben dan Ludo Pipa Claessens destijds. Die zei me ooit dat hij super uitslagen op het nachtkastje naast zijn bed legde. Beter dan seks, zei hij schertsend. En Ludo maakte vele superuitslagen hoewel dat natuurlijk niet de reden was dat hij kinderloos bleef.

Plotseling begonnen de kleintjes te kraaien en wijzen. Een enorm schip voer voorbij. De bestemming was waarschijnlijk Antwerpen. Alle schepen hebben immers een doel. Zoals duivenliefhebbers. Die willen presteren maar soms tot erg vaak loopt het mis. En soms, tot erg vaak, is dat eigen schuld. Omdat je fouten maakte. Mijn gedachten gingen, daar aan zee, uit naar de fouten die ik ooit maakte. Dat waren er niet weinig.

ORLEANS

Toen in Nederland Orleans nog razend populair was, ging ik voor de eerste prijs. Nationaal wel te verstaan. En het moet gezegd, vele jaren werd enorm gepresteerd. Regionaal, tegen gemiddeld toen zo´n 400 duiven, was de 2e plaats op 10 jaar tijd mijn slechtste. Als ik niet bij de eerste 10 Nationaal zat vonden sommigen, veelal mensen die zelf amper papier raken, dat ik niet goed gespeeld had. Gaandeweg veranderde mijn ergernis daarover in medelijden. Toch moet ik toegeven een zo´n Orleans vlucht viel wat uit de toon. Dat was toen ik ´hoog bezoek´ zou krijgen. De hokken waren al ik weet niet hoe lang niet schoongemaakt maar op aandringen van mijn vrouw gebeurde dat nu wel. Want het bezoek betrof Oosterlingen en je kent die. Van alles maken ze foto´s. En je kent vrouwen, die willen alles netjes op de foto. Dus werd grote schoonmaak gehouden. Amper twee dagen nadien was ik er al niet gerust in.

 MINDER AANGENAAM

De hokken voelden veel minder aangenaam aan nadat die droge isolerende mestlaag was verwijderd. Ze voelden vooral killer en ik meende dat aan de duiven te zien. Of maakte ik me dat wijs? Niet dus, zo zou blijken. De uitslag was veel minder dan gewend. Wat ik het ergst vond, die mindere uitslag of het feit die mensen daar getuige van waren weet ik niet.

Niet goed spelen als iemand speciaal komt letten is de schrik van veel liefhebbers. Als het goed gaat moet je verdomme geen gekke dingen doen.  

 ANDERE FLATER

Een andere onvergeeflijke fout was twee echte supertjes te verkopen. Het was in de tijd dat we nog in de Zuid Nederlandse Bond vlogen. Zowel van Chateauroux als Bourges hadden die duiven tegen duizenden duiven bij de eerste 10 gewonnen. Alleen L Claessens had destijds een betere. Hoe ik zo stom kon zijn? Puur zelfoverschatting. Ik meende destijds de goede aan de lopende band te kunnen kweken. Weet inmiddels beter. Veel beter. Een echt goede kweken op tien jongen is zelfs te hoog gegrepen leerde ik.

 NOG DOMMER

Bovenstaande was in de jaren dat ik bij Vandenabeele eieren en jongen bekomen had van zijn beste. Van de Stier, de Kolonel (dus broers Bliksem), de Wittenbuik en meer van die iconen van toen. Hun jongen konden die van mij niet volgen, dus weg. Ook die Asduif Brabant 2000 op vitesse uit Zoon Kleinen. Want duiven die Asduif vitesse werden konden geen goede zijn voor de verder dacht ik in al mijn onnozelheid en daarvoor had ik ze toch gehaald.

Hoe dom kan je zijn. Want voordat ze geruimd werden had ik van Zoon Kleinen (basisduif vda), jongen gegeven aan Rens v d Zijde en Cor Leytens. De eerste kweekte er de Nationale Asduif Fond uit die helemaal in de overvlucht vaak met minuten voorsprong wist te winnen, Cor Leytens kweekte er zijn wereldkampioen fond uit. Onlangs stond er een foto van op Pipa. Mijn naam staat er niet bij maar dat had ik ook niet verwacht.

 GEFOPT

Een onvergeeflijke flater beging ik ook in 2007. De duiven kwamen enorm dat jaar, maar ineens werd dat minder. Sommige wilden het hok niet eens uit. ´Omdat ze zich zo aan hun bak hechten´ maakte ik mezelf wijs. Ofschoon ik het niet helemaal vertrouwde werden ze ingemand voor Pithiviers. Kort na de lossing belde W d B die me zei op het ergste voorbereid te zijn. Onze duiven waren na de lossing massaal zuidwaarts getrokken.

Normaal zouden de Belgen er eerst gelost hebben maar die hadden vertraging en kwamen te laat aan. Dus eerst de Nederlanders los, de Belgen zagen het aan en besloten niet te lossen. Ik was dus voorbereid, maar de afloop was nog dramatischer dan ik had durven vrezen.

 DRAMA

De eerste arriveerden een uur later dan verwacht, dat waren de laatst getekende en dan weet je het wel. Al mijn beste duiven gingen verloren waaronder de ouders van die fantastische duiven die Jespers van der Wegen hier destijds haalde. En weer eigen schuld. Dat minder trainen had een waarschuwing moeten zijn, maar soms wil je de waarheid niet onder ogen zien. Sportgenoten die zelden op de uitslag staan kenden geen verliezen en dat gold ook voor fondspelers, wiens overnachtduiven tot hun eigen verbazing zelfs prijs wonnen. Zo iets zie je vaker bij zulke vluchten. De les? Pas op als je bij het inmanden twijfelt. Dat mag niet. Je moet schrikken van de vorm.

TOT SLOT

Het werd donker. Op mijn blote voeten ging ik de kleinkinderen ophalen. De kleuren van de ondergaande zon, die vele schakeringen van licht en schaduw, spelend op de toppen van kleine golfjes die tot in het oneindige voortkabbelden ontroerden me zodanig dat ik niet kon nalaten te denken aan de Schepper van dit alles. En ik prevelde.

‘Goeden avond, grote Baas daarboven. Bedankt voor zo´n mooie dag met als toegift deze prachtige zonsondergang. Ik zal proberen de fouten die ik maakte niet te herhalen.´

En ik kneep de kleinkinderen wat vaster om hun tengere handjes.