Ga direct naar de inhoud.

Ook dat nog

Voor sommigen met een overvloed aan vrije tijd is duivensport een prima verzet omdat je er een heel jaar mee bezig bent of kunt zijn.

De vluchten staan centraal maar krap twee maanden na het laatste concours wordt al aan winterkweek gedacht.

Anderen vinden het een nadeel een heel jaar gebonden te zijn.

Een hoofdstuk apart vormen de kampioenendagen.

Kampioenen moeten gehuldigd worden maar in duivensport zijn er zo veel en bijgevolg ook huldigingen dat men steeds meer moeite heeft 'volk' bijeen te krij­gen.

Sommigen proberen daar iets op te vinden door bijvoorbeeld prijzen te vervliegen die in de winter worden uitgereikt.

Ik vind die avonden een crime, niet te verteren oubollige kost.

Na het seizoen wil ik rust, mails en telefoons altijd weer over duiven leggen al te veel beslag op me en kennelijk hebben 'mijn samenspelen' daar begrip voor want de trofee'n worden netjes thuisgebracht.

 

VASTGEROEST

Het scenario is zowat overal hetzelfde: Plichtmatig en voor­spel­baar.

Een openingswoord door de voor­zitter en als het even kan ook nog een woordje door een van de notabelen van het dorp.

Vaak komt iemand nog een dankwoord uitspreken voor geld dat wordt afge­dragen voor een goed doel en vervolgens wordt een einde­loze reeks kampi­oenen gehul­digd.

Men begint met de laatste en als 'de algemene kampioen' aan de beurt is zijn uren verstreken want al die kleine, gewone en grote kampi­oenen druk je niet zo maar iets in handen, daar hoort een 'passend woord' bij.

Begrijpelijk. De 'derde kampioen vitesse' is op zijn titel mogelijk trot­ser dan de man die jaar in jaar uit het podium beklimt als Alge­meen kampioen.

Toch interesseert het weinigen wat de voor­zitter al die kampi­oenen, groot en klein, te vertellen heeft wat ook blijkt uit diens her­haald verzoek om stil­te.

En dan zwijgen we nog maar over de meegeko­men vrouwen.

Zulke dagen kosten ook geld maar daar is iets op gevon­den. Een bonnenverkoop, loterij of beide.

 

BONNENVERKOOP

Zo'n bonnenverkoop is voor velen al even vervelend als de huldiging.

Soms ook een g'nante bedoening want vrienden kopen van vrienden, tafelgenoten van tafelgenoten.

Er is amper verband tussen kwaliteit en het bedrag dat voor een bon wordt betaald.

De bon van dezelfde man 'gaat' hier 50 euro, elders 300.

Voor sommigen heeft een bonnenverkoop zijn char­mes maar veelal duurt die zo lang dat de man achter de micro­foon door zijn goedbe­doeld ge­schreeuw de zaal, nauwe­lijks her­steld van die eindeloze reeks kampi­oenen die eerder werd gehuldigd, opnieuw de mond doet open sper­ren van verve­ling.

Vooral weer de vrouwen.

Die hebben al dikwijls op hun horloge gekeken maar naar huis gaan kan niet want op tafel liggen stapels loten voor de lote­rij.

Dat is het slotstuk om mensen in de zaal te houden.

 

LOTERIJ

Om de loten te trekken wordt vrouwe­lijk schoon van rond de 20 opgetrommeld.

Blozend als een sterappeltje graait ze in de emmer en heeft het niet meer als na een aantal prijzen de zaal luid­keels begint te roe­pen:

'Schuddeeee, schuddeeee.'

Eindelijk het laatste lot. De man achter de microfoon voelt het moment gekomen het geheel een element van spanning te geven want 'nu komt de fiets'.

De winnaar krijgt een applaus EN afgun­stige blikken van 'waarom hij?.

Een aantal lege stoelen later, als velen het al lang bekeken hebben, dankt de voorzit­ter de nog aanwe­zi­gen voor hun massa­le opkomst, hij vond het weer ge­slaagd en is vooral verheugd over de opkomst van zoveel vrou­wen 'die zo belang­rijk zijn voor de sport'.

De brave borst heeft er geen erg in dat de meeste al thuis zitten met het vaste voornemen zich nooit meer te laten vangen.

 

BEZINNING

Een vertrouwd beeld is ook de verslaggever van een of andere krant. Achter wat gratis consump­tie­bonnen maakt hij ijverig notities en je kunt er vergif op innemen dat zijn verslag lovend zal zijn.

Toch zijn er gelegenheden waar aan klantenbinding wordt gedaan zoals 'De Gouden Duifviering' en de Feestavond in Zingem van de 'Gentse Vijfdaagse'.

Verder ontbreekt het in onze sport aan periodieken, buiten dui­vensport heeft men die wel, kwestie van mensen er bij te houden.

Sommige hebben dat door en verstrekken de liefhebbers een jaar­boek, kampioenenboek, of kwartaalblad, netjes opgemaakt zodat het uitnodigt tot lezen.

Zo'n boek dat je bewaart met daarin eindstanden van kampioen­schap­pen, aandacht voor de kampioenen, win­naars en kampioendui­ven, soms met foto en stamboom.

Het is in streken waar duivensport niet achteruitholt en toeval is dat zeker niet.

 

SFEER

Waar het om gaat is sfeer.

Die doet voetballers beter voetballen, kinderen in de klas beter opletten, mannen bij de vrouw blijven en... liefhebbers liefhebber.

Heel vroeger zag ik uit naar kampioenendagen en zelfs verga­derin­gen.

Toen was op vliegdagen iedereen vroeg uit de veren, ze schoolden samen voor de kerk en men maakte prognoses over de vlucht van die dag.

De een tipte op Piet, de ander op Klaas en een derde meende dat het nu zijn beurt wel eens kon zijn.

Maar dat was dus 'heel vroeger' toen er geen liefhebbers waren die 100 of meer duiven inkorfden en mensen elkaar nog hielpen. Mooie tijden waren dat.

 

Sfeer op een duivenavond? Het kan dus wel.  Photo John Meurysse 
ROEMENEN

Ik kwam tot dit artikel door een bezoek aan Roemenie in 2005 met Carlo, Nikolaas en consorten.

We waren er op een feestavond inclusief gala diner in een chique zaal en uit heel Roemenie waren liefhebbers toegestroomd.

Wat een verschil met onze Nationale dagen waar chaos soms troef is.

Grijze of kalende koppen zag je amper en er zouden jaarlijks 500 liefhebbers bij komen wat wel overdreven zal zijn, maar toch.

Ook in 2005 was ik, maar dan hier, op een kampioenendag van een samenspel van amper 150 leden waar 68 lui gehuldigd werden.

Ik vreesde dat voordat de Algemene Kampioen aan de beurt was die al een duik in het publiek genomen had. Stage-diving noemen ze dat.

 

PLICHT

Meer dan ooit moeten we nu doen wat we kunnen om het voor elkaar zo aangenaam mogelijk te maken.

Zo komen er in het inmand lokaal van William Geerts nogal wat 'vreemden' om hun duiven te trainen waaronder Nederlanders.

Niet iedereen was daar gelukkig mee.

William snapte dat niet:

'Laat die mensen, of het Nederlanders of Belgen zijn maakt toch niet uit. We zijn allemaal duivenliefhebber en moeten de sport proberen tof te maken voor elkaar.'

Hij had gelijk.  

Een goede sfeer bindt en trekt aan. Klan­ten naar een ca­fe, kinderen naar school, arbeiders naar hun werk, mensen naar duivensport en die sfeer moet beginnen aan de basis. Daar moet het goed zit­ten. Folders over onze ­sport, ­hokjes bij scholen enzovoorts zijn mooi, alleen' het werkt niet.