Ga direct naar de inhoud.

De merel, de lijster en de roofvogel

Maar mijn vrouw zei dat het een lijster was en vrouwen spreek je best niet tegen.
Ik kende het beestje omdat een staartpen scheef stond. Maar op een gegeven ogenblik was die lijster die dus geen lijster was foetsie. Ineens weg.
Ik stond er amper bij stil tot mijn vrouw, die meent dat ze honderd wordt als ze elke dag gaat wandelen, 'een grote vogel met een kleine vogel in de klauwen' had zien vliegen. De grote had de kleine losgelaten en zij had het hevig bloedend ding opgepakt en meegenomen.
'Kijk eens naar dit arm spreeuwtje' zei ze hevig ontdaan.
Ik zag meteen dat het de vogel was die zij altijd een lijster noemde: die merel dus.
Dezelfde van in mijn tuin, ten prooi gevallen aan een roofvogel. 'Liever hij dan mijn beste duif' dacht ik hoewel er mogelijk sportgenoten zijn die daar anders over denken.

EINDELIJK
Dat roofvogels andere vogels oppeuzelen is iets waarmee ik kan leven, maar van mijn duiven moeten ze afblijven.
Omdat mijn vrouw vindt dat ze ook van 'lijsters' af moeten blijven waren we het gauw eens. Er moest iets gebeuren.
Die roofvogel moest ophoepelen.
Hem afschieten misschien? Daarvoor word je in dit land even zwaar gestraft als wanneer je een inbreker uit je huis jaagt en die arme man bezeert. Dus die optie verviel ook. Toen kwamen Carla en haar man op bezoek.

CARLA
Enkele jaren terug hadden ze wat duiven bij me gehaald.
Bij streekgenoten van hen deed 'mijn soort' het namelijk enorm maar helaas was dat bij hen niet het geval.
Niet leuk maar ik kweek de supers ook niet aan de lopende band.
Ze hadden twee piepers bij zich, gekweekt uit mijn duiven, en die waren voor mij.
Ik zat eigenlijk niet op nog meer jongen te kijken maar beleefdheidshalve zei ik maar dat ik er blij mee was.
En... ik verzin het niet (ik verzin nooit iets wat het schrijven extra moeilijk maakt) een van die krijgertjes vloog er de stukken af.
En dat terwijl dezelfde ouders 'bij Carla' nooit iets noemenswaardigs hadden voortgebracht.
Zo zie je maar. Dat is duivensport.
Je fokt jongen van duiven die je voor veel geld uit heel beroemde ouders aanschaft en die 'rasduiven' worden vervolgens helemaal zoek gevlogen door een duifje dat men je zo maar komt brengen.
Omdat je niet de hele tijd over duiven kunt ouwebetten begon ik over de 'lijster'.

OEHOE
Bij haar in de streek waren roofvogels ook een ramp als je duiven had.
Maar daar had men iets op gevonden.
Ik kon het amper opbrengen te luisteren.
'Iets gevonden tegen de roofvogel?'
Dat verhaal had ik al zo vaak gehoord.
Dat beest mag dan duiven vangen, mij vangen ze niet meer.
Maar ze klonk zo overtuigd dat het mijn nieuwsgierigheid begon te prikkelen.
'En wat heb je er dan wel op gevonden?' Geeuwde ik.
'Een Oehoe, een soort uil van kunststof. Uilen en roofvogels zijn natuurlijke vijanden.'
Niet geschoten is altijd mis dacht ik en dus stond er al gauw zo'n Oehoe in mijn tuin.
En voor het eerst sinds jaren kreeg ik geen bezoek van de roofvogel.

DAAROM
'Waarom heb jij zo'n uil van kunststof in je tuin?' vroegen bezoekers me.
'Omdat die de roofvogel weghoudt' zei ik dan.
'Is dat zo? Waarom schrijf je er dan niet over. Dat zou voor veel liefhebbers toch het einde van een nachtmerrie zijn?'
'Ik durf niet. Nog niet. Pas als ik helemaal zeker ben' reageerde ik dan.
Want foutieve informatie verschaffen of je 'verschrijven' is niet goed voor je imago.
Vroeger maakten we van verschrijvingen en versprekingen een soort sport.
We spraken niet over de genadebronnen van de heilige kerk maar over 'gebraden nonnen.'
Van 'gewijde maagden' maakten we 'gewaagde meiden.'
Van 'Ceasars lijfwacht' werd 'Ceasars wijf lacht' gemaakt.
In de woestijn leefden de Israëlieten niet van 'schapen en geiten' maar van 'gapen en sch..'.
We tilden een kast niet op met vereende krachten maar met verkrachte eenden.
Dat was lachen. Onbewuste versprekingen waren de beste.
Nu wil ik niet zeggen dat je bij het lezen in je duivenkrant nooit eens mag lachen maar onzin schrijven is toch iets wat je beter niet doet.
Daarom schreef ik niet over de Oehoe.
En gelukkig maar.

HELAAS
Een uil van kunststof die de roofvogel weghoudt bleek inderdaad te mooi om waar te zijn.
Men moet weten dat een dorpsgenoot ook problemen had met de roofvogel. Nadat ik hem zei dat ik er geen last meer van had, dat ik 'het' gevonden had, bracht hij me terug in de werkelijkheid.
Hij had die winter voor het eerst sinds jaren, ook geen bezoek van de roofvogel gehad.
En in zijn tuin stond geen oehoe.
Kort nadien sloeg de roofvogel dan wel toe. Vlak onder de ogen van mijn 'oehoe'.
Later hoorde ik over ervaringen die anderen met zo'n oehoe hadden.
Die zou de roofvogel inderdaad weghouden, maar... slechts enkele weken.
Onlangs zei Belgische Kees 'het' gevonden te hebben:
Een tamme ekster. Ik moet het nog zien.
De 'zilveren' bol bleek enkele jaren terug nep, een oehoe 'werkt' waarschijnlijk wel maar slechts voor even dus houd ik het er (voorlopig) maar op dat een roofvogel op zoek naar prooi door niets is af te stoppen.

OOK NIET WAAR
Weet u wat ook een misvatting is?
De opvatting, die wordt zelfs door dierenartsen onderschreven, dat wanneer een duivin onbevruchte eieren legt de doffer 'schuld' heeft.
Zo had ik een (oudere) duivin waarvan de eieren onbevrucht waren.
Ik paarde haar met een andere doffer, ze legde weer spontaan, maar wat dacht je, opnieuw eieren die niet bevrucht waren.
Omdat ik nadien meer soortgelijke zaken meemaakte wist ik het zeker.
Onbevruchte eieren kan wel degelijk aan de duivin liggen.

VERZORGER
Besluiten we met een tip voor mensen die de verzorging aan anderen over moeten laten. Want je weet hoe dat soms gaat.
De liefhebber komt vanwege zijn werk of andere omstandigheden weinig bij zijn duiven, die worden door iemand anders verzorgd en als ze van de vlucht komen is het prijs:
Ze komen niet binnen.
Daar is iets aan te doen.
Dezelfde kleren dragen als de gene die de duiven verzorgt is al iets maar nog beter is ook hetzelfde geluid maken.
Allebei 'kom kom' zeggen?
Of allebei fluiten?
Nee, zo stom zijn duiven niet. Dat geluid moet mechanisch worden voortgebracht. Door hetzelfde fluitje bijvoorbeeld.
Geleerd van iemand met weinig tijd, veel duiven en daarom twee verzorgers.

EINDELIJK
De man is gedreven, koopt overal de beste duiven en wil prestaties zien. Die zouden er ook zijn als de duiven beter binnenkwamen.
Tot hij het, na zich mateloos geërgerd te hebben, gevonden had.
Hij kocht drie dezelfde fluitjes.
Voor elke verzorger een en een voor hemzelf.
De verzorgers moesten in de week de duiven niet meer binnenroepen maar binnenfluiten.
En als ze van de vlucht kwamen werd dat fluitje weer gebruikt.
Nu suizen de duiven binnen als ze dat fluitje horen, wie er op blaast maakt niet uit.
Eigenlijk is het vanzelfsprekend maar het zijn vaak die vanzelfsprekende zaken waaraan we niet denken.
Zo hadden jaren terug Amerikaanse ruimtevaarders een probleem. Het was ze onmogelijk notities te maken. Wat ze ook uitprobeerden, uit hun ball-points kwam geen inkt. Tot ze aan de Russen vroegen hoe zij dat deden. 'Met een potlood' zeiden ze.